A.J. Kers
i995_XXI"2
KARTOGRAFISCH TIJDSCHRIFT
nale Wegcode behandeld, uitgegeven
door de te Parijs gevestigde, 20 lidstaten
omvattende Association Internationale
des Automobiles Clubs Reconnus. In
deze Wegcode werd onder meer gesteld
dat elke automobilist bij averij of gebrek
aan benzine Vi j n sportbroeder' diende te
helpen. Voorts werd aangedrongen op
voorzichtig gebruik van de hoorn of
claxon, in het bijzonder bij nadering van
Vreesachtige dieren', en zo nodig dan de
motor af te zetten, een bepaling die in de
Nederlandse motor- en rijwielwet van
1905 werd overgenomen.
UTRECHT, Utrecht. In«-. 122850. Sp. P. T. (0.)
Maar tuen 7,8 K.M. - Loetum 17,8 - AbcouiU 37,2 AmsUrilam 40,2 -- Hilrer-
mim 15,3 iViunfen 23,3 Dr. Midi 5,4 Amersjuort 21 Zettl 10,1
Ameroni/en 20,7 - Hheiten 38,8 II iiociiintjmi 45,8 IrnMem (13.3
Hauten 7,7 H'iffc b(i Ihturniedt 2ö - Cutetnborg 18,7 I Urnen 11,3 -
Hitrinelen 11,3 - II Herden 18,5 - Leiden 51,8.
■■«■ilkunCoor: hc.IiIjt iltsil Horn. WttrkdOKen 5-30—0, Zun-t'ii Foesuliuron
8-2 nur.
Verklui-iunrn: l. 8Uulhiiin; 2. l'ul. v. Justitien 3. Uni vereitelt; 4. Aeail.
KliniokeuSulumwlnitjrti Museuui vau Oudliedcn7 AtirUliisaclioppoitJk
Miumuiiu s. Museum van Kunstuijvoriieiil Museum KuusUlefde: 10. Dom;
II. i'aUiurijiic Kork: 12. SiI'itrlorn-Kcrk13. Willil.n.nlii- Kurl,
Plattegrond van Utrecht.
Uit: Continental Handboek en Atlas voor
Automobilisten en Motorwielrijders.
Vervolgens komen de verkeersvoorschrif-
ten en douanebepalingen voor automo-
bilisten in 23 landen (met de nadruk op
Zwitserland) aan de beurt, inclusief de
documenten (triptieken en carnets de
passage) vereist bij het passeren van gren
zen. Kenmerkend voor het prille Stadium
van het autoverkeer is de toegestane
maximumsnelheid die in de behandelde
landen op vlakke wegen niet meer dan
30-40 km bedroeg, in bebouwde kom
men 10-15 km. In Zwitserland waren in
1914 nog alle bergpassen, met uitzonde-
ring van de Brünig-, Simplon- en
Gotthardpas (en dan nog onder speciale
omstandigheden) voor het verkeer met
automobielen gesloten.
Het nationale deel opent met een 45 blad-
zijden lange lijst van de voor automobielen
in de verschillende provincies buiten de
bebouwde kommen verboden wegen. Met
meer dan 200 verboden wegen is de pro-
vincie Utrecht recordhouder. Hierna vol-
gen plattegronden van de 12 grootste Ste
den met rode doorrijroutes (zie figuur) en
een opsomming van 750 andere plaatsen.
alle met opgave van benzine- en oliesta-
tions, reparatiewerkplaatsen, garages en
hotels met kamerprijzen. Het blijkt dat
men in de meeste plaatsen in Nederland
begin 1914 reeds benzine kon tanken al was
het dan soms nog bij de drogist, apotheek
of kruidenier. Buiten de grote Steden vond
men praktisch overal logies voor
f 1,50 tot 3.-. Onderdak voor chauffeurs
was een paar kwartjes goedkoper!
Vervolgens worden overzichten gegeven
van de douanekantoren aan Nederlands
grenzen en dienstregelingen en tarieven
van pontveren en gierponten over de
rivieren Rijn, Lek, Waal, Maas en
Gelderse IJssel, alsmede van de stoom-
bootdienst Enkhuizen-Staveren. Men
kon in 1914 met de auto bij Nijmegen
per gierpont voor 42 cent inclusief
chauffeur over de Waal gezet worden; die
bij Tiel kostte 50 cent.
De vrachtprijs per stoombootdienst
van Enkhuizen naar Staveren bedroeg
6,80, een pittig bedrag voor die tijd!
Het blijkt dat personen die per auto
Zuid-Beveland en Walcheren wensten
te bezoeken waren aangewezen op ver-
voer van hun voertuig per trein over het
traject Bergen op Zoom - Kapelle -
Biezelinge bij Goes. Plaatsen op deze
'autotrein' dienden twee dagen tevoren
bij de Stationschef te Bergen op Zoom
gereserveerd te worden. Tijdens de
treinreis konden bestuurder en passa-
giers in de auto blijven zitten. De
vrachtprijs per auto voor het traject
Bergen op Zoom - Kapelle - Biezelinge
bedroeg f 7,90.
De Duitse editie van het Handbuch
bevatte 47 hoofdkaarten en 19 detail-
kaarten; de Nederlandse versie telde een
overzichtskaart en 10 detailkaarten. Bij
beschouwing van de autokaarten in dit
Handboek valt de ontwikkeling op die
dit medium sedertdien heeft doorge-
maakt. De kartografische weergave van
autowegen was destijds te schuchter en
in voortdurende botsing met topografi-
sche kaartelementen. Pas toen de auto
zieh als overheersend transportmiddel
ontwikkelde en als toeristisch verkeers-
middel bij uitstek maakte de wegenkaart
zieh langzamerhand los van de topogra-
fische kaart.
Vermeld in Koeman, C., Adantes Neerlandici,
vol. II, p. 147.
F.J. Ormelingsr.
Topografische Dienst, Nederlands
Indie - Catalogus van kaarten
aanwezig in de bibliotheek van de
Topografische Dienst. 1994. 86pp.
Formaat 30 x 21 cm, jo bladwijzers.
Voor geinteresseerden gratis aan te
vragen bij de Bibliotheek van de
Topografische Dienst.
Indonesie Nederlands Indie is de laat-
ste tijd veel in het nieuws van de media.
Voor wat betreft kaarten van dat land
bestaat echter al lange tijd een grote
belangstelling. Aanvankelijk maakte de
Topografische Dienst van die regio voor
intern gebruik een catalogus. Lang
zamerhand nam de vraag zo toe, dat de
dienst besloot de catalogus te drukken.
De indeling is regionaal en bevat een
selectie uit het kaartenbezit van de
dienst. Het betreft dan voornamelijk
kaarten die zijn vervaardigd in de
periode 1900-1945. Van het voormalige
Nieuw Guinea loopt de periode door
tot ca. 1963.
Voor iedere regio is in tekst een over-
zicht gegeven, waarbij de schaal, de
naam van de kaart(serie), het jaar van
uitgave en de verwijzing naar de even-
tuele bladwijzer is vermeld.
Hoewel niet van direct belang voor de
gemiddelde gebruiker zou men de in de
tekst gebruikte afkortingen van kaart-
producerende instanties wel hebben
kunnen verklaren. Bijv. NEFIS
Netherlands Forces Intelligence Service
(Inlichtingen dienst van de Nederlandse
strijdkrachten) en AMS Army Map
Service (Militair Topografische Dienst
van de Verenigde Staten). Voor wat
betreft de afkorting 'Hind' gevolgd
door een serie nummer, wees prof.
dr. F.J. Ormeling sr. op een artikel van
zijn hand en van dr. D.G. Montagne in
het Tijdschrift van het KNAG (19 51),
getiteld: 'Het Geografisch Instituut van
de Topogra-fische Dienst te Batavia'.
Hind is afgeleid van Hindustan waar-
mee het gebied van de voormalige
Britse kolonien Pakistan, India,
Bangladesh, Burma en Sri Lanka werd
aangeduid. Tijdens de 2e wereldoorlog
waren met name de Britten verantwoorde-
lijk voor de kaartvoorziening van de weste-
lijke Nederlands-Indische Archipel. De
kaarten werden veelal in Ceylon vervaar
digd en kregen de aanduiding Hind mee.
Tenslotte, voor informatie over ouder
kaartmateriaaal van Nederlands-Indie
kan contact worden opgenomen met de
Bibliotheek van de Topografische Dienst.
80