i995-XXI-2 KARTOGRAFISCH TIJDSCHRIFT Beseft wordt dat leden van hun werkge- vers steeds minder gelegenheid krijgen om zieh via de NVK te profileren. Indien de vergadering instemt met het voorstel wordt het bestuur, vooruitlo- pend op de mogelijke noodzakelijke aan- passing van de Statuten van de vereni- ging, beperkt tot vijf leden. Op een volgende ledenvergadering kan na goed- keuring de nieuwe bestuursstruetuur officieel worden. Russchen opende de discussie met de opmerking dat hij zieh kon vinden in het voorstel, maar dat de tweede bestuurs- laag geen 'echt' bestuur is, benoemd door de ledenvergadering. Volgens de Statuten kan dit niet. Bestuursleden zijn handelingsbevoegd en kunnen verplich- tingen aangaan en worden uitsluitend door de ledenvergadering benoemd. Zijn advies was wel een tweede laag in te stellen, maar deze geen bestuur te noe- men maar bijvoorbeeld adviesraad, ver- enigingsraad of bestuursraad. Ras ondersteunde de voorgestelde wij- ziging van Russchen en benadrukte dat de werkgroepen zelf een vertegenwoor- diger zouden moeten voordragen. E.S. Bos bracht hierop naar voren dat het bestuur met het voorstel niet over een nacht ijs is gegaan. Het probleem ligt vooral in de juiste benaming voor de tweede bestuurslaag. Ras voegde hieraan toe dat het nu wel- licht niet nodig is om de Statuten aan te passen. Verder merkte hij op dat hij vijf leden voor een kernbestuur wel erg weinig vond. De voorzitter antwoordde dat het juist de bedoeling is de actieve onderdelen er nauwer bij te betrekken. Kraak bracht naar voren dat de werkgroe pen een voordracht kunnen doen voor een vertegenwoordiger die op de ledenvergade ring wordt gekozen. Hierop reageerde Russchen door te stellen dat dit strijdig is met artikel 14 van de Statuten waarin Staat dat kandidaten niet uit een bepaalde werk- groep afkomstig hoeven te zijn, maar alleen lid hoeven te zijn. Van der Steen vroeg zieh vervolgens af of een werkgroep-vertegenwoordiger altijd de voorzitter van de werkgroep moet zijn. De voorzitter antwoordde hem dat dit niet het geval hoeft te zijn. De vertegen woordiger moet in ieder geval wel NVK-lid zijn. Geconcludeerd werd dat de benoe- mingsprocedures voor de vertegenwoor- digingen in de tweede bestuurslaag nog enige uitwerking behoeven. Mw Van Raaij vroeg zieh af of er een garantie is dat het kernbestuur, waar de feitelijke bestuurlijke macht ligt, een representatieve vertegenwoordiging van de leden betreff Voorzitter mw. Hoogendoorn-Beks benadrukte dat met het 00g hierop de zittingsperiode van de bestuursleden is teruggebracht. Russchen constateerde dat het beeld dat de voorgestelde kandidaten voor de bestuursvacatures oproept hiermee niet in overeenstemming is. Hij vroeg zieh verder af hoe de verantwoordelijkheid voor de verenigingsfondsen bij het algemeen bestuur is ondergebracht. De voorzitter antwoordde hem dat de financiele verantwoordelijkheid voor de fondsen bij de penningmeester ligt. Volgens Hameleers kan het kernbe stuur 00k vervallen als het algemeen bestuur vervalt. Verder vroeg hij zieh af of een vertegenwoordiger meerdere petten op kan hebben. De voorzitter antwoordde dat dit inderdaad het geval kan zijn. Russchen bracht nog naar voren dat volgens het voorstel het kernbestuur uit haar midden een vice-voorzitter kiest. Volgens de Statuten wordt een vice- voorzitter echter door de ledenvergade ring in funetie benoemd. De voorzitter reageerde hierop door aan te geven dat de zinsnede inmiddels uit het voorstel is verwijderd. Smeulders betoogde vervolgens dat het voorstel van het bestuur het formalise- ren van een bestaande