Stadskartografie in 2$ jaar Nederlandse kartografische tijdschriften, 1970 - 199s Situatie omstreeks 1970 De voorgeschiedenis 37 KARTOGRAFISCH TIJDSCHRIFT I995-XXI-3 Geschiedenis van de kartografie; stadskartografie; overzicht History of cartography; urban cartography; survey Histoire de cartographie; cartographie urbaine; etude TREFWOORDEN KEYWORD S MOTS-CLES Het onderwerp Stadskartografie in de afgelopen 25 jaar biedt een goede gelegenheid om terug te kijken op een 26-jarige loopbaan als stadskartograaf te Amsterdam, maar nu tegen de achtergrond van de kartografische ontwikkelingen in Nederland. Het biedt 00k gelegenheid om eigen ervaringen te verge- lijken met publikaties in de Nederlandse kartografische tijdschriften. Welke rol prof.dr. F.J. Ormeling heeft gespeeld bij de totstandkoming van die publikaties, was niet altijd meer te achterhalen. Hoe was de situatie in de stadskarto grafie omstreeks 1970? Voor zover bekend, hadden alleen de grote Steden Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht een afdeling Landmeten en Kartografie. In andere Steden werd volstaan met de afdeling Landmeten voor de grootschalige basiskaarten, terwijl bij de stedebouw- kundige afdeling zo nodig thematische kaarten werden gemaakt. In Den Haag en in Rotterdam beston- den speciale afdelingen voor de bijhou- ding van de stadskaarten op schaal 1:5000 en kleiner. In Amsterdam was in i960 de afdeling 'Kaart van Amsterdam' van Stadsont- wikkeling overgeheveld naar het Grond- bedrijf en daar met Landmeten samen- gevoegd. In 1967 was de afdeling Landmeten en Kartografie zelfstandig geworden bin nen de Dienst Publieke Werken. Alle kaarttekenaars waren in een tekenzaal ondergebracht en stonden onder de- zelfde leiding. Specialisatie was er nau- welijks. A.H. Verroen was werkzaam ah Hoofd van de afdeling Kartografie bij de afd. Landmeten en Vastgoedinformatie van de Gemeente Amsterdam. Hij is oud-redacteur van Kaartbulletin en van het Kartografisch Tijdschrift. Hij geniet thans van de VUT. (G. van Nijenrodestraat 163, 3621 GJ Breukelen.) Bij een kleine gemeente is de behoefte aan kartografische Produkten niet zo groot, dat daarvoor een speciale afdeling wordt ingesteld. Het gemeentebestuur heeft op de eerste plaats behoefte aan een grootschalige afbeelding van de situ atie, met de perceelsgrenzen en de bebouwing. Die informatie wordt al geleverd door de kadastrale kaarten, maar zonder de huisnummers. In kleine gemeenten volstaat men daarmee. De landmeter verzorgt de bijhouding en brengt zonodig de huisnummering en de straatnamen aan. Reproduktie gebeurt met de lichtdrukmachine. Als de gemeente groeit en meer taken in eigen beheer gaat ver richten, ontstaat er al gauw behoefte aan een rijkere weergave van de topografische situatie, speciaal van de bebouwde kom. Met name is dit het geval voor het beheer van kabels en lei- dingen, infrastructuur, bouwwerken, groen en verkeerszaken. Andere afdelingen vragen de landmeter om meer topografie op de kaart af te beeiden. Hij krijgt gebrek aan ruimte en moet een grotere schaal gebruiken om alles duidelijk te kun- nen weergeven. Maar voor die grotere schaal moet wel nauw- keuriger worden gemeten! Als de bebouwde kom groeit, moet het aantal kaartbladen worden uitgebreid, want bedrukt papier heeft maar beperk- te afmetingen. Zo ontstonden de raamkaarten van de grote re plaatsen; soms niet noord-gericht, zoals van Den Haag met zijn noordwestelijke richting, en steeds met een eigen bladindeling. Bestuurders willen de hele gemeente graag op een kaartblad zien. Daarvoor wordt een 'overzichtskaart' gemaakt, met minder details, maar met alle straatnamen en bijzondere gebouwen. Hierop wil men graag de bestemmingen van de terreinen zien. De schaal hangt af van de grootte van de gemeente of van de af te beeiden bebouwde kom, maar is meestal 1:5000 of 1:10.000. Vervolgens is er een kaartje nodig in een nota, dus op A3 of A4-formaat, of er wordt gevraagd om een eenvoudige kaart in een lichte tint, als ondergrond voor nieuwe plannen. Voor hij het weet, wordt de landmeter/kartograaf bedolven onder de speciale wensen van bestuurders en collegas. Om nog maar niet te spreken over de vragen van bedrijven en particulieren. Die willen vooral de straatnamen en de verkeersmogelijkhe- den hebben, het liefst met de informatie van morgen!

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1995 | | pagina 43