V-
A
tau
*fc
K
ANIA VJ
^nkctvnffHamen
Jen
Com Grovfelt
,m
trs
Uujbd
fo RkM
- v:-
?Ä*n» Tri.
lumlt Eschede de dtärtiite^mfures
4
1995-1
Imde
Rem/t
Hier Ifta.
T?\ Mitren
jMeerUnt
E'Arwtrf
Hermtel
trvottiu.
Ibßif ie ijnts
Les vr^mtj dicatves despkces(represatteet
cesce.JLirtf sotic cni ec quaranu miLc eis
A pks h"j>;^£*^eues CY.
Wt feint «td txrr U futirttme ptrtie Jvr. med Csamtt
>«J»leE»e2xs»^i
♦OOOL i»"X> <£"»00. _*ttoo
i1,
NGT GEODESIA
KARTOGRAFISCH TIJDSCHR1FT
terrein is een duim in de kaart (denk
bijvoorbeeld eens aan de nog steeds ge-
bruikte schalen gebaseerd op de ver-
houding tussen inches op de kaart en
mijlen in werkelijkheid!).
Gebruik van een verhoudingsgetal lag
hierbij niet voor de hand. Wanneer op
een kaart zou staan dat 1 duim op de
kaart 10 000 duim in werkelijkheid
was, dan moest een ingewikkelde bere-
kening worden gemaakt. Immers, voor
kleine afstanden gebruikte men tim-
mermansmaten die geen verband had-
den met afstandsmaten in het terrein,
zoals mijlen en uren gaans. De precieze
waarde van elk van deze maten verschul
de van gebied tot gebied, soms zelfs van
stad tot stad. Een schaal van 1 10 000
zette de gebruiker voor een groot pro-
bleem. Had hij op de kaart een afstand
van i duim gemeten, dan wist hij wel
direct dat dit in het terrein 10 000
duim was. Maar zo'n waarde zei de ge
bruiker niets. Voor dergelijke afstanden
werden roeden, of zelfs mijlen gebruikt.
Hij stond dus voor het probleem uit te
rekenen hoeveel roeden er in 10 000
duim gingen (zie kader).
StiJes
JiQltr JTtniu 1-
Ulli «,i t
*1
TP
Van Langren en tachtig jaar later Cruquius waren met hun
verhoudingsgetallen op kaarten hun tijd ver vooruit. Op de
andere kaarten van hun tijd werd de schaal alleen door
middel van een schaalstok aangegeven. Zo'n schaalstok gaf
de lengte van een geheel aantal roeden of mijlen op de kaart.
De werkelijke afstand kon men door middel van een passer
bepalen. Men zette bijvoorbeeld de beide benen van de pas
ser op de uiteinden van de schaalstok en keek vervolgens hoe
vaak deze afstand tussen de punten kon worden gezet, waar-
van men de afstand wilde weten. De verhouding tussen de
lengte van de schaalstok en de werkelijke lengte (de schaal
van de kaart dus) was bij deze methode voor de gebruiker van
geen belang. De ingewikkelde wijze waarop Van Langren en
later Cruquius hun verhoudingsgetal aan het publiek duide-
lijk trachten te maken, wijst erop dat zij eigenlijk al wisten
dat de gebruikers van de kaart er niet mee uit de voeten
zouden kunnen.
Bij de constructie van de kaart heeft de landmeter of kaart-
tekenaar mogelijk wel een bepaalde verhouding gebruikt.
Deze verhouding zal waarschijnlijk gebaseerd zijn op het
niet-metrieke maatstelsel, bijvoorbeeld een roede in het
Fig. 2.
Fragment van Van
Langrens kaart van
Brabant: de eerste
kaartschaal als
verhoudingsgetal
(foto: Stadsarchief
Antwerpen).
uius
de
Desondanks heeft Nicolaes Cruq
00k in zijn latere werk, na 1713,
verhoudingsschaal 1 10 000 toegepast:
de kaart van de rivier de Merwede van
Loevestein tot Sliedrecht5). Later is
deze verkleind tot 1 50 000. Op deze
laatste kaart geeft Cruquius wel aan dat
hij het probleem van de verschillende
maten inziet. Behalve de mededeling
„de 50 duisent Roeden op de Kaart is
de lengte van 1 Roede", zien we bij de
schaalstok van 1900 „Rhynlandse, E)elf,
en Schielandse Roeden" nog diverse
toelichtingen, zoals „de 1970 Roeden
doen Een Duytse Myl", „de 22 Rhyn
landse doen 20 Zuid Hollandse Roe
den". De schaalstok van 4 Duitse
mijlen („Een Duytse Myl 32 Stadien of
4 minute Latitude") Staat vermeld
„Zynde 00k 4 Italiaanse Mylen yder
1000 Passen, de 3 Mylen een Üur gaans,
Zynde 591/1000 Rhynl. Voet". Zijn
kaart van het eiland Goeree uit 1733
kreeg dezelfde schaal 1 50 000.
12 duim is 1 voet, 12 voet is een roede, dus 1 roede 144
duim: 10 000 duim is 833 1/3 voet of bijna 69 1/2 roede.
Tussen roeden en mijlen is er geen relatie. 1 Duitse mijl
1966,2 Rijnlandse roede, volgens de waarden die W. C. H.
Staring geeft De binnen- en buitenlandsche matengewich
ten en munten van vroeger en tegenwoordig; 1902, herdruk:
Arnhem 1980). Cruquius zelf houdt de waarde van 1970
roeden in een mijl aan.