KARTOGRAFISCH TIJDSCHRIFT
I995-XXI-3
de ontwikkeling van dit meer in de
tijd te volgen (zie tevens figuur 2),
waarbij sinds kort tevens gegevens
van de Amerikaanse militaire
CORONA-satelliet kunnen worden
gebruikt. Deze Serie fotosatellieten
heeft gedurende de periode 1959-
1972 nauwkeurige opnamen
gemaakt van met name de voor-
malige Sovjet-Unie. Hierdoor
wordt het mogelijk het milieu-
onderzoek in een historisch per-
spectief te plaatsen. Voor een inte
ressante verhandeling over de
CORONA-satelliet wordt verwezen
naar McDonald [5].
Historisch-geografisch onderzoek.
De rol van satellietdata van ver
schallende jaren bij het opsporen
van archeologische vondsten is de
laatste jaren in de media uitgebreid
toegelicht. Een bekend voorbeeld is
de ontdekking in 1992 van de
legendarische stad Ubar in de woe-
stijn van Oman met behulp van
onder meer SPOT-beelden en opna
men vanuit het (inmiddels veronge-
lukte) ruimteveer Challenger.
Kartografie.
In bovenstaande toepassingsgebie-
den is de kartografie meer of min
der expliciet aanwezig. Er bestaan
echter 00k zuiver kartografische
toepassingen van satelliet remote
sensing met betrekking tot multi-
temporele analyses. Het actualise-
ren van topografische kaarten kan
profiteren van de beschikbaarheid
van satellietbeelden, met name in
siecht ontsloten gebieden.
Het afleiden van veranderingsinforma-
tie vereist de beschikbaarheid van mini-
maal twee satellietbeelden met een ver-
schillende opnamedatum (peildata) die
vervolgens aan de hand van verschillen-
de benaderingen kunnen worden verge-
leken. In het onderhavige artikel ligt de
nadruk op veranderingen in landbedek-
king; de detectie hiervan kan profiteren
van de eigenschappen van de multispec-
trale data die bijvoorbeeld door de
Landsat Thematic Mapper worden op-
genomen. Op een regionale schaal is
hierdoor een goed onderscheid te maken
tussen verschillende soorten landbedek-
king. Bovendien is de waarde van der-
gelijke data voor toepassingen in het
bebouwde gebied onderkend, dankzij
de relatief hoge ruimtelijke resolutie
hetgeen overigens nog meer voor SPOT-
data geldt [6, 7]. De herhaalbaarheid
van de satellietopnamen is tamelijk
hoog (voor Landsat 16 dagen, voor SPOT
26 dagen, maar dit kan worden geredu-
Figuur 2.
De ontwikkeling
van het Aralmeer,
weergegeven door
lijnelementen
gebaseerd op infor-
matie afkomstig
van de DMSP-satel-
liet (Defense
Meteorological
Satellite Program,
1973de NOAA-9
satelliet (1989) en
kaartmateriaal
(i960).
Bron: National
Geographie
Magazine.
ceerd doordat het optisch systeem kan worden 'gericht'),
waardoor de kans op geschikte beeiden gedurende bijvoor
beeld een groeiseizoen wordt verhoogd. In de praktijk wordt
de keuze voor een bepaald soort satellietdata echter voor een
niet onbelangrijk deel beinvloed door praktische, budgettaire
overwegingen, zoals de in theorie voordelige aanschaf- en ver-
werkingskosten per opgenomen oppervlakte-eenheid. Barrett
Curtis [8] noemen een algemeen voordeel van remote-sen-
sing-data voor het waarnemen en volgen van veranderingen in
het landschap, namelijk de objectiviteit waarmee de landelijke
en stedelijke complexen worden weergegeven. Dit bevordert
de vergelijkbaarheid van de data die door een en dezelfde sen-
sor zijn opgenomen.
Het detecteren en identificeren van veranderingen in landge-
bruik (change detection respectievelijk 'change identification'),
en het systematisch volgen van deze veranderingen in de tijd
('monitoring') is gebaseerd op een vergelijking van verschillende
satellietopnamen van hetzelfde gebied [9]Behalve de vraag öf
er een verandering is opgetreden, kan onder meer de aard, rich-
ting, snelheid en wijze van manifestatie van deze eventuele ver
andering onderwerp van een dergelijke procedure zijn.
Er zijn echter 00k enige aantekeningen te plaatsen bij het
gebruik van satellietdata voor monitoringdoeleinden.
Met uitzondering van het micro-golfbereik (radar) kan
de elektromagnetische straling waarop het principe van
aardobservadesatellieten is gebaseerd, niet onder alle con-
dities even goed door de atmosfeer dringen. Dit betekent
dat bewolking en rookpluimen zichtbaar worden op de
satellietbeelden, waardoor informatie over de onderliggen-
de landbedekking ontbreekt.
Wanneer de (TM) data worden geclassificeerd als onder-
deel van een monitoring-procedure, resulteert dat veelal
87