De schematische werkelijkheid 73 KARTOGRAFISCH TIJDSCHRIFT I995-XXI-3 te beschrijven door een foto te maken op onze reizen naar verre oorden of naar het Strand van Zandvoort, dan zoeken we naar het licht van Ruysdael en Jongkind, van Manet of Gauguin. We verlangen van onze foto's de kleur- schakeringen en de composities die de grote schilders van de Romantiek tot het Impressionisme geformuleerd heb- ben in hun doeken. We richten onze foto's in naar een verteilend, symbolisch landschap uit een ander tijdperk [5]. Iedereen leest in landschappen. Waar de meesten van ons nog steeds op zoek zijn naar de dramatische landschappen van Romantiek en Impressionisme is de wereld al lang veranderd en zijn er nu kunstenaars die nadenken over de verschijningsvormen van de werelden waarin zij nü leven. Deze kunstenaars realiseren zieh dat we in vele opzichten verdwaald zijn. AI in de Verlichting hebben we afscheid moeten nemen van God als de besturende kracht die samen hang garandeert. We hebben de laatste veertig jaar geleerd niet langer te kun- nen geloven in grote ideologieen. We leven in een multiculturele wereld die op vele manieren binnenskamers komt, waarbij de verwarring tussen represen- tatie en werkelijkheid vaak groot is [6]. Hoe daarin nog te weten wat je ziet, wie je bent, waar je bent en wie de ander is? Vragen naar de eigen plaats in de wereld, naar afkomst en zin van het bestaan, zijn vragen die bijna iedere mens, bijna iede- re cultuur zichzelf steh. In een aantal culturen en religies, waaronder het Boeddhisme, zijn dergelijke vragen ver- boden omdat ze onbeantwoordbaar zijn [7]Het geeft, 00k voor hen, het belang aan van deze vragen. Het zijn vragen die letterlijk genomen kunnen worden, maar 00k overdrachtelijk. Om over de fysieke verschijningsvor men van de wereld of het gedachtegoed van culturen na te kunnen denken en die gedachten te kunnen uiten, moet je de begrippen kennen waarmee je datge- ne wat je ziet en ervaart kunt benoemen. Daarnaast moet je de taal beheersen waarin je de verworven inzichten kunt overdragen. Dat is nogal wat in een wereld die bewoond wordt door vele culturen, een wereld waarin vele talen gesproken worden. Culturen hebben ieder een eigen ideolo- gie, en ze bewonen verschillende land schappen in letterlijke en overdrachtelijke zin. Kunst is in mijn ogen een uitstekend voertuig om verschillende culturen te leren kennen. De beeiden van een kunstenaar kunnen een taal spreken die verworven inzichten over culturele grenzen heen kan brengen. In mijn werk wil ik proberen de wereld waarin ik leef te leren kennen, onder andere met behulp van kaarten en kaartvormen, en mijn bevindingen vast te leggen om ze te kunnen delen met andere bewoners: medebewo- ners. Eerder meldde ik dat mijn werk bestaat uit topogra- fieen. Een topografie zie ik als de beschrijving van een land schap. Wanneer die beschrijving in tekst of/en beeld wordt vergeleken met het landschap, komen daaruit duidelijk de elementen en funeties van het landschap naar voren die bewust leven in de schrijver, in de afbeeldende cultuur (figuur 1). Kartografie zie ik als een speciale vorm van topo grafie; 00k de kaart biedt ruimte voor idealisering en subli- mering (figuur 2), niet anders dan de schilderijen van de gro te landschapsschilders. Figuur 2. Itinerario 1994. Een gelakt houten doosje met een geluidscassette die een wandeling kan sturen en een dubbelzijdige, spiraalsgewijs gevouwen kaart met aan een zijde veertjes van ganze- soorten en op de andere tekeningen van de landen waarin hun broed- gebieden gelegen zijn. (Foto: J. van Westen Ton van Vliet) Voor mij is de definitie van het woord kaart zoals gegeven door J.B. Harley en Woodward [8] een zeer inspirerende: 'een schematische voorstelling die een ruimtelijk begrip ver- gemakkelijkt van dingen, concepten, omstandigheden, Pro cessen of gebeurtenissen in de wereld van de mens'. Deze definitie opent verder juist door het insluiten van con cepten een veel breder spectrum aan voorstellingen dan wat normaal gesproken onder kartografie valt. Met deze definitie kun je een aantal schematische voorstellingen van andere culturen in de wereld van de kartografie binnenhalen. Het Tibetaans dodenboek met zijn model van transcendentie van de ziel, het wereldbeeld van de Egyptenaren (figuur 3), de stokkenkaarten van de Marshall eilanden (figuur 4) in de Pacific, de tatoeages van de Haida waarin zij totem, dorp en geboorte aangeven, de 'travelsongs' en schilderingen van de Australische Aborigins (figuur 5); deze en andere voorstellin gen vind je zelden in geschiedenissen van de kartografie. Soms, in een tien pagina's lange inleiding op het zeshonderd pagina's teilende 'standaardwerk' worden de stokkenkaarten vermeld en misschien nog een reliefkaart van de Inuit. Vaak kan de schrijver het dan niet laten om te constateren dat de accuraatheid en effectiviteit mogelijk te maken hebben met acculturatie van de makers, die dan kennis genomen zouden hebben van westerse kaarten. Maar terwijl de definitie van Harley en Woodward een hele uitbreiding van het van oudsher vastgestelde gebied toestaat

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1995 | | pagina 83