Invloed van de Neder- landse kartografen W. Veranderende vraag De Grootschalige Basiskaart Nieuwe stadskaarten 39 KARTOGRAFISCH TIJDSCHRIFT I995-XXI-3 toonden de overzichtskaarten van Den Haag en Rotterdam in die tijd een gelijksoortig beeld, met overeenkom- stige kleuren. De kaart van Amsterdam was eenvoudiger uitgevoerd en in har- dere kleuren gedrukt. Bij de kaarten op de schalen 1:20.000 en kleiner, werd niet getracht de kaar ten van de Topografische Dienst te imi- teren, maar streefde men naar een zo eenvoudig mogelijk kaartbeeld, als ondergrond voor regionale studies en plannen [7]. De overzichtskaarten werden 00k gebruikt om themakaarten te maken voor bepaalde doelgroepen, zoals de beheerders en gebruikers van de haven, of voor publieksvoorlichting. Formaat, kleuren en uitvoering werden aange- past, maar er werd nog nauwelijks the- ma-informatie aan toegevoegd [8] Met de organisatie van de Nederlandse kartografen in de Kartografische Sectie van het Koninklijk Nederlands Aard- rijkskundig Genootschap in 1958 ont- stond er een forum voor de beoorde- ling van de kwaliteit van kaarten. In het tijdschrift Kartografie kwamen spoedig besprekingen van nieuw versehenen bladen. Daarin werd opgemerkt dat de gete- kende kaarten van Amsterdam 'versle- ten' raakten en dat zij langzamerhand 00k niet meer voldeden aan de eisen van nauwkeurigheid en reprodueeer- baarheid [9]. Ook op de vormgeving van de kaart van Amsterdam 1:10.000 kwam kritiek, met het voorstel om een nieuw ont- werp te gaan maken [10] In die stad was men inmiddels tot het inzicht gekomen dat de oude werkwij- ze en de rijke inhoud van de kleinscha- lige stadskaarten, door de groei van de stad, te arbeidsintensief werden. Er werd dan ook gezocht naar een vereen- voudigde uitvoering [6] In de jaren zestig zagen we, door het veranderen van de grafische technieken en de opkomst van het graveren, dat de belangstelling ook bij de gemeenten uitging naar de jonge kartografische vereniging, waar advies gezocht werd over vormgeving en nieuwe technieken De belangstelling was wederzijds en veel Nederlandse kartografen namen met belangstelling kennis van een uit- eenzetting over het kaartgebruik bij de afdeling Stadsontwikkeling van Amsterdam [11]Het werd duidelijk dat de stedebouwkundige afdelingen hun vele rijke kaarten meestal niet in druk uitgaven, maar volstonden met Studiemodellen of bijlagen bij rapporten. Zoals gezegd, werd in Amsterdam het oude kaartprogram- ma, kort na 1962, heroverwogen en gesaneerd. Een nieuwe eenvoudige kaart 1:5000 ging de basis vormen voor de klei nere schalen 1:10.000 en 1:25.000. De graveertechniek werd ingevoerd, en daarvoor werd een forse investering gedaan in opleiding en reprografische apparatuur [12]In 1969 versehe nen de negen nieuwe bladen op schaal 1:10.000. Tussen 1969 en 1972 kwamen ook de 36 nieuwe bladen 1:5000 uit. Door de maatschappelijke aandacht voor vervoersproblemen en de woonkwaliteit, ontstond aan het eind van de jaren zestig een Sterke vraag naar overzichtskaarten. Autoringwegen, metrobouw, stadsvernieuwing en de aanleg van veel groen- en sportterreinen stonden in de belangstelling en op de stads kaarten moesten die onderwerpen worden afgebeeld. Daarvoor waren de landmeetkundig geschoolde kaartmakers bij de gemeentelijke diensten niet goed toegerust, zodat de werving van nieuwe medewerkers ook via de Kartografische Sectie ging plaatsvinden. In 1967 verscheen er een advertentie in het tijdschrift Kartografie (nr. 37) voor een chef kartografische tekenkamer bij de afdeling Grondbedrijf (Landmeten en Kartografie) van de Dienst der Publieke Werken in Amsterdam, waarvoor het bezit van het diploma landmeetkundig tekenaar van de N.L.F., of een gelijkwaardig kartografisch diploma gevraagd werd. In Nederland kende men in die tijd immers nog geen karto grafische beroepsopleiding. Door het volgen van de studie- dagen der jonge kartografische vereniging, kon er worden kennis gemaakt met nieuwe werkwijzen en inzichten. Ook voor de sectie Kartografie van de tekenkamer Grondzaken van de Gemeentelijke Dienst voor de Volkshuisvesting van de gemeente 's-Gravenhage werd, via het tijdschrift Kartografie in 1968 (nr. 38), een kartografisch tekenaar gezocht, voor de stads- plattegronden van de gemeente op de schalen 1:5000 en 1:10.000. Er werd ervaring gevraagd in stadskaartenwerk of ander kartografisch werk, terwijl een topografische vooroplei- ding tot aanbeveling strekte. (Invloed van de Topografische Dienst!) De invoering van de Grootschalige Basiskaart (GBK) van Nederland op 9 juli 1975, heeft bij de stadskartografen niet tot grote veranderingen geleid. De Dienst van het Kadaster en de Openbare Registers, die de nieuwe GBK ging maken, onder supervisie van een Centrale Kaarteringsraad, zou de stedelijke gebieden nog aan de stadskartografen overlaten. Die waren ove- rigens niet vertegenwoordigd in de Centrale Kaarteringsraad! De reden voor het invoeren van de GBK, namelijk: de te grote ver- schillen in de nauwkeurigheid en volledigheid van het kartogra fische basismateriaal, gold niet voor de stedelijke gebieden [13]. De nieuwe kaart van Amsterdam 1:10.000, waarvan in 1969 de eerste druk was versehenen, werd van nieuwe tekens voorzien

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1995 | | pagina 45