KARTOGRAFISCH TIJDSCHRIFT
I995-XXI-2
zondering van de tekst en de hoogtege-
gevens. Ook de kaartrand-informatie
(legenda, randschrift en cover) worden
nog handmatig toegevoegd. Voor het
kaartschrift geldt een herzieningsme-
thode. Hierbij worden op de films van
het kaartschrift van de vorige editie de
vervallen namen verwijderd en de
gewijzigde of nieuwe namen bijgemon-
teerd. Dit geschiedt aan de hand van
een aanvullend namenmodel. Ook de
hoogtegegevens van de vorige editie
worden bijgewerkt en later met de
andere deelstukken van de kaart
gecombineerd (figuur 6).
Kaartserie 1:50.000/TOP50vector
De kaartserie op de schaal 1:50.000
wordt door middel van generalisatie
direct afgeleid uit de kaart/bestand
1:10.000. Er wordt geen nieuwe infor-
matie ingewonnen, zodat de feitelijke
ouderdom van de gegevens wordt
bepaald door de actualiteit van de
1:10.000. Met de produktie van de
kaartserie 1:50.000 kan worden begon
nen zodra de basiskaart c.q. TOPiovec-
tor voorhanden is. In het analoge tijd-
perk werden steeds nieuwe gravures
gemaakt en nieuwe pelfilms. Alleen
voor de schriftmontage werden oude
stukken gebruikt, welke werden aange-
vuld en verbeterd. Hoewel er in het
verleden proeven zijn gedaan met het
herzien van de gravures, in de vorm van
dooretsen van deelgravures 1:50.000, is
deze methode nooit operationeel
geworden. De reden daarvoor is dat
met naar drukkleur gescheiden deelgra
vures werd gewerkt. De procedure van
het vervaardigen van wegneemmodel-
len naar kleur en de eis dat de aanvul-
lende gravures weer exact een geheel
moesten vormen en in elkaar moesten
passen (lijnen van verschallende kleur
liggen pal tegen elkaar) leverden een
dusdanig complexe werkmethode op
dat er geen tijdwinst werd geboekt ten
opzichte van het geheel nieuw grave-
ren. Bovendien werd de lijnkwaliteit
sterk minder.
In het voortraject, het vervaardigen van
de generalisatiemodellen, was en is wel
sprake van herziening. Het generalisa-
tie/redactiemodel op de schaal 1:25.000
van de voorgaande editie wordt gedu-
pliceerd en vergeleken met de nieuwe
'gids', zijnde een verkleining van de
basiskaart c.q. TOPiovector tot de schaal
1:25.000. Te wijzigen delen worden
geschrapt (daar waar nieuwe of gewijzig
de topografie voorkomt). Dit 'schrap-
modeh dient als basis voor de herzie-
ningsgeneralisatie. Deze vindt plaats
Figuur ja.
Produktieschema
1:50.000
vectorbestand).
PRODUKTIE 1:50.000 (1)
wegen-
bestand
achtergrond:scan
voorgrond:
opbouw vector
bestand
generali
namen
satie
model
model
model
kod. model
ernaast
Werkstation
vectorbestand
opbouw lijnen bestand
lijnen kode
losse gebouwen
vlakkodes
controle programma's (check kodes, endpro)
opbouw Symbolen
programmatisch patronen (ult bljkode)
TVM: progr. vlakken maken
door het generaliserend optekenen/aanvullen van het model
volgens de vastgestelde generalisatierichtlijnen. Aldus ontstaat
een 'nieuw' generalisatiemodel. Van dit model wordt een
afdruk gemaakt dat als basis dient voor een coderingsmodel.
Dit model bevat codes en kleuren ten behoeve van het onder-
scheid van alle coderingen zoals deze straks in het digitaal
bestand dienen te worden opgeslagen. Dit model wordt hand
matig ingetekend (figuur 7a).
De volgende stap is het digitaliseren van het model op het
beeldscherm. Daartoe wordt het zwart-wit generalisatiemo
del gescand en als achtergrond op het beeldscherm weerge-
geven. Voorts wordt het reeds eerder gemaakte vectorbestand
over het rasterbestand afgebeeld. Dit vectorbestand bevat de
gecodeerde hartlijnen van wegen en spoorwegen van de vori
ge editie (dit bestand is in de jaren tachtig opgebouwd voor
geheel Nederland). Met behulp van het herziene generalisa
tiemodel als referentie op het beeldscherm (rasterbestand) en
het coderingsmodel (naast het beeldscherm) vinden aanvul-
lingen en Verbeteringen plaats of worden vervallen wegen
verwijderd. De codering wordt aangepast conform het code
ringsmodel. Vervolgens wordt de rest van de inhoud (die
voorheen nog niet digitaal voorhanden was) gedigitaliseerd.
De tekst en de hoogtegegevens worden nog handmatig ver
werkt. Voor de tekst wordt een wegneemmodel gemaakt
(met de tekst welke vervallen of gewijzigd is). Vervolgens
wordt een aanvullend namenmodel met zetlijst vervaardigd.
Deze modellen dienen als basis voor het monteren van het
aanvullende kaartschrift (figuren 7b en 8-1).
Een tweede methode welke in toenemende mate wordt
gebruikt, is het 'interactief generaliseren'. Hierbij wordt geen
handmatig model meer gemaakt, maar wordt direct achter
15