Integratie: praktische en technische aspecten 1995-XXI-3 KARTOGRAFISCH TIJDSCHRIFT omtrent methoden nog ver weg is en dat de praktijk wellicht aantoont dat het onmogelijk is gestandaardiseerde kwaliteits- beschrijvingen en -berekeningen voor te schrijven voor iede- re denkbare toepassing. Belangrijk is echter het hanteren van een gestandaardiseerde terminologie bij de beschrijving van digitaal kaartmateriaal, om verwarring over de context van kwaliteitsinformatie te voorkomen. Kwaliteitsinformatie kan alleen juist ge'fnterpreteerd worden door een kaartgebruiker als hij de beschrijvings- en berekeningsmethoden begrijpt. De kartografische weergave van digitale geografische gege- vens is onderhevig aan bekende (statistisch bepaalde marges) en onbekende (door het ontbreken van informatie) onzeker- heden in de invoergegevens en het verwerkingsmodel. Het vereenvoudigde beeld (op monitor of hard copy) presenteert een schijnbaar onvoorwaardelijke waarheid, hetgeen echter aanleiding kan zijn tot misinterpretatie. De gepresenteerde kartografische weergave weerspiegelt slechts een beeld in een reeks van mogelijke beeiden! Het verdient aanbeveling de beschikbare onzekerheidsinformatie te exploreren: het analy- seren van de gevoeligheid van het kartografisch resultaat ten opzichte van onzekerheden in gegevens en model. Zoals in de inleiding vermeld, is de hier behandelde prakti sche en technische uitwerking van integratie gericht op een eenvoudige 'low-budget' oplossing waarbij gebruik gemaakt wordt van DTP-apparatuur en Software die in veel kartografi sche omgevingen beschikbaar zijn. De meest 'low-budget' oplossing is feitelijk de analoge methode. Hierbij worden over een gedrukt of uitgeprint remote-sensing (RS)-beeld een of meer transparante overlays gelegd. Het möge duidelijk zijn dat deze methode alleen bruikbaar is bij visuele integratie. Meestal zal de integratie echter digitaal plaatsvinden. Het is van belang dat gebruik wordt gemaakt van de Sterke punten van de diverse software-pakketten: Bewerkingen van het RS-beeld in een beeldverwerkings- pakket (bijvoorbeeld ILWIS, Erdas/Imagine enz.). Het betreff hier bijvoorbeeld een deel van de bewerkingen ten behoeve van het maken van image maps (geometrische en radiometrische correcties, contrastverbetering). Analytische integratie en delen van visuele integratie in RS- of GIS-pakket (bijvoorbeeld ILWIS, Erdas/Imagine, Arc/Info, MGE, Grass enz.). Zo zijn visuele integraties als het combineren van RS-beelden met vectorbestanden van bijvoorbeeld perceelsgrenzen of topografie en projectie- en schaalveranderingen het beste in pakketten met GlS-func- tionaliteit te doen. En zeker voor analytische integraties zijn de mogelijkheden van bewerken van attribuutinfor- matie van dit soort pakketten onmisbaar. Randinformatie, kartografische bewerking ed. in teken/ DTP-pakket (FreeHand, Illustrator, Pagemaker, Xpress enz.). Ofschoon RS- en GIS-pakketten altijd wel enige func- tionaliteit hebben op dit gebied, bieden teken/DTP-pro- gramma's veel meer mogelijkheden, grafische kwaliteit en bedieningsgemak. Formaten en Formats Er moet rekening mee worden gehouden, dat de formaten van documenten die verwerkt kunnen wor den door de eerder genoemde DTP-pak- ketten, meestal beperkt zijn. Dit is te wijten aan de fysieke grenzen van de uit- voerapparaten (printers, fotozetters) en aan de hardware beperkingen, zoals de beschikbare hoeveelheid RAM-geheugen en capaciteit van de harde schijf. Om gebruik te kunnen maken van diverse computerprogramma's voor de integraties is de compatibiliteit van de gegevensbestanden natuurlijk van groot belang. We moeten de RS-beelden na tuurlijk wel kunnen gebruiken in ons DTP-pakket, anders loopt de hele inte gratie als snel spaak. Deze uitwisseling wordt vergemakkelijkt wanneer gebruik gemaakt wordt van een aantal standaard formats: Voor rasterfiles (RS-beelden) is het TIFF (Tagged Image File Format) geschikt. Vrijwel alle raster-georien- teerde Software kan dit format ver- werken. Voor vector-informatie, zoals die bijvoorbeeld in GIS-bestanden ge- bruikt wordt zijn formats als EPS (Encapsulated Postscript) of DXF (Drawing eXchange Format) ge schikt. Met name DXF kan door bij na alle GIS- en CAD-pakketten gebruikt worden. Voor attribuutinformatie is, omdat het hier tekstuele informatie betreff, het ASCH-format (ook wel 'platte teksf genoemd) het meest voor de hand liggend. Probleem hierbij is wel, dat de aard van de attributen heel verschillend kan zijn en dat er voor de beschrijving geen alom geac- cepteerde standaard is. Voor het uitwisselen van meta-infor- matie zijn de problemen nog groot. Er is al geen overeenstemming over de precieze aard ervan, laat staan over de wijze van beschrijven. Werkwijze De toepassing van wat hiervoor geschre- ven is kan aan de hand van een voor- beeld beschreven worden. In figuur 5 vindt u een stroomdiagram van de pro- duktie van een landbedekkingskaartje van de omgeving van Zeist. Te zien is dat er sprake is van analytische integratie, want met behulp van extra attribuut-informatie (ground-truth) wordt het satellietbeeld geclassificeerd tot een landbedekkingsbeeld. Deze stap vindt plaats in het beeldbewerkingspro- gramma Erdas. Van dit landbedekkings/'ffZa!' wordt ver- volgens door middel van visuele integra- 96

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1995 | | pagina 106