Wereldatlasjes een overzicht van de geschiedenis van het 'wereldatlasje' naar aanleiding van de uitgave van de nieuwe 'Boskabouter' Inleiding De eerste atlas 1570) en het eerste atlasje (1577) 33 KARTOGRAFISCH TIJDSCHRIFT I995-XXI-4 P.C.J. van der Krogt Geschiedenis van de kartografie; adaskartografie; achtergronden trefwoorden History of cartography; adas cartography; background keywords Histoire de cartographie; cartographie d'adas; informadon de reference mots-CL)ES Vrijwel tegelijkertijd met de eerste wereldadas verscheen het eerste wereldatlasje. De geschiedenis van de atlasproduktie blijkt een soort secundaire uitgaven te kennen van klein formaat atlasjes. Naar aanleiding van de uitgave van de nieuwe Boskabouter (die u als bijlage bij dit nummer aantreft) volgt hier een overzicht van de geschiedenis van het 'wereldatlasje'. Adasuitgevers maken atlassen om ze te verkopen en op zo'n manier winst te maken. De produktiekosten van een atlas zijn hoog, zeker wanneer we ze vergelijken met die van een (ongeillus- treerd) boek. Het zetten van een blad- zijde tekst is nu eenmaal goedkoper dan het vervaardigen van een model, waarvan een kaart gedrukt kan wor den. Dat is nu zo, maar dat was 00k vroeger zo. Het resultaat is dat de verkoopprijs van een atlas relatief hoog is. Zeker in vorige eeuwen gold dat de gewone atlas zo duur was, dat slechts een be- perkte groep gegoede burgers en bibliotheken ze kon kopen. Er bestond echter 00k een veel grotere groep, zeg maar de middenklasse, die wel interes- se had in atlassen, maar die de normale uitgave niet kon aanschaffen omdat ze te duur was. En aangezien de commer- ciele kartografie 00k voldoet aan de economische wet van vraag en aanbod, moest er op de vraag van dit minder welgestelde, maar wel kooplustige pu- bliek een aanbod komen. De verkoopprijs, en dus de kosten van de produktie, moest derhalve omlaag. De oplossing werd gevonden in het Dr. P. C.J. van der Krogt is onderzoe- ker bij de vakgroep Kartografie, Facul- teit Ruimtelijke Wetenschappen Utrecht (Heidel- berglaan 2, 3384 CS Utrecht) verkleinen van de atlas, en dan werd in eerste instantie niet gedacht aan het verminderen van het aantal kaarten, maar aan het verkleinen van het formaat. De eerste commerciele atlasuitgave is het Theatrum Orbis Terrarum van Abraham Ortelius, een folio-atlas, die in 1570 met Latijnse tekst en een jaar later met Nederlandse tekst uitkwam. De grote atlas werd spoedig gevolgd door een 'volksuitgave' op klein formaat: het Epitome ('uittreksel'). Het idee voor deze uitgave kwam van de graveur Filips Galle. Hij verkleinde en generaliseerde de 70 kaarten uit het Theatrum (ca. 35 x 50 cm) tot ongeveer 8 x 11 cm. De tekst van een goedkope uitgave mocht natuurlijk niet in het Latijn zijn, maar in de volkstaal, en om het nog eenvoudi- ger te maken: op rijm. De berijmde tekst werd geschreven door Peeter Heyns, die in 1571 de Latijnse tekst van het Theatrum in het Nederlands had vertaald. Deze 'zakatlas' avant-la-lettre werd in 1577 gepubliceerd door Christoffel Plantijn en kreeg de naam Spieghel der Werelt. De later ge- bruikelijke naam Epitome (uittreksel) duikt pas bij de uitga ve van 1588 op. In 1579 volgde een Franse uitgave Le Miroir du Monde en in 1585 toch nog een in Latijns proza: The atrum orbis terrarum enchiridon. De atlas was een groot commercieel succes. In de periode februari-november 1579 neemt Filips Galle maar liefst 500 exemplaren van Plantijn af. De verkoopprijs bij Plantijn was aanvankelijk /1-2- (een gülden en twee stuivers), later werd dat anderhalve gülden. De prijs van een groot Theatrum Orbis Terrarum bedroeg in 1577 negen gülden, zes maal zo duur dus. Een gevolg van het succes waren vele tientallen heruitgaven, kopieen en navolgingen. Samen met zijn zoon Zacharias Heyns maakte Peeter Heyns in Amsterdam, waar hij in 1588 naartoe gevlucht was, in 1598 een nieuw Miroir du Monde met wat grotere kaarten in houtsnede (ca. 13,5 x 17 cm). Ook in Antwerpen verscheen in die tijd een concurrerende uitgave bij de uitgever Johannes van Keerbergen. Daarvoor was een nieuwe tekst geschreven door Michel Coignet en waren 133 nieuwe kaarten gegraveerd door Ambrosius en Ferdinand Arsenius.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1995 | | pagina 39