Soorten kaarten
Leesbaarheid
Fietskaarten worden niet gelezen in een
goed geveerde auto, maar op een hob-
belige weg. Dat vereist dat de kaart een
hoge drukkwaliteit heeft. Niet teveel
verschillende lettertypes, een duidelijk
kleurcontrast en een goede grootte van
belettering maken een kaart tijdens het
fietsen prettig leesbaar. Heiaas merkten
we tijdens het onderzoek ook dat er
(gelukkig) sporadisch, onzuiver werd
getekend. Wat te denken van een weg
die volgens de kaart over een kanaal
heen gaat en in werkelijkheid vöör het
kanaal eindigt in een doodlopende
weg. Is hier bij de kartograaf, net als bij
de fietser, sprake van wishful thinking?
KARTOGRAFISCH TIJDSCHRIFT
I995-XXI-2
Verkeersinformatie
Hiermee wordt niet de eindeloze rij
meldingen over files bedoeld, maar de
informatie die de fietser van de kaart
kan halen om eeri zo rüstig mogelijke
route uit te zetten. Vrijliggende fietspa-
den, liefst nog zonder brommers, zijn
dingen waar fietsers van smullen.
Datzelfde geldt voor fietspaden längs
spoorbruggen, maar ook informatie
over wegen waar niet over gefietst mag
worden is nodig. Dat geldt ook voor
met nummers aangegeven paddestoe-
len en wegwijzers, soms ook voor het
met naam aangeven van landwegen.
Relief kan op verschillende manieren
aangegeven zijn: met hoogtelijnen (dat
is voor fietsers moeilijk te lezen) en met
pijltjes die aangeven hoe steil een heu-
vel is. Behalve met pijltjes geeft de
Michelinkaart ook de hoogte in cijfers
aan. In het buitenland is dit gemakke-
lijk wanneer de heuvel niet al te steil is,
maar wel langzaam naar een enorme
hoogte klimt. De fietser is dan een
gewaarschuwd mens.
Topografische informatie
De fietser die naar een gebied gaat waar
hij/zij wat minder thuis is, zal graag wil
len weten wat hem/haar daar te wach
ten Staat. Zijn er veel Steden, dorpen,
buurtschappen? Is er (zwem)water in de
buurt, is het bosrijk, zijn er militaire
oefenterreinen (beperkt toegankelijk),
vliegvelden enzovoort? Zijn er dijken
längs de rivier van waar je een mooi uit-
zicht hebt over het omringende land?
Gezien de veelheid aan informatie die
op veel kaarten Staat kan men zieh
afvragen of een (beginnende) fietser alle
in de kaart verwerkte informatie zal
opmerken.
Toeristische informatie
Afhankelijk van de opdrachtgever zal er
op een kaart veel of weinig toeristische
Figuur 1.
Stadsplattegrond
voor fietsend
Amsterdam.
Citoplan,
Fietsersbond enfl>,
mei 1992.
informatie staan. De routes en kaarten van Dwarsstap (de
bewerkte kaarten van de Topografische Dienst) zijn wars van
toeristische informatie, maar geven voor een goede kaartlezer
veel informatie. Een VW-kaart werkt juist met veel informa
tie, op de achterzijde van de kaart gedrukt, terwijl op de
voorzijde van de kaart volstaan wordt met de Symbolen.
Bruikbaarheid als serie
Wil men verschillende exemplaren van een kaartserie gebrui-
ken, dan moeten de aangrenzende delen elkaar enkele kilo-
meters overlappen. Als zuinige Nederlanders willen we
natuurlijk niet een te grote overlap. Kaarten die precies aan
elkaar grenzen zijn soms moeilijk aan elkaar te leggen.
Helemaal erg is het als er lacunes tussen twee naast elkaar
hörende bladen zijn (ja, ja dat komt voor!!). Deze zijn dan
niet als serie te gebruiken. Het liefst zie ik een serie helemaal
als een geheel uitgevoerd met hetzelfde kaartbeeld.
Men kan diverse soorten kaarten onderscheiden. Natuurlijk
heb je er als fietser behoefte aan om in je eigen stad of dorp
de weg te kunnen vinden. Hiervoor gebruik je een
(stads)plattegrond. Amsterdam is de enige stad met een echte
stadsplattegrond voor fietsers. Op deze kaart worden autolu-
we routes aangegeven, zijn fietspaden duidelijk herkenbaar
en Staat op de achterkant informatie over het huren en stal
len van fietsen (figuur 1)
Bij omgevingskaarten hanteren de meeste kartografen als uit-
gangspunt blijkbaar de overweging dat de drukste wegen het
feist gekleurd moeten zijn. Rüstige wegen, die juist uiterma-
te geschikt zijn om op te fietsen, zijn wit of geel. Toch kan
men ervoor pleiten om de fietspaden en rüstige plattelands-
wegen extra te laten opvallen. De Bielefelder Verlag Anstalt
(bva) heeft samen met de Allgemeiner Deutsche Fahrradclub
(ADFC) een systeem ontwikkeld waarbij rüstige weggetjes fei
gekleurd zijn. Daar moet je de eerste dag van de vakantie
altijd weer even aan wennen. De nieuwe serie van de BVA
heeft een grovere schaal (1:150.000 in plaats van 1:100.000)
en geeft alleen de bewegwijzerde fietsroutes gekleurd aan. De
overige wegen zijn wit en verraden door dikte alleen nog iets
over een mogelijke verkeersintensiteit.
De fietskaarten van de Verkehrsclub Schweiz (VCS) geven wel
die verkeersintensiteiten aan. Ook hier zijn wegen zonder al
te veel verkeer fei gekleurd. De wegen met veel autoverkeer
zijn wit (figuur 2).
21