situatie betreft. Er is een jaarlijks werkgroepenoverleg. Er verändert verder niet zo veel. Een kernbestuur van vijf leden geeft boven- dien onvoldoende mogelijkheden voor een goede afspiegeling van de NVK- leden. Het merendeel van de bestuurs leden is academicus en afkomstig uit het hogere kader, terwijl de leden voor slechts 11 procent academicus zijn. Verder zou het bestuur zieh volgens hem bedienen van 'handje klap'. Hij verklaarde tegenstander te zijn van het voorstel. De werkvloer moet er nauwer bij betrokken worden. Voorzitter mw. Hoogendoorn-Beks, persoonlijk geraakt door de woorden van Smeulders, antwoordde dat het bestuur verantwoording aflegt aan de ledenvergadering en dat er absoluut geen 'handje klap' plaatsvindt binnen het bestuur. De ledenvergadering con- troleert het bestuur. Het blijkt dat het uitermate moeilijk is om de werkvloer er op bestuursniveau nauw bij te betrekken. Deze leden blijken hiervoor weinig gelegenheid te krijgen. E.S. Bos betreurde het dat er gesproken werd over een hoger kader. Dat is uit de tijd. De bestuursleden worden beoor- deeld op hun kwaliteiten voor het func- tioneren binnen het bestuur. Tegen- woordig komt het aan op de public relations en de vertegenwoordiging naar buiten toe (contacten met geö deten, KNAG, enz.). De titels zijn niet van belang, maar wel de contact-net- werken. Smeulders kon zieh wel vinden in deze redenering, maar vroeg zieh nog steeds af waarom het kernbestuur uit siecht vijf leden zou moeten bestaan. De voorzitter antwoordde dat de taken met vijf bestuursleden in combinatie met een adviesraad goed uit te voeren zijn. Ormeling senior bracht naar voren dat het niet verstandig is om de voorzitter al na 1 termijn uit het bestuur te verwij de ren. Nog een termijn kan erg nuttig zijn. De voorzitter antwoordde dat een ex- voorzitter aanspreekbaar blijft. Een voorzitter heeft er doorgaans geen behoeffe aan om na zijn of haar termijn nog een termijn te dienen in het bestuur in een andere funetie. De heer E.S. Bos bracht hier tegen in dat dit na een perio- de van vier of acht jaar (de huidige situ atie) anders ligt dan bij een termijn van twee jaar. De voorzitter beeindigde vervolgens de discussie rond het voorstel voor de nieu we bestuursorganisatie met te conclude- ren dat nog een aantal zaken, zoals de benoemingsprocedures en de naamge- ving van de tweede bestuurslaag, nadere uitwerking behoeven en dat de juridi sche consequenties moeten worden nagegaan. De heer E.S. Bos vroeg vervolgens de vergadering wat concreter te zijn en Stei de voor het voorstel van het bestuur in stemming te brengen. Op de vraag van mw. Van Raaij dat alle leden van een stemming op de hoogte hadden moeten worden gebracht ant woordde de voorzitter dat het voorstel aan alle leden is toegestuurd en aange- zien het onderdeel uitmaakt van de agenda een stemming in de verwachting lag. Voorzitter Hoogendoorn-Beks bracht vervolgens het voorstel in stemming door aan te geven dat het voorstel nog getoetst moet worden op de consequen ties voor de Statuten (vooralsnog gaat het alleen om de benoemingstermijnen) en dat nog extra aandacht geschonken moet worden aan de naamgeving voor de tweede bestuurslaag en aan de benoe mingsprocedures. Het is tevens de bedoeling voor te sorteren op de nieuwe situatie en het bestuur ten tijde van deze vergadering te beperken tot vijf leden. De stemming resulteerde in drie stem men tegen, twee onthoudingen en een- enveertig stemmen voor, waarmee het voorstel door de vergadering was aange- nomen. 72

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1995 | | pagina 74