Training Cursussen Landennamen Toponymie Guidelines Exoniemen lyyyxxi-i KARTOGRAFISCH TIJDSCHRIFT Van meet af aan werd op de UNGEGN-vergaderingen aange- drongen op het houden van introductiecursussen in de topo- nymie, in het bijzonder voor topografen belast met de verza- meling van namen ('Field collection) in Derde-Wereldlanden. In 1973 riep de UNGEGN een werkgroep in het leven met de opdracht programma's voor dergelijke cursussen op te stellen, docenten en middelen ter financiering te zoeken en gastlanden te vinden die bereid zijn om de cursussen te huisvesten. De opdracht bleek moeilijker dan was verwacht. Toponymie was een onbekende materie waarin autoriteiten en instanties aar- zelden te investeren. Het duurde tot 1982 alvorens in In donesie met hulp van de Wereldbank voor deelnemers uit de Asia South-East and Pacific-South- West Division een experi- mentele trainingcursus kon worden gehouden. De cursus kwam uiteindelijk tot stand onder auspicien van de Ver- enigde Naties door gezamenlijke inzet van het ITC te Enschede en Bakosurtanal, de civiele karteringsdienst in Indonesie. Het experiment slaagde! Onder leiding van een internationaal team van docenten werden de cursisten (30 in getal) in een eerste week theoretisch in de materie ingewijd terwijl hen vervolgens in de tweede week gelegenheid werd geboden kennis te maken met het terreinwerk. Het succes van deze eerste cursus werkte inspirerend. Reeds in 1983 vond een tweede cursus plaats, ditmaal voor de Arabic Division in Marokko en gefinancierd door de V.N. Ander-maal was het ITC nauw bij de organisatie betrokken. Nu was het hek definitief van de dam en kort na elkaar volg- den er cursussen in Ecuador, Panama, Honduras, Canada, de Verenigde Staten, voor de tweede maal in Indonesie en tweemaal in Zuid-Afrika. In totaal maakten op deze bijeen- komsten circa 500 deelnemers, werkzaam bij kaarterings- diensten, nader met de toponymie kennis. Dit is een bemoedigend resultaat, maar het zal duidelijk zijn dat een kennismaking van twee weken niet diep kan gaan. Field col lection of names is een gecompliceerde materie, waarvoor zowel taalkundige als enige geografische kennis vereist is. De Verenigde Naties hebben daarom bij herhaling lidstaten aangespoord naast introductiecursussen cursussen voor meer gevorderden te organsiseren en voorts om toponymie op te nemen in universitaire studieprogramma's. Verschil iende landen waaronder Canada, Finland en Israel hebben aan deze laatste aanbeveling gehoor gegeven. Als gevolg van de vele sedert de Tweede Wereldoorlog door dekolonisatie zelfstandig geworden staten werd in 1973 een werkgroep 'Landennamen' gecreeerd. Deze werkgroep heeft onder Franse leiding een bulletin geproduceerd in de zes V.N.- talen met de namen van alle landen en territoria die voorko- men in publikaties van de V.N. Het bulletin geeft de volledige officiele namen voorkomende in bijvoorbeeld tractaten en ver- dragen (Republica Argentina, Commonwealth of Australia) naast de populaire in het dagelijks gebruik gebezigde vormen (Argentina, Australia). Wanneer de officiele taal van het ver melde land niet behoort tot een van de zes V.N.-talen zijn de offi ciele respectievelijk alledaagse namen 00k in de landstaal weer- gegeven (Koninkrijk der Nederlanden - Nederland; Jamhuri ya Kenya - Kenya). Het zal duidelijk zijn dat als gevolg van de recente politieke ontwikkelingen in Midden- en Oost-Europa het bulletin Landennamen herziening ondergaat. Terwijl Nederlandse UNGEGN-leden zieh inspanden voor trainingeursussen waren het de Oostenrijkers die in 1979 een document lanceerden waarmee hoog gescoord werd. Het waren de Toponymie Guidelines oftewel 'Richt- lijnen voor de spelling van aardrijks- kundige namen' waarin voor buiten- landse gebruikers bijzonderheden en achtergronden werden verstrekt over de nationale naamstandaardisering in Oostenrijk. Het initiatief werd zeer gunstig ontvangen en op aansporing van de V.N. volgden reeds meer dan 30 lidstaten het Oostenrijkse voorbeeld. Verschillende onder hen, zoals Neder land, Oostenrijk en Zuid-Afrika, heb ben reeds meerdere herzieningen van hun richtlijnen het licht doen zien. Betreffende de inhoud van deze richt lijnen wordt door de UNGEGN aanbevo- len gegevens op te nemen over onder andere de talen die in het land worden gesproken - officiele en minderheidsta- len - hun wettelijke Status, hun verbrei- dingsgebieden, hun alfabetten, spel ling- en uitspraakregels. Vermelding van instanties die zieh met naamstan- daardisatie bezig houden is evenzeer gewenst. Voor richtlijnen die zieh met minderheidstalen bezighouden kan worden gewezen op het Franse voor beeld dat regels bevat voor de schrijf- wijze van Duitse, Baskische, Bretonse en Vlaamse namen en voor namen op Corsica. Door publikatie in het V.N.-periodiek World Cartography en in de UNGEGN- Newsletters alsmede door presentatie op diverse V.N.-conferenties wordt aan de richtlijnen ruime bekendheid gegeven. Behalve voor buitenlandse gebruikers zijn zij op nationaal niveau uitermate nuttig voor het onderwijs, de media, ruimtelijke ordening, toerisme en sta- tistiek. Terecht worden zij tot de belangrijkste resultaten van het werk van de UNGEGN gerekend. Het zal niet verbazen dat de UNGEGN zieh 00k met het exoniemenprobleem bezighoudt. Onder exoniemen worden namen verstaan voor geografische objecten buiten het eigen taalgebied die afwijken van de inheemse namen zoals Milaan voor Milano, Lissabon voor Lisboa, Venetie voor Venezia (zie figuur 4) of Monaco (als Italiaanse vorm) voor München. Bij nadere ver- kenning blijkt het verschijnsel exonie-

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1995 | | pagina 32