Samenvatting
De civiele wereld als
leverancier
TOPiovector is een gestructureerd bestand voor gis- en
andere digitale toepassingen. Het bestand vormt de basis van
de topografische kaartseries i 10 ooo en i 25 000.
TOPiovector zal in 1997 landsdekkend gereed zijn. In
vergelijking tot het buitenland liggen we uitstekend op
Schema.
De ontwikkelingen in zowel de civiele als militaire geografi-
sche hoek duiden erop dat er een groeiende behoefte is aan
een snellere bijhoudingscyclus dan 4-6-8 jaar. Er is een reele
mogelijkheid dat er een vierjarige cyclus tot stand komt, aan-
gevuld met een jaarlijkse wegenherziening en eventueel zelfs
een tussentijdse snelle herziening van de topografie.
De ontwikkeling van analoog naar digitaal is niet alleen een
technisch proces. Er is sprake van een nieuwe markt met af-
nemers die nieuwe eisen stellen. Daarvoor is in ons wereldje
een cultuuromslag nodig van ambachtelijk denken naar
klantgericht denken.
De volgende fasen in de ontwikkeling van TOPiovector zijn
de bijhouding en de uitbreiding met meer attributen. Hier
kan geld worden verdiend wanneer we in Nederland in Staat
zijn samenwerkingsverbanden van de grond te tillen.
NGT GEODES1A KARTOGRAFISCH TIJDSCHRIFT
Zoals eerder vermeld wordt in Belgie en
Denemarken gestreefd naar samenwer-
king tussen gemeenten en de nationale
karteringsinstantie. Samenwerking is
tegenwoordig gemakkelijkcr dan vroe-
ger, omdat gegevens in bestanden beter
zijn over te zetten naar andere bestan
den dan dat kaarten onderling uitwis-
selbaar zijn. Schaalverschillen kunnen
met bestanden beter worden overbrugd
dan met kaarten.
tdn heeft in het verleden een aantal
verkennende pogingen ondernomen
om eiders aanwezige bestanden te on-
derzoeken op hun bruikbaarheid voor
TOPiovector. In 1991 is gekeken naar de
gebouwen uit de gbkn. Gebouwen zijn
objecten waarin weinig definitiever- Fig. 5.
schillen zijn te verwachten. Er is soft- TopograafMenno
wäre ontwikkeld om erkers en andere dejongaanhet
details weg te generaliseren. De proe- werk in het jaar
ven zijn een succes geworden. Om 2000.
praktische redenen is er geen vervolg (Fotografie: Harry
aan gegeven. De gegevens waren be- van der Veen.)
I995-I
perkt beschikbaar en het conversietraject was niet helder af-
gebakend, waardoor er voor de körte termijn geen perspec-
tieven waren. We moesten ons tevreden stellen met de con-
statering dat GBKN-gebouwen bruikbaar zijn voor TOPiovec
tor.
In 1993 is samen met de gemeente Nijmegen een proef
genomen om uit de gbkn TOPiovector af te leiden. Voor de
opbouw van het TDN-bestand bleek de gbkn voor stedelijk
gebied geen besparingen op te leveren. Een dergelijke proef,
maar dan voor landelijk gebied, wordt momenteel opgezet.
Een ander onderzoek betreft de relatie tussen het bestand
1 10000 van de gemeente Amsterdam en TOPiovector.
„Wat hebben we aan elkaars bestanden" is het punt waar het
om draait. Nu al is te zeggen dat het bestand van Amsterdam
bruikbaar is voor de bestandsopbouw van TOPiovector. Een
positief resultaat! Dezelfde proef wordt binnenkort uitge-
voerd met de bestanden 1 10 000 van de gemeente Utrecht.
Op dit moment wordt in samenwerking met het Kadaster
gekeken naar de mogelijkheden om TOPiovector met de
gbkn te actualiseren. Voorlopig worden alleen de technische
aspecten onderzocht. Er zijn in beginsel twee mogelijkheden.
Enerzijds kunnen de mutaties dienen als signaal voor een
wijziging in de topografie. Dit is de magere variant.
Anderzijds kunnen (een deel van) de mutaties middels een
generalisatieslag worden geconverteerd naar TOPiovector. Als
dit onderzoek gunstig uitpakt, volgt de stap om de zaak orga
nisatorisch op de rails te zetten en onderlinge aanspraken te
regelen.
Elementair voor het slagen van deze vorm van samenwerking
is natuurlijk hoe de bijhoudingsfrequenties van beide bestan
den zieh zullen gaan ontwikkelen. Het andere cruciale punt,
de verschillen in inhoud, vormt een technisch probleem dat
met voldoende goede wil is op te lossen.