fjo en de topografie Een kwart eeuw redactie Topografie in het tijdschrift Een kwart eeuw topografie KARTOGRAFISCH TIJDSCHRIFT I995-XXI-3 Geschiedenis van de kartografie; topografische kartografie; overzicht History of cartography; topographic cartography; survey Histoire de cartographie; cartographie topographique; etude TREFWO ORDEN KEYWORD S MOTS-CLES Een kwart eeuw is de naam F.J. Orme- ling (jr.) nauw verbünden geweest met de officiele tijdschriftenreeksen van de kartografische vereniging. In 1969 wordt hij voor het eerst genoemd in het colo- fon van Kartografie als lid van de subre- dactie-commissie (samen met de au- teur van deze bijdrage) en in 1995 neemt hij afscheid als hoofdredacteur van het Kartografisch Tijdschrift (kt). Een interessant detail: vöör de officiele vermelding als leden van de subredac- tie-commissie verrichtten wij reeds een aantal jaren hand- en spandiensten voor de redacteur van Kartografie, prof. Koeman. Onder zijn toeziend en wakend 00g mochten wij de rubrieken Äankon- digingen' en 'Uit de Tijdschriften vullen, een enkele keer een boekbespreking ver- zorgen of een artikel vertalen en zelfs een speciale aflevering ter gelegenheid van het 10-jarig bestaan van de Kartografische Sectie (1968) redigeren. Ferjan Ormeling (Fjo) stond dus goed getraind in de startblokken toen met Kartografie nummer 47 de nieuwe sub- redactie aantrad. Met veel genoegen heb ik met hem samengewerkt tot het laatste nummer van Kartografie (nr. 68 in 1974) en daar- na in de zeer collegiale redactie van KT van 1975 tot 1982. Na 1982 bleef hij, als hoofdredacteur, het gezicht bepalen van het KT. Een kwart eeuw het gezicht bepalen van het officiele orgaan van de nationa- Drs. P. W. Geudeke maakte van 1975 tot 1982 deel uit van de redactie van het Kartografisch Tijdschrift. Hij is directeur van de Topografische Dienst Nederland (Postbus 119, 7800 AC Emmen). le kartografische vereniging vraagt om een terugblik (vond de redactie) Terugbladerend in vijfentwintig jaargangen levert deze terugblik een gezicht met veel kenmerkende trekken op. Ik zal mij bij deze terugblik beperken tot de aandacht die geschonken is aan dat deelgebied van de kartografie wat mij na aan het hart ligt: de topografische kartografie. Ik zal 00k trachten de vraag te beantwoorden of het tijd schrift haar taak heeff vervuld ten aanzien van de ontwikke- lingen op dat deelgebied. Uit de registers van Kartografie en het Kartografisch Tijdschrift laat zieh afleiden hoe vaak de topografische kartografie aan de orde kwam. Tot de 'topografische' bijdragen heb ik alle artikelen gerekend over groot-, midden- en kleinschalige topografische kartering, over de activiteiten van instellingen die daarmee bezig waren (Topografische Dienst, Meetkun- dige Dienst, grote gemeenten en dergelijke), over technolo gische ontwikkelingen die daarmee in nauw verband staan en over beleidsontwikkelingen die het deelgebied be'fnvloed hebben. Naar mijn beleving laten zieh een drietal perioden onder- scheiden waarin de ontwikkeling van het vakgebied in rela- tie tot de aandacht in het tijdschrift te karakteriseren is. Uiteraard is er 00k een pre-FJO-periode, die volledigheids- halve in het overzicht en de beschouwing is opgenomen. De drie periodes bestrijken het actieve redacteurschap van FJO en vragen daarom meer aandacht. De titels van de bij dragen over het deelgebied zijn aan het einde van dit artikel per periode in een literatuurlijst opgenomen. Om een oordeel te kunnen geven over de betekenis van deze artikelen, worden nu eerst in grove lijnen de ontwikkelingen in de topografische kartografie geschetst. Na de oorlogsperiode, waarin de produktie van topografische kaarten op een laag pitje stond, ontstond een grote vraag naar kaartmateriaal voor militaire en civiele doeleinden. De kaartseries 1:25.000 en 1:50.000, vanouds de kernpro- 31

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1995 | | pagina 37