1995-XXI-3
KARTOGRAFISCH TIJDSCHRIFT
verandering
verplaatsing
uitbreiding
inkrimping
toename
afname
aanwezigheid
afwezigheid
grafische variabele
richting
grootte
grootte
grijswaarde tint
richting
grijswaarde tint
kleur
vorm
patroon
Figuur 6.
Voorbeelden van
grafische
variahelen waar-
mee veranaertngen
kunnen worden
verbeeld.
nodige beschrifting (bijvoorbeeld jaartallen bij de lijnen).
Wanneer er sprake is van een voortschrijdende verandering
in de attribuutwaarde van een object (alleen toename of
alleen afname tussen twee peildata), kan eveneens van de ver-
schillende tinten van een kleur gebruik worden gemaakt ten-
einde de sterkte van de verandering aan te duiden. Komen
zowel afname als toename voor, dan biedt de introductie van
een dichotomie een interessante optie; er worden twee kleur-
soorten benut (richting van de verandering) die middels ver-
schillende tinten de sterkte van de verandering uitdrukken.
Het weergeven van de aard van een verandering kan zieh
beperken tot het symboliseren van het nominale karakter
van de ontwikkeling, of zieh uitstrekken tot een interpretatie
van de betreffende dynamiek binnen een vastgestelde con-
text. In het eerste geval kan met verschillende kleursoorten of
patronen het kwalitatieve karakter van de verandering wor
den weergegeven. Een combinatie van beide grafische varia-
belen is eveneens mogelijk, door verschillende patronen
(situatie opTa) - transparant - te projecteren op verschillend
gekleurde vlakken (situatie op tijdstip T1). Het interpreteren
van de 'ernst' van een verandering kan geschieden volgens
het zogenaamde 'stoplicht-principe'; het kleurverloop van
groen via oranje naar rood wordt gerelateerd aan een toene-
mende hoeveelheid gevaar of risico. In feite wordt een appel
gedaan op een proces van subjectieve associatie (in tegenstel-
ling tot objectieve associatie: gras groen).
Het gebruik van dynamische variabelen voor de
kartografische weergave van veranderingen
Niettegenstaande de soms effectieve wijze waarop verande
ringen met behulp van grafische variabelen kunnen worden
gerepresenteerd, is er behoefte aan een meer dynamische
weergave. Met name ten behoeve van de bestudering van
uitgebreide tijdreeksen Schieten stati
sche technieken al spoedig te kort, zeker
wanneer sprake is van een niet-progres-
sieve verandering MacEachren [14] heeft
een viertal zogenaamde dynamische
variabelen onderscheiden, die in het
onderstaande kort zullen worden toege-
licht. Ze hebben betrekking op een situ
atie waarin een veelvoud aan digitale
kaartbeelden wordt gerangschikt om
een verandering weer te geven.
Duur kent diverse aspecten, zoals de
lengte van het tijdsinterval waarin
de afzonderlijke beeiden worden
getoond ('pace') en de tijd die ver-
strijkt tussen de vertoning van beei
den waartussen verschallen bestaan.
Snelheid van verandering is een
samenspei van verschillen in duur,
positie en attribuut.
situatie 1980
nieuw 1985
nieuw 1990
1990
1985
1980
-1982-1
Figuur ya.
Het gebruik van
grijswaarden om
de ontwikkeling
van een object
(bijvoorbeeld een
stad) weer te geven.
Figuur yb.
Een 'golfbeweging'
kan met behulp
van lijnelementen
worden verbeeld.
Orde is in het geval van monito-
ringtoepassingen niet een daadwer-
kelijke variabele, omdat veelal geko-
zen wordt voor een chronologische
rangschikking van de beeiden.
Fase refereert aan een bepaalde repe-
titie van een samenhangend geheel
van situaties ('events').
Niet alle variabelen lijken meteen ge-
schikt voor het type verandering dat
door middel van monitoring wordt
gevolgd. Niettemin zijn toepassingen
waarin remote-sensing-data of daaruit
afgeleide produkten het onderwerp van
een animatie worden zeer wel denkbaar.
Er bestaan reeds zogenaamde 'slideshows'
90