»CA
ACI
KARTOGRAFISCH TIJDSCHRIFT
i ^i-
ruimtebeelden ter sprake, zoals topsar en ruimte-
foto's. Verder was er een verhaal over topografische
karteermethoden met behulp van remote-sen-
sing-gegevens. Maar liefst drie van de zes spre-
kers waren afwezig.
Tijdens de sessie Theoretische kartografie was
J. Pravda - of liever zijn matig Engels sprekende ver-
tegenwoordiger Hans Schlichtmann - een van de
weinigen die overzicht kon bieden over verschillende ont-
wikkelingen in de kartografische theorie. Hij onderscheidde
trends, concepten, Scholen en methoden of wetmatigheden.
De vier theoretische trends die op dit moment onderkend
kunnen worden liggen volgens hem op het gebied van de
reliefweergave, de ontwikkeling van de kartografische taal
(semiologie, kaartsymboliek enz.), het digitaal kartografisch
modelleren en andere, voornamelijk Gis-achtige trends.
Voor wat betreft de concepten onderscheidde hij cognitie,
communicatie en taalontwikkeling. Deze komen samen in
het concept 'geo-informatie', al zag Pravda dat als gewenst,
de daadwerkelijke ontwikkeling kon hij niet ontdekken.
Onder de Scholen onderscheidde hij slechts Imhof's, Arn-
berger's en Salichev's school. Wel was hij ervan overtuigd
dat er bij een goede inventarisatie meer Scholen zijn te ont
dekken. Tenslotte werden vier richtingen genoemd waarin
kartografen methoden of wetmatigheden moeten aangeven:
projectie, schaal, generalisatie en presentatie. Kartografen
moeten zelf de essentie van kaartontwikkeling en filosofi-
sche leer uitdestilleren, nog voordat filosofen het doen.
Als volgende spreker voegde Schlichtmann er zelf aan toe,
dat er slechts drie of vier richtingen in de kartografische se
miologie te onderscheiden zijn: die van J. Bertin, U. Frei
tag, C. Morris en J. Pravda. Verder bevatte zijn paper, ge-
schreven met Wolodtschenko en Pravda, geen wereldschok-
kende zaken.
Heiaas zette deze ontwikkeling zieh voort tijdens de sessie.
Het enige nog vermeldenswaardige is de aanpak die Kana-
kubo heeft gehanteerd om een Start te maken voor de
kleurkeuze van de topografische kaarten van Tokyo. Hij
heeft van bestaande internationale kaarten de kleuren beke-
ken met behulp van een kleurenkaart, en die in een radiaal-
diagram uitgezet. Op basis hiervan zouden regionale ver-
schillen en de voorkeuren van verschillende bevolkingsgroe-
pen zichtbaar kunnen worden. Bij de uiteindelijke kleur
keuze gooit hij deze weloverwogen aanpak echter over-
boord, hij besluit dan de kleuren van de vlag van Laos te
nemen, aangevuld met bruin, omdat deze wel geliefd zullen
zijn onder de bevolking...
De volgende ochtend gaf Maruyama in de sessie Gebruikers,
standaarden en