A v\ '995-1 NGT GEODESIA KARTOGRAFISCH T1JDSCHRIFT Van der Schans van de Landbouwuni- versiteit Wageningen besprak de theo retische aspecten van dlm/dkm. Hij bracht ze in verband met taalpsycholo- gische theorieen, belichtte de onderlin- ge relaties en analyseerde atkis op basis van een theoretisch model, waarin de Symmetrie van terrein en kaart (beide deel van de werkelijkheid!) en de men tale en digitale modellen daarvan cen- traal stond. Kolk schetste de cultuuromslag bij de Topografische Dienst van het kaartge- richt denken naar het bestandsgericht denken, en de problemen bij de ana- loog-digitaal conversie. Automatisering van de generalisatie moet ook leiden tot geautomatiseerde vervaardiging van een dkm. Dit dkm beschrijft dan de ge- drukte topografische kaart, waar vraag naar blijft bestaan. werkelijkheid (terrein, landschap) mentale voorstellingen van terrein digitale modellen van terrein (DLM) mentale voorstellingen van kaarten digitale modellen van kaarten (DKM) grafische voorstellingen (o.a. kaarten) Murre beschreef de ontwikkelingen bij de gemeente Amsterdam. Men beschikt daar over de Digitale Kaart van Amster dam (dka), de Kleinschalige Standaard Topografie (kst) en het Digitaal Topo- grafisch Basisbestand (dtb). De dka is te beschouwen als een dkm (hij be schrijft kleurvlakken, teksten en bepaal- de lijnelementen). De kst is een be- schrijving van bouwblokken en lijnseg- menten en daarmee een dlm. Het dtb is nu nog een grafisch gerichte verzame- ling van punten en lijnen, maar er worden plannen ontwikkeld om over te gaan op de vorming van objecten. Heres (Philips Car Systems) besprak het gebruik van dlms en dkms bij ver- keer en vervoer, onder de pakkende (uit het Duits vertaalde) titel: U verlaat nu het gedigitaliseerde gebied!". Hij be schreef werking en structuur van auto- navigatiesystemen en analyseerde ver- volgens de onderdelen daarvan op hun dlm- of DKM-geaardheid. Dit mondde uit in een voorstel voor een ,,A<->S pa- radigma" (Algemeen/Specifiek), waarin aan de top van een pyramide van mo dellen een ulm (Universeel Land- schaps-Model) fungeert. Aalders benaderde het DLM/DKM-para- digma objectgericht (niet object-geo- rienteerd!). In dit referentiekader heb- ben we een nominale grondslag voor een landschapsmodel, die een zo na- tuurgetrouw mogelijke weergave be- oogt met een vooraf gedefinieerde in- houd voor een of meer vooraf bepaalde toepassingen, en een nominale grond slag voor een kaartmodel, die een gra fisch verantwoorde weergave van een gebied beoogt, met een vooraf bepaalde inhoud. De voordracht werd afgesloten met een analyse van begripsontwikke- ling en bestandsopbouw in een aantal landen. De discussies na elke voordracht wer den steeds ingeleid door een referent. Er was ook een slotdiscussie onder lei- ding van de voorzitter van de Subcom- missie gis, prof. Molenaar. Uit deze discussies bleek onder andere het vol- gende. De term „landschap" in de dlm/dkm- terminologie werkt verwarrend (in Duitsland spreekt men nu misschien daarom over dom, Digitale Objekt- Modelle). Er zijn duidelijk verschillen- de opvattingen en ervaringen te consta- teren tussen vanouds kaartproduceren- de instellingen en bedrijven, en dien- sten die de digitale bestanden vooral ge- bruiken voor ruimtelijke analyses. De problemen van het objectgericht wer ken en denken (kan het wel, wat is de gebruiksafhankelijkheid van de defini- ties, wat is het praktische nut, wie draait op voor de kosten?) kwamen uit- voerig ter sprake. Het belang en de vormgevingsproblemen van de visuali- satie, via een permanent of vluchtig dkm, kwamen in de discussie minder aan de orde. Een samenhang met de af- beeldingsschaal en de thematische in houd werd wel onderkend, maar kon, ook door de veelheid van op de studie- dag naar voren gebrachte aspecten, niet verder worden uitgediept. De uitkomsten van deze studiedag wor den geevalueerd door de subcommissie gis van de ncg en kunnen dan uitmon- den in voorstellen voor nader onder- zoek. De teksten van de voordrachten en een verslag van de discussies worden opgenomen in de „Groene Reeks" van de Nederlandse Commissie voor Geo- desie, onder de titel „Digitale modellen van terrein en kaart". Deze publikatie verschijnt begin 1995 en is te bestellen bij het secretariaat van de ncg, Postbus 5030, 2600 ga Delft, telefoon 015 - 782819, fax 015 - 782745. Rene van der Schans AGDM '94 Workshop Alweer een Gis-conferentie - maar wel een zonder kleurrijke overheadsheets van de meest recente toepassingen Het bewustzijn van een tekort aan theoretische fundering voor gis groeit, en zo duiken dus hier en daar van die werkgroepen en conferenties op, die zieh aan modellen en concepten wijden. De isprs heeft nu een jonge werkgroep „Conceptual Aspects of gis" (Inter- commission wg iii/iv) onder leiding van Martien Molenaar (Wageningen) en Ryosuke Shibasaki (Tokyo). Over de eerste Workshop daarvan, Advan ced Geographie Data Modelling" (agdm) wil ik hier verslag doen. De Workshop vond plaats van 12 tot 14 September 1994 in Delft tussen middel- eeuws muurwerk; 36 deelnemers uit 11 landen bespraken 18 geaeeepteerde bij- dragen en een samenvatting. De inter nationale samenstelling berustte ook op de keuze van de vergaderdatum; eraan voorafgegaan waren het Symposium van de isprs Commission III in Mün chen, die een zitting wijdde aan deze werkgroep, en het 6th Symposium on Spatial Data Handling in Edinburgh, in welk verband meer de gegevensbank- problematiek centraal stond. De om- standigheid, dat bijdragen deskundig beoordeeld en streng geselecteerd wer den - voor iSPRS-bijeenkomsten nog lang niet vanzelfsprekend - leidde in hoge mate tot concentratie op drie spannende dagen. Themas Het spectrum van aangesneden disci- plines is breed. De informatica wordt voor ruimtelijke gegevensmodellen en bevragingstalen aangesproken, de geo- grafie voor modellen van de ruimte en de visualisatie daarvan; de psychologie draagt bij door ruimte- en tijdvoor- stellingen van de mens, en de geodesie levert haar bijdrage in nauwkeurigheid, generalisatie en gegevensuitwisseling. Daarbij vervagen de grenzen tussen de diseiplines, omdat het om een veelom- vattend concept voor een (eindig) mo del van de werkelijkheid gaat. 52

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1995 | | pagina 54