KARTOGRAFISCH TIJDSCHRIFT
I995-XXI-3
nen hebben zullen de artikelen die ver
slag geven van een lopend of een afge-
sloten onderzoek meestal van meer blij-
vend belang zijn. Het is zeer moeilijk
aan te geven welke van de 65 bijdragen
het predikaat 'van blijvend belang' toe-
gekend kan worden. Hoewel het gevaar
bestaat dat sommige collega's mij nooit
meer aan zullen kijken, wil ik toch een
poging wagen een overzicht van deze
artikelen te geven; bijdragen waarin een
afzonderlijk kartografisch produkt
wordt beschreven heb ik buiten be-
schouwing gelaten.
Het artikel van C. Koeman over de
ontwikkeling van het kaartschrift in de
loop der eeuwen [7] is geschreven als
historische inleiding op het speciale
typografienummer. Het onderwerp is
zo uniek, dat het in de bundel met
Koemans meest interessante artikelen
opgenomen werd.
Een tweede artikel van blijvend belang
is het reeds eerder genoemde van G.
Schilder over de historische ontwikke
ling van legenda's [8]Ook dit onder
werp is er een dat nauwelijks aan bod
gekomen is.
Het artikel van P.C.J. van der Krogt
betreffende tye eeuwse namen op de
maan [11], handelt over de oorsprong
van 'selenoniemen', hetgeen in karto
grafisch opzicht althans nog nooit
besproken was.
Ook van betekenis is de bijdrage van
Marijke Donkersloot over oude kaar-
ten in Utrechtse gemeentehuizen [12].
Dit artikel is vooral van belang omdat
het illustreert dat er nog veel bibliogra-
fisch onderzoek gedaan moet worden;
voor de beherende instellingen zelf
geldt dit artikel als signaal dat zij goede
zorg moeten dragen voor hun zeldzame
materiaal.
Een goed voorbeeld van de zogenaam-
de 'koloniale' kartografie, die de laatste
jaren steeds meer in de belangstelling
komt, geeft F.J. Ormeling sr. in een
artikel over voormalig Nederlands-
Indie [13].
Wandkaart van de
Zeventien
Provincien door
Willem Jansz.
Blaeu, 1608. Een
reproduktie van
deze kaart was een
van de bijlagen bij
het artikel van
G. Schilder,
Wandkaarten der
Nederlanden uit
de i6e en 17e eeuw
(KT 1979.V.2).
Of dit alleen te wijten is aan de invloed van de redactievoor-
zitter, daarover durf ik geen uitspraken te doen voor de eer-
ste jaren. Zeker is in elk geval dat in de jaren dat ik als redac-
teur bij het KT verbonden ben, het regelmatig Ferjan
Ormeling was die mij stimuleerde een artikel te schrijven of
achter een auteur aan te gaan.
De komst van het tijdschrift Caert-Thresoor in 1981 werd als
een 'gevaar' gezien. Gevreesd werd dat er geen historische
artikelen meer in het KT geplaatst zouden kunnen worden.
Deze vrees bleek ongegrond, zoals het overzicht van het aan-
tal historische artikelen in vijfjaarlijkse perioden laat zien (zie
tabel).
De eerste jaargang van Caert-Thresoor liep gelijk met jaargang
VII van het KT. We zien inderdaad een lichte inzinking in het
tweede en derde lustrum, maar het aantal artikelen in het
vierde lustrum maakt het verlies meer dan goed. Overigens is
de stijging van het aantal artikelen ook in Caert-Thresoor te
merken: de omvang van dit blad wordt ook steeds groter.
Uit eigen ervaring weet ik dat een publikatie in het KT een
minpunt heeft: het internationale historisch-kartografische
publiek kent het tijdschrift niet en kan bovendien meestal
geen Nederlands lezen. Dit heeft tot gevolg dat historisch-
kartografische bijdragen in het KT nauwelijks bekend wor
den. De redactie kan daar echter weinig aan doen. Door het
opnemen van summaries en resumes wordt getracht de
inhoud van artikelen toch enigszins buiten de landsgrenzen
te brengen.
Een eerste conclusie is dat het KT zijn
naam waar maakt en zeker de ontwik-
kelingen in de Nederlandse kartografie
ook op historisch gebied weerspiegelt.
jaargang
jaar
aantal
Tabel.
I-V
1975-1979
16
Aantal historisch-
VI-X
1980-1984
11
geografische artikelei
XI-XV
1985-1989
12
in het Kartografisch
XVI-XX
1990-1994
26
Tijdschrift per vijf-
jaarlijkse perioden.
Literatuur
[1] Donkersloot-de Vrij, Y.M. (1975), De heruitgave van een iyde
eeuwse wandkaart: de Roman-Visscherkaart van Zeeland (met
kaartbijlage). Kartografisch Tijdschrift I, nr. 3, pp. 21-24.
[2] Koeman, C. (1975), Een 17c eeuwse kartograaf aan het woord.
Kartografisch Tijdschrift I, nr. 4, pp. n-19.
[3] Ormeling sr., F.J. (1977), Honderd jaar Bosatlas. Kartografisch
Tijdschrift III, nr. 4, pp. 15-26.
[4] Vazquez Maure, F. (1975), El Greco en de kartografie. Kartogra
fisch Tijdschrift I, nr. 4, pp. 20-22.
[5] Funakoshi, A. en C. Koeman (1977), Chinese stadsplattegronden
en topografische kaarten uit graftomben van de Flan-dynastie.
29