m
m
mmmm
m
ianai
m
mmmm
De opbouw en samenstelling
van een folio-atlas
KARTOGRAFISCH TIJDSCHRIFT
I995-XXI-4
Volgnummer
de atlas
Praha StrK
Duisburg KSM 1
Praha UK IV
Ulm SB
Jena UB
Weimar HAAB
lb I A
Praha UK II
Praha UK I
Brüssel AB
Duisburg KSM II
K lbenh.ivn KB I
Trier SB
London BL
Kobenhavn KB I
*Wien ÖSA
Wien OSA-H
München SB
Praha UK III
Strasbourg BNU
Wien UB
Green wich NMM
21 exemplaren: 19 verschillende combinaties met 14 vervangen kaarten (identieke combinaties zijn
met aangeduid)
A, B, C, D Aanduiding van de verschillende kaarten van Mcrcator, Hondius of Janssonius
V Kaart van Claes Jansz. Visscher
X Kaart ontbreekt
Voor een verklaring van de afkortingen wordt verwezen naar Koeman's Atlantes Neerlandici, waarvan
deel 1 in 1996 verschijnt
Om te begrijpen waarom het ideale exemplaar niet bestaat
moeten we weten uit welke delen een atlas bestaat (waarbij
hier alleen folio-atlassen in aanmerking komen). In het al-
gemeen bestaat zo'n atlas uit drie delen:
De titelpagina.
Het voorwerk met o.a. opdracht, woord vooraf en register
(hoewel dit meestal aan het eind gebonden is).
Het gedeelte met de kaarten en tekst, bestaande uit een
reeks eenmaal gevouwen foliobladen (zgn. bifolia), met
aan een zijde de kaart (gedrukt met een koperplaat) en
aan de andere zijde twee bladzijden tekst (in boekdruk).
De tekst is een afgesloten eenheid en gaat over het alge-
meen niet verder op het volgende blad. Dit is het belang-
rijkste verschil met een boek met doorlopende tekst en ver-
oorzaakt een van de aspecten van de nachtmerrie van de bi-
bliograaf: men kan eenvoudigweg bifolia met kaart en tekst
verwisselen, weglaten of toevoegen, zonder dat de tekst on-
derbroken wordt.
Om een atlas samen te stellen liet de uitgever eerst een
voorraad kaarten met tekst in de betreffende taal drukken.
De bladen worden vervolgens verzameld, het voorwerk en
de titelpagina worden toegevoegd en het geheel wordt bij-
elkaar gebonden. Het uitgevershuis Hondius-Janssonius
had aan het eind van de jaren 1630 een voorraad van onge-
veer 350 kaarten.
Zij publiceerden atlassen in vijf talen: Latijn, Nederlands,
Duits, Frans en een bescheiden uitgave in het Engels. Dit
betekent dat er op een gegeven ogenblik 1600 Stapels kaar-
Figuur 1.
Schema Vervangen
kaarten in Atlas
das ist Abbildung
1633.
ten in voorraad lagen (vier maal 350
plus 200) voor het samenstellen van
atlassen.
Ongelijke aantallen noodzaakten de
herdruk van of de kaart of de tekst. In
de tussentijd kon de kaart veranderd
zijn, zowel door het bijwerken van de
oude koperplaat alsook door het grave-
ren van een geheel nieuwe kaart. Dit
maakt een variant in de editie van de
atlas. Aan de andere kant kon er een
overschot van kaarten plus tekst zijn.
Dit werd niet weggegooid maar ge-
bruikt voor de volgende editie voordat
de nieuw gedrukte bladen gebruikt
werden, waardoor Varianten in de
nieuwe editie ontstaan.
Wanneer alles perfect georganiseerd
was werd de oude voorraad volledig
opgebruikt alvorens de nieuwe bladen
gebruikt werden. Dit zou inhouden
dat we Varianten zouden kunnen on-
derscheiden die opeenvolgend steeds
meer nieuwe kaarten zouden bevatten.
Echter, opgebruiken van de oude voor
raad houdt in dat de nieuw gedrukte
bladen onder de Stapel oude opgebor-
gen dienen te worden. Dit is niet een-
voudig. Als de voorman van de druk-
kerij even weg was werden alle nieuwe
bladen bovenop gelegd, eventueel met
een paar oude voor de schijn erboven-
op. Deze praktijk kan er de oorzaak
van zijn dat in latere Varianten op-
nieuw een oude kaart is gebruikt. Het
gevolg is dat oude en nieuwe kaarten
onregelmatig verspreid worden over
verschillende exemplaren van de editie.
Een derde praktijk die Varianten tot
gevolg heeft is het feit dat er 00k folio-
kaarten als losse kaarten zonder tekst
verkocht werden. Als zo'n kaart ver-
nieuwd moest worden (of niet meer
verkocht) werd er tekst achterop ge
drukt en werd ze gebruikt voor de vol
gende uitgave van de atlas. Deze zui-
nigheid in het drukken en samenstel
len van atlassen heeft ertoe geleid dat
vrijwel elke atlas die de drukkerij en de
binderij verliet afweek van de volgen
de. Marcel van den Broecke heeft aan-
getoond dat deze praktijk 00k al in de
late i6e eeuw bij de samenstelling van
het Theatrum Orbis Terrarum van
Abraham Ortelius gebruikt is [6]. Bij
de Amsterdamse atlassen uit de jaren
1630 werd de zaak nog ingewikkelder
door het veelvuldige gebruik van opge-
plakte labels met titels en adressen in
boekdruk op de gegraveerde titelpagi-
na's.
Twee voorbeelden van de gevolgen van
22