uiandt gfteretm».
uaec naet iffe u*
eio opgfjEbout.
binnen De öaö laß*
itt
V-
De Duitse Atlas
van 1633
De wijziging
van Signaturen
Resultaat
KARTOGRAFISCH TIJDSCHRIFT
I995-XXI-4
deze methode van atlasproduktie wor
den nader besproken.
In 1633 verscheen de eerste Duitstalige
uitgave van Mercators Atlas. Er werden
twee verschillende typografische titels
gebruikt en vier verschillende impres-
sa, waardoor er alleen al voor de titel-
pagina acht Varianten voorkomen [7].
De typografische titels en impressa zijn
geplakt op een ongewijzigde gegraveer-
de titelpagina voor de Franstalige uit
gave van hetzelfde jaar: wanneer nu
een typografische titel of impressum is
verwijderd of nooit aangebracht, ver-
groot de zichtbaarheid van de oor-
spronkelijke gegraveerde titel en/of
impressum het aantal Varianten.
De Atlas bevat 161 kaarten. In de ver
schillende exemplaren zijn 16 van deze
kaarten vervangen door nieuwe kaar
ten. In figuur 1 zien we een overzicht
van 14 van deze kaarten (de beide laat-
ste vertonen andere complicaties, die
hier te ver voeren). Links staan de 21
geraadpleegde exemplaren. De eerste
kolom van de tabel geeft de titel-
variant. De overige 14 kolom-
men geven aan welke kaart
in een bepaald exemplaar
aanwezig is; de nieuwe
kaart is steeds donker
gekleurd. Het is te zien
dat er enige regelmaat
in de vervanging te zien
is: het exemplaar Duis
burg heeft slechts drie
nieuwe kaarten, Wien ub
heeft nog slechts twee oude
kaarten. De vervanging was ech
ter uitermate onsystematisch: onder
de 21 exemplaren zijn er 19 verschillen
de samenstellingen van de 14 be
treffende kaarten, slechts twee exem
plaren zijn volkomen identiek (toeval-
ligerwijs zijn dit twee exemplaren in
Weense collecties, bestudeerd twee
dagen voordat de lezing gehouden
werd). In theorie zijn er met deze 14
kaarten 214 Varianten mogelijk!
Het tweede voorbeeld betreft het ge-
bruik van oude voorraad voor een
nieuwe editie. De voorraad van de 106
bladen voor het Nederlandse Appendix
van 1637 was zo groot, dat toen in 1638
de Nederlandse Atlas Novus gemaakt
werd, alle resterende appendix-kaarten opgebruikt moesten
worden [8]. Echter, de Signaturen van de nieuwe atlas
waren verschillend van die in het Appendix. Signaturen zijn
de letters onder de tekst. Ze worden gebruikt - soms in
combinatie met een 'running footer' - door de boekbinder
om de kaarten in de juiste volgorde te plaatsen. In de in-
houdsopgave en/of het bericht aan de boekbinder wordt
naar deze Signaturen verwezen. Het komt zelden voor dat
de Signaturen van een nieuwe editie gelijk zijn aan die van
de vorige. Om bindfouten te voorkomen werden de oude
Signaturen gewijzigd in de nieuwe vöör de bladen ze naar
de binder gingen. Deze praktijk is in alle latere atlassen (tot
ca. 1670) toegepast.
De eenvoudigste methode is de oude signatuur weg te kras
sen en er een nieuwe met pen naast te schrijven. Ook stem-
pelde men eenvoudigweg de nieuwe signatuur naast of over
de oude. Meer tijd kost de methode waarbij een deel van de
oude signatuur weggekrabd werd (om bij-
voorbeeld een I van een H te
maken) of waarbij met een
men een K van een
I maken). Ook
kwam het voor
dat men de oude
signatuur volle-
dig wegkrabde,
wat duidelijk te
herkennen is aan
een dünne piek in
het papier (of zelfs een
gat als het wegkrabben te
fanatiek gebeurde). Voor een
nieuwe editie zijn eerst de
oude bladen met gewijzigde
Signaturen gebruikt, daarna de
nieuw gedrukte bladen. Ook
in geval dat de kaart ongewij-
zigd gebleven is, kunnen door
verschillen in Signaturen talloze
Varianten onderscheiden worden.
t
Figuur 2.
Enkele voorbeelden
van gewijzigde
Signaturen.
In de bestaande Atlantes Neerlandici worden Varianten on
derscheiden al naar gelang een of meerdere kaarten anders
zijn. Echter, de ervaring met de Duitse Atlas van 1633 heeft
geleerd dat het aantal Varianten vrijwel gelijk kan zijn aan
het aantal beschreven exemplaren. Voor de nieuwe, herziene
uitgave van Koeman's Atlantes Neerlandici worden daarom
praktische oplossingen gekozen om deze verschijnselen te
beschrijven.
De ingewikkeldheid van het proces van atlasproduktie,
zoals hier beschreven met enkele voorbeelden uit de jaren
1630 - waarbij nog niet gesproken is over de bibliografische
Problemen met de Atlas Novus met zijn toenemend aantal
delen - maakt dat aan de ene kant Bowers' Principles en
'ideale exemplaar' aangepast moeten worden wanneer ze ge
bruikt worden voor een atlasbibliografie. Aan de andere
kant houdt deze ingewikkeldheid in dat zo'n atlasbibliogra
fie van de gebruikers veel begrip zal vergen voor de Proces
sen die tot al deze Varianten geleid hebben.
23