KARTOGRAFISCH TIJDSCHRIFT
het meten van de ruimte. Gerard
Turner en Elly Dekker behandelen de
astrolabia (Mercator was ook een
befaamd instrumentenbouwer) en
Christa Binder en Ingrid Kretschmer
brengen een zeer goede beschrijving
van de Mercator-projectie en de ont-
wikkeling van zijn wetenschappelijke
afleiding. Patricia Radelet-de Grave
behandelt het magnetisme en de plaats-
bepaling van de zeevaarder op zee
(Mercator was de eerste die de Mag
netische Noordpool op aarde plaatste).
Annelies van Gijsen beschrijft de astro-
logie en Rienk Vermij de Typus
Universitatis, dat wil zeggen de sche
matische opbouw van het heelal vol-
gens Mercator.
In deel 4, de weergave van de ruimte,
worden van een aantal gebieden in
Europa de bijdragen van de kaart-
(werk)en van Mercator tot de verbetering
van ons wereldbeeld beschreven. Na een
overzicht van Mercator's bijdragen op
globe-gebied (o.a. de weergave van de
loxodroom) door Elly Dekker en Peter
van der Krogt, volgen Catherine Delano-
Smith en Elizabeth Morley Ingram met
een bijdrage over Mercator's wandkaart
van Palestina (vroeger zouden we gezegd
hebben over het Heilige Land', maar dit
is nu politiek correcter). Alfred van der
Gucht beschrijft Mercator's (wand)kaart
van Viaanderen, Fritz Hedwig zijn
kaart van Lotharingen en Mireille
Pastoureau de kaarten van Frankrijk in
zijn atlas (apart uitgegeven vormden ze
de eerste atlas van Frankrijk!). Een
bladwijzer mist hier helaas, zodat niet
getoond wordt welke delen van
Frankrijk nu ontbraken. (Om dezelfde
reden, door het ontbreken van kaarten,
kan ook niemand die niet goed in de
i6e eeuwse geschiedenis thuis is zieh
een goed beeld vormen van de machts-
basis van Willem de Rijke, de vorst van
Gulik, Berg en Kleef, waar Mercator in
1552 zijn toevlucht zocht.) Peter Meurer
behandelt Mercator's kaarten van de
Duitse Wereld in zijn atlas. Hij geeft
een goed overzicht van de bronnen, van
de speeifieke bijdragen van Mercator,
en geeft tevens de enige kartometrische
analyse. Meurer beschrijft tevens de
kaarten van de Poolse kroongebieden,
en gaat daarbij in op eventuele politie-
ke motieven van Mercator, ingegeven
door diens steun aan zijn patronen
Karel V en Philips II: het tonen van de
Nederlanden als de facto zelfstandig en
los van het Heilige Roomse Rijk, en
van Silezie als verbonden met Polen
zou dienen om de Habsburg-aanspra-
ken te onderschrijven. Meurer geeft
ook een kostelijk inzicht in Mercator's
bronnenkritiek, hetgeen niet altijd een
verbetering inhield: dicht bij elkaar
komen de plaatsen Biltgotz, Bidgostia
en Bromberg voor op de kaart van
Polen, terwijl het om dezelfde plaats
gaat die blijkbaar met drie afwijkende
naamversies op de verschillende bron
nen voorkwam! (Op de kaart van
Duitsland komt het wel als een plaats
voor.) Hans-Peter Höhener beschrijft
de kaart van Zwitserland uit de Atlas.
Een beschrijving van de kaarten van de
Nederlanden uit de atlas wordt node
gemist.
Deel 5, Mercator's erfenis, gaat in op de
activiteiten van Mercator's zonen en
kleinzonen (door Meurer), maar niet
op de blijvende betekenis van de Atlas
door de activiteiten van de Amster-
damse uitgevers die het materiaal in
1604 kochten en het dertig jaar lang als
enige atlas over de wereld bleven ver-
spreiden zodat de naam Atlas daarmee
de soortnaam werd voor een kaartboek.
Watelet bespreekt tenslotte fragmenten
van de Mercator-historiografie. In de
bij lagen zijn opgenomen de samenstel-
ling van Mercator's bibliotheek, een
lijst van zijn uitgaven gekoppeld aan
een Chronologie en een bibliografie van
artikelen en boeken over Mercator.
Zoals u ziet een rijke inhoud, en zoals
gezegd rijk ge'illustreerd. Dat er toch
een wat terughoudend oordeel over
geveld wordt komt mogelijk door het
gebrek aan historisch-kartografische
ervaring van de recensent.
F.J. Ormeling
Vierhundert Jahre Mercator, vierhun
dert Jahre Atlas. "Die ganze Welt
zwischen zwei Buchdeckeln". Eine
Geschichte der Atlanten. 384 pp. (incl.
yy pp. catalogus en 6pp. register),
fornmat 23 x 2p cm, 230 ill. (141 pp.
kleurenill.). Weissenhorn: Anton H.
Konrad Verlag, ippp (Postfach 1206,
8p2$p Weissenhorn). ISBN 3-87437-338-4
(gebonden, DM 68) 0/3-82437-366-3
(slap kaft, DM 43).
Deze geschiedenis van de atlas verschijnt
ter begeleiding van de atlastentoonstel-
ling ter gelegenheid van het 400-jarig
sterfjaar van Gerard Mercator, gehou-
den voorjaar 1995 in de Bayerische
Staatsbibliothek in München.
Voorafgaand aan het catalogusdeel zijn
19 artikelen opgenomen die chronolo
gisch de ontwikkeling van het atlasfeno-
meen volgen: van de eerste voorlopers
(isolarii of eilandkaartboeken, bijeenge-
1995-XX1-3
bonden portolaankaarten, Ptolemeus-
uitgaven en Lafreri-atlassen) tot en met
de laatste elektronische atlassen. Drie
van die bijdragen hebben speeifiek op de
Beierse kartografie betrekking (Markus
Heinz over de atlassen van Homann en
Seutter; Rüdiger Finsterwalder over de
eerste wegen- en rivieratlassen van
Beieren en Andreas Otto Weber over
Beierse geschiedenisatlassen). De overi
ge bijdragen zijn op Duitsland of
Europa georienteerd, maar aangezien de
ontwikkeling van het atlasfenomeen een
Europese onderneming is geweest lijkt
die nadruk terecht. Het dient al bij aan-
vang van deze bespreking te worden
gezegd dat hier voor een bescheiden
prijs een prachtig uitgevoerd overzicht
wordt geboden waar iedereen die zieh
voor atlassen interesseert zijn voordeel
mee kan doen.
De inleidende bijdragen beginnen met
een beschrijving door Uta Lindgren
van atlasvoorlopers, zoals uitgaven van
Ptolemeus' Geographia of in boeken
bijeengebonden willekeurige combina-
ties van kaarten. De eerste echte atlas
sen (met een vaste, bewuste volgorde
der kaarten en een gestandaardiseerde
uitvoering) komen uit het i6e-eeuwse
Viaanderen en Peter van der Krogt
geeft een beschrijving van het kaart-
werk van Gerard Mercator Atlas sive
cosmographiae meditationes de fabrica
mundi...), welke, mede door de succes-
volle marketing en verkoop vanuit
Amsterdam door Hondius, het won
van kaartwerken die Speculum (spie-
gel) of Theatrum (toneel des aardrijks)
heetten en dat is er de reden van dat
we thans een kaartboek nog steeds
atlas' noemen.
Franz Wawrik, beheerder van de kaar-
tencollectie van de Nationalbibliothek
in Wenen, is de auteur van twee bijdra
gen, resp. over renaissance- en barokat-
lassen (ide en 17c eeuw) en over atlas
sen uit de periode van de Verlichting
(i8e eeuw). Hij gaat ook op de diversi-
ficatie in, die eigenlijk al snel na het uit-
komen van de eerste atlas (1570)
optreedt (die eerste atlassen zijn werel-
datlassen): de eerste wegenatlas komt
in 1580 op de markt, en Waghenaer's
zeeatlas (Spieghel der zeevaerdt) in
1584; de eerste atlas van een land in 1575
(Württemberg) of 1579 (Engeland).
Ook aan de door Wawrik beheerde Van
der Hem-atlas zijn een paar fraaie kleu-
renillustraties ontleend. Onder invloed
van de Academie Royale des Sciences
worden exaete graadmetingen uitge
voerd evenals nauwkeuriger plaatsbe-
palingen, hetgeen tot een Sterke verbe
tering van het kaartbeeld in de i8e
109