Basiskaarten Overzichtskaarten Weinig verschillen 38 i995-xxi-3 KARTOGRAFISCH TIJDSCHRIFT Bij grote gemeenten hebben dit soort vragen geleid tot het ontstaan van de gespecialiseerde afdeling kartografie, met een kaartverkoopbalie. Aanvankelijk was de opdracht om basiskaarten te maken, voor de uniforme afbeelding van de verschillende leidingsys- temen, die tegen het einde van de vorige eeuw in de Steden werden aangelegd: Rotterdam was de eerste in 1886 met de kaart 1:2500 en Amsterdam volgde in 1900 met de schaal 1:3750. Wegens gebrek aan ruimte op de kaarten volgde spoe- dig de grotere schaal 1:1000, namelijk Rotterdam vanaf 1900 [1] en Amsterdam vanaf 1908 [2] De grootschalige basiskaarten dienen voor informatie op perceelsniveau, zoals afmeting en plaats van gebouwen en terreinen, bereikbaarheid vanaf de openbare weg, plaats en aard van afscheidingen en straatmeubilair, namen van Stra ten, parken, terreinen en water, huisnummering enzovoort. Het zijn topografische kaarten waarbij geen kleur wordt toe- gepast. De symboliek is verwant aan de technische kaarten en niet aan die van de Topografische Dienst. In sommige gemeenten wordt 00k de aard van het terrein- oppervlak aangegeven met signatuur voor asfalt, klinkers, tegels, struiken, gras, moeras en dergelijke. AI gauw kwamen er overzichtskaarten bij voor de bladinde- ling of voor onderwerpen als de buurtindeling, het tramlij- nennet, de haven enzovoort. In Rotterdam verscheen de kaart 1:5000 in 1897 [1] en in Amsterdam in 1911. Er was kennelijk 00k vraag naar een gekleurde uitvoering in een blad, vooral van de bebouwde kom. De basiskaart werd alleen in zwartdruk als veelbladige raamkaart uitgegeven. Van Amsterdam verscheen de kaart 1:10.000 al in 1910 [3] en van Rotterdam in 1935 [4]. Er mag niet worden vergeten dat er in de negentiende eeuw al gekleurde overzichtskaarten van de Steden bestonden, maar dan van particuliere kaartuitgevers, zoals Covens en Mörder. Gemeente-ambtenaren werkten mee aan de redac- tie van die uitgaven. Zo is van Amsterdam bekend dat de plattegrond uit 1842 van Covens en Mortier werd samenge- steld door H.P. Eskes, 'Geemployeerd bij de Stads Publieke Werken'. Geleidelijk namen de stedelijke diensten de produktie over, waarschijnlijk omdat men daar over de actuele informatie beschikte en nauwkeurig werkte. Door de groei van de Steden werden de overzichtskaarten te klein en versehenen die in meerdere bladen, direct gevolgd door een nieuwe overzichtskaart in een blad en op een klei nere schaal, meestal tweemaal zo klein. Zo ontstonden bij de drie grote Steden de verschillende kaart- series: de landmeetkundige basiskaarten op de schalen 1:500 - 1:1000 en 1:2000 of 1:2500, naast de overzichtskaarten op de schalen 1:5000 - 1:10.000 - 1:20.000/1:25.000 en 1:40.000/ 1:50.000. De overzichtskaarten hadden een Sterke Stimulans gekregen door de opkomst van de ruimtelijke ordening in de jaren twin- tig. De kleinere schalen werden veel gebruikt voor de regiona le plannen [5] Andere Steden, die niet over een eigen overzichtskaart beschik- ten, maakten in de jaren zestig gebruik van de commerciele plattegronden van Falkplan, later 00k van het ECI. Dat gebeurde onder andere in Utrecht, Maastricht, Arnhem, Apeldoorn, 's-Hertogenbosch en Haar- lem. De gemeente werkte mee aan de produktie door de levering van informa tie, waarna met hun wensen rekening werd gehouden. Als redacteur bij Falkplan heeft schrijver dit van dichtbij meegemaakt. Zo zagen we bij de bushal tes in Utrecht en Maastricht jarenlang Falkplankaarten in de abri's hangen. De overzichtskaarten van de grote Ste den werden aanvankelijk gemaakt door de tekenaars van de grootschalige kaar ten. Dat vereiste geen vaste bezetting, want veel wijzigingen waren er nog niet. Geleidelijk werd dat meer werk en kwa men er specialisten die zieh uitsluitend met de overzichtskaarten bezighielden. Zij werden geassisteerd door de land- meetkundig tekenaars, vooral wanneer de kleurcalques gemaakt moesten wor den voor het drukken. In Amsterdam trof schrijver deze situatie nog in 1968 aan. Maar Den Haag en Rotterdam hadden al langer een specia le afdeling voor de overzichtskaarten. Door de körte afstand tot Delft had de Topografische Dienst daar invloed op de gebruikte techniek, de kwaliteit en de werkwijze. Er zaten tekenaars, afkomstig van die dienst, die met etsende inkt op astrafoil werkten. In Den Haag werden voor de overzichtskaarten 00k topogra fische terreinverkenningen verricht! Bij vergelijking van de stadskaarten op de schaal 1:5000 van de drie grote Ste den omstreeks 1955, is het opvallend dat er zo weinig inhoudelijke verschil len waren. In de bouwblokken waren alle perceelsscheidingen opgenomen en 00k de trottoirs werden afgebeeld. De drukkleuren verschilden wel, maar de kleurinhoud was vrijwel gelijk. Ook de beschrifting in kapitale letters vertoon- de veel overeenkomst. De reden zou kunnen zijn dat er voor deze schaal nog niet zo sterk moet wor den gegeneraliseerd, waardoor het tekenwerk in de speeifieke stijl van de landmeetkundig tekenaars kon worden gedaan. Eerst na i960 ontstonden de verschil len, met name toen in Amsterdam werd gekozen voor een sterk vereenvoudigd kaartbeeld [6], De kaart 1:5000 van Den Haag onderging in de loop der tijd de minste vereenvoudiging. Op de kleinere schaal 1:10.000 ver-

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1995 | | pagina 44