a
tilde
cedille
hacek
a
Corona
macron
breve
trema
aigu
grave
circonflexe
'a
spiritus
ae
ligatuur
ogonek
Terminologie
KARTOGRAFISCH TIJDSCHRIFT
I995-XXI-2
schriftsoorten in het Latijnse alfabet. In
de V.N.-terminologie wordt dit proces
'romanization' genoemd, in het Neder-
lands romanisering. De meeste wester-
se landen hebben voor deze processen
eigen Systemen ontwikkeld. Zo wijken
bijvoorbeeld de Duitse, de Brits-
Amerikaanse, de Franse en de Italiaanse
omzettingen van het Russische cyrillische
schrift van elkaar af met als gevolg dat tal-
rijke schrijfwijzen voorkomen. Bij con-
versie kunnen twee methoden worden
gevolgd. In het geval van talen met een
alfabetisch schrift kan transliteratie wor
den toegepast; dat is een omzetting van
letter in letter, een proces dat omkeerbaar
is. Bij niet-alfabetische schriftsoorten
(zoals het Chinees) of bij schriftloze talen
wordt transcriptie gevolgd; dat is een
fonetische conversie waarbij de namen
volgens de uitspraak worden omgezet.
Om aan de heersende verwarring een
einde te maken streeft de UNGEGN naar
een uniform romaniseringsysteem voor
elke taal die geen Latijns alfabet
gebruikt. Tevens huldigt zij het zoge-
naamde donor- of source-(= herkomst-)
principe volgens hetwelk het land waar-
van de namen geromaniseerd moeten
worden, beslist hoe dit zal geschieden.
Daarmee wijkt zij af van de opvatting van
de Engelstalige lidstaten die al lange tijd
hun eigen conversiesystemen gebruiken
en derhalve voorstanders zijn van het
'receiver principle' dat wil zeggen dat het
ontvangende land beslist.
De UNGEGN-werkgroep die zieh met
deze problematiek bezighoudt heeft
onder leiding van bekwame voorzitters
(achtereenvolgens prof. dr. J. Breu (Oos-
tenrijk), dr. E. Földi (Hongarije) en dr.
G. Quinting (V.S.), overeenstemming
bereikt over de romanisering van de vol-
gende schriftsoorten: Amhari, Bulgaars-
Cyrillisch, Chinees, Farsi, Grieks, He-
breeuws, Khmer, Koreaans (Zuid-
Korea), Russisch-Cyrillisch, Servisch-
Macedonisch- Cyrillisch en Thai. AI
deze conversiesystemen zijn in de loop
der jaren bij resoluties van V.N.-conferen-
ties internationaal aanvaard. In Japan is
men het niet eens geworden over een
uniform romaniseringsysteem, evenmin
als in de Arabische wereld. Ook tussen
Noord- en Zuid-Korea bestaan nog
meningsverschillen.
De vierde V.N.-conferentie (1982) advi-
seerde de lidstaten om, wanneer eenmaal
een uniform conversiesysteem is aange-
nomen, dit ook te gebruiken en van eigen
Systemen af te zien. Over het algemeen
verliep de aeeeptatie door de lidstaten van
internationaal aanvaarde Systemen dan
ook geruisloos. De Engelstalige wereld
Diakritische
tekens.
o
die sedert jaar en dag haar eigen conversiesystemen gebruikt
voelt hier echter weinig voor. In 1977 verzette het Engels spre-
kende blok zieh dan ook tegen het door China aan de V.N. voor-
gelegde Pinyin romaniseringsysteem, een verzet dat overigens
later werd opgegeven.
Een soortgelijke situatie, maar dan veel heftiger, deed zieh
tien jaar later voor toen de Sovjetunie haar conversiesys
teem, bekend als 'Gost 1983', introdueeerde dat evenzeer
van het Brits-Amerikaanse afweek. Ditmaal bleven de
Engelstaligen onverbiddellijk. De Amerikanen trachtten
de afwijzing van het Sovjetrussische systeem te bewerkstel
ligen door inschakeling van de NAVO, die de Engels-
Amerikaanse conversie volgt. De conferentie wees de
poging tot militaire inmenging echter resoluut van de
hand en het Gost-1983-systeem werd met een overigens
kleine meerderheid aangenomen. Dus het donor- of her-
komst-prineipe had gezegevierd. De Engelstalige wereld
wees in haar afwijzing van het Gost-1983-systeem op de
miljoenen veranderingen die bij aanvaarding ervan op
haar kaarten en gazetteers zouden moeten worden aange
bracht en op de enorme kosten daaraan verbonden. Daar
een dergelijk proces geruime tijd zou vergen en niet alle
documenten tegelijk zouden kunnen worden gewijzigd,
zou verwarring dreigen daar oude namen naast nieuwe
zouden blijven voorkomen. Het is daarom waarschijnlijk
dat het Engels sprekende blok een eigen koers zal blijven
volgen. Dit möge onder meer blijken uit de recente
Amerikaanse publikatie getiteld Romanisation Systems and
Roman Script Spelling Conventions (1994), waarin de BGN
alle 28 in overleg met de Britse PCGN vastgestelde romani-
seringssystemen heeft verzameld, zonder verwijzing naar
de conversies die door de V.N. zijn aangenomen.
Intussen zijn van de politieke ontwikkeling in Midden- en
Oost-Europa verstrekkende gevolgen te verwachten. In de
eerste plaats zijn talrijke namen veranderd. Teneinde te voor-
zien in de wereldwijde vraag naar informatie op dit punt,
geeft de BGN sedert 1992 het nuttige Foreign Names
Information Bulletin uit. Vervolgens heeft het Gost-1983-sys-
teem door de politieke omwenteling aan betekenis ingeboet.
In 1994 is voor het Oekrains-Cyrillisch schrift, dat op enke-
le punten van het Russisch-Cyrillisch verschilt, een afwij-
kend conversievoorstel bij de UNGEGN ingediend. Voorts
hebben vijfvroegere Centraalaziatische Sovjetrepublieken de
wens geuit te willen overgaan op het Latijnse schrift. In
Moldavie zou deze verandering al bekrachtigd zijn.
Reeds tijdens de eerste besprekingen van de ad hoc Group of
Experts in de jaren i960 bleek behoefte te bestaan aan een
gemeenschappelijke vaktaal, begrijpelijk voor deskundigen met
uiteenlopende achtergronden uit verschillende taalgebieden. In
samenwerking met het secretariaat van de V.N. Steide de Group
of Experts in de jaren i960 een concept verklärende woorden-
lijst samen die in 1972 aan de tweede V.N.-conferentie werd aan-
geboden. In de loop der jaren groeide deze lijst uit tot een 115
termen teilende dictionaire die in 1984 onder de titel Technical
Terminology in the Standardisation of Geographical Names in de
zes V.N.-talen door het V.N.-secretariaat werd uitgegeven. Daar
de betekenis van bepaalde termen in het gebruik aan verande
ring onderhevig is en zieh bovendien steeds nieuwe termen
aandienen wordt deze lijst voortdurend bijgesteld.
29