..,.L A'| N g-—"5^ T::: iR Y 'g'y'-1
-.( - ,^'Malde eem.
NGT GEODESIA KARTOGRAFISCH TI]DSCHRIFT
1995-1
I 71
Heer Am» -K
- B y\ iR O N %m
oll van M
Brooks ende .v'Vwr. JSr^-yjjjnTifi««»j
1.1t irr
wmif
In de jaren 1790 - 1798 onrwierp een
commissie van wis- en natuurkundigen
in opdracht van de Franse regering een
nieuw stelsel van maten en gewichten:
het metrieke stelsel. Vanaf 1820 was dit
stelsel in gebruik in Nederland (en
Belgie). Met dit systeem lag een notatie
van de kaartschaal als verhoudingsgetal
eigenlijk voor de hand. Wellicht de
eerste gedrukte kaartserie met regel-
matig oplopende verhoudingsgetallen
is de „Atlas" bij het rapport van de
„Commissie, belast met het onderzoek
naar de beste rivierafleidingen" uit
1825. Deze Atlas bestaat uit 10 kaarten
in 25 bladen op schalen 1 10 000,
1 20 000, 1 50 000 en 1 100 000.
Dit rapport wordt direct gevolgd door
de eerste gedrukte serie Topografische
Kaarten op schaal 1 10 000, namelijk
de Rivierkaart, uitgegeven vanaf 1829
[2]Weliswaar was al in 1822 het advies
gegeven om een Topografische Kaart
op schaal 1 10 000 samen te stellen op
basis van kadastrale plans, aangevuld
met terreinopname door militaire ver-
kenners, maar deze kaart zou slechts
als basiskaart moeten dienen voor een
gedrukte kaart 1 50 000. De Topo
graphische en Militaire Kaart van het
Koningrijk der Nederlanden, die uit-
eindelijk tussen 1850 en 1864 in 62
bladen werd uitgegeven, had de schaal
1 50 000 [3]. In 1866 werd deze kaart
gevolgd door de Chromo-Topographi-
sche Kaart des Rijks (de zogenaamde
Bonne-blaadjes) op schaal 1 25 000
en uiteindelijk verscheen in 1953 het
eerste blad van de Topografische Kaart
1 10 000 [4]
Fig. 3.
De gebruikelijke
wijze van het
aanduiden van de
schaal van een
kaart.
Schaalstokken op
Hattinga 's kaart
van Staats-
Vlaanderen
1744/45
('s-Gravenhage,
Algemeen Rijks-
archief, afd. Kaar
ten en Tekeningen,
Inv. Aanw. 201).
Literatuur
[1] Postma, C., Kaart van Delfland 1712. Alphen aan den
Rijn, Canaletto, 1977. Facsimile van 't Hooge Heem-
raedschap van Delflant Nicolaes en Jacob Kruikius,
1712. 25 bladen; en de overzichtskaarten in 1 blad van
1712 en 1750. 2e druk 1988.
[2] Koeman, C., Handleiding voor de Studie van de topo
grafische kaarten van Nederland 1750 -1870.
Groningen, J. B. Wolters, 1963. 124 p. met 5 bladwijzers.
Herdruk: Educaboek, Culemborg 1978.
[3] Geudeke, P., K. Zandvliet, Inleiding (bij de) Grote
Historische Atlas van Nederland 170 000. Wolters-
Noordhoff Atlasprodukties, Groningen 1990.
[4] Blad 51A Zuid, aankondiging in Tijdschrifi van het
Koninklijk Nederlandsch Aardrijkskundig Genootschap
70 (1953), p. 254 - 255. Met dank aan R. Braam voor
deze verwijzing.
Noten
1) Van Langren was ook de eerste die de datumgrens op een kaart (i.e. een
globe) aanbracht en die een kaart van de maan met toponiemen tekende.
Zie over hem: Krogt, P. van der, Globi Neerlandici: Theproduetion of globes
in the Low Countries, p. 263 - 267, Utrecht, 1993.
2) [Tabula ducatus Brabantia continens Marchionatum Sacri Imperii et
Dominium Mechliniense] Michiel Florent van Langren. [Brüssel?: s.n.,
ca. 1625?]. 1 kaart in 4 bladen: kopergravure, ca. 75,5 x 89 cm. Ex.
Antwerpen, Stadsarchief, Port. 40A, no. 4. De bekende kaarten in de
atlassen van Blaeu (sedert 1635) en Hondius-Janssonius zijn van deze kaart
afgeleid.
3) Descriptio Dioeceseos Archiepiscopatus Mechliniensis Ex Adversarijs
Geographicis Iacobi Florentij van Langren Michael Florentius Langrenus
Cosmographus et Math. Regis Richardus Collus letteras in aes incidit.
1 kaart in 2 bladen; kopergravure, totaal 51x91 cm. Ex.: Amsterdam,
Rijksprentenkab.; Brüssel, Algemeen Rijksarchief, Kaarten, plattegr. en
plans, inv. Gachard no. 183.
4) De Latijnse tekst is: Vrbes et pagi aliaque superius exhibita, quae in häc
cartä papyraceä, v.c. pedem vnum a se invicem distare videntur; reipsä in
agro centies decies et quater millenos ac quingentos (114 500) pedes distant.
Idemque de alys mensuris judicium est.
5) Deze kaart is een van de case-studies in het promotie-onderzoek van
drs. P. P. W. J. van den Brink. In zijn proerschrift zullen meer achter-
gronden te vinden zijn over Cruquius en de relatie tussen zijn werk en de
19c eeuwse Rivierkaart 110 000.