m
Ii
i
79
KARTOGRAFISCH TIJDSCHRIFT
I995-XXI-2
Ln x im ifm
Figuur 2. Enschede
op een schilderij
van J.C.H.
Hesenbroek (1916).
Figuur 3. Enschede
in 1992.
Figuur 4. Enschede
op een topografische
kaart uit 1922.
Figuur 3. Enschede
op een topografische
kaart uit 1989.
und Motorradfahrer. Het handboek waar-
van reeds enige jaren Franse en Engelse
versies in omloop waren, was een uitgave
van de autobandenfabriek Continental te
Hannover, destijds met 10.000 arbeiders
en bekend als de Continental Caout-
chouc und Gutta Percha Compagnie.
Evenals haar Franse concurrent Michelin
trachtte Continental door middel van
deze activiteiten het toerisme te bevorde
ren en daardoor indirect de verkoop van
autobanden te stimuleren. Ten behoeve
van deze doelstelling onderhield het
bedrijf een speciale afdeling, de Touring
Office, die zieh onderscheidde door des
tijds geavaneeerde vormen van dienstverle-
ning. Onder meer vervaardigde zij op aan-
vraag van elke geplande autotocht reeds
routekaarten met plaatsbeschrijving onder
vermelding van zijwegen, niveauverschil-
len, passen, douanestations enzovoort.
De Service aan het opkomend automobi-
lisme die in Duitsland en Frankrijk door
bandenfabrieken werd verleend, werd in
Nederland en Italie met toenemend suc-
ces ontwikkeld door toeristenorganisaties
zoals resp. de ANWB (1883), de KNAC (1898)
en de Touring Club Italiano (1894).
Van de Duitse editie van het Handboek
werden in 6 jaren tijds 36.000 exempla-
ren verkocht. De Nederlandse editie
werd in een oplage van 5000 exemplaren
gedrukt. Zij ging 00k zö vlot Over de
toonbank dat een jaar later, dus in 1914,
reeds een tweede druk werd gelanceerd.
Aangenomen mag worden dat in de loop
van 1914, het jaar waarin de Eerste
Wereldoorlog uitbrak, de verkoop dras
tisch zal zijn gedaald.
Het Handboek bevat een grote rijkdom
aan gegevens. Ruwweg valt de inhoud
uiteen in een technisch, een internatio-
naal en een nationaal deel. Het eerste deel
bevat een reeks technische wenken voor
aankomende automobilisten met nadruk
op de onvolprezen eigenschappen van
Continentalbanden en een lijst van
Continental filialen en reparatiewerk-
plaatsen in 15 landen. Interessant is het
hoofdstuk "Waarmee elke automobiel
resp. automobilist uitgerust moet zijn".
Behalve nauwkeurige kaarten met cellu-
loidhoes Voor gebruik bij stortregen'
werd onder meer een luchtfles aangera-
den die het inspannende oppompen van
banden overbodig maakte, verder auto-
kleding van gummistoffen vervaardigd
door kleermakers van Continental en
antislipmanchetten ter bevestiging om de
banden bij sneeuw en ijs. Tenslotte werd
de Continental gummizweep aanbevo-
len, te leveren in lengten van 75 en 150
cm, die in geval van nood als wapen
gebruikt kon worden.
In het tweede deel wordt de Internatio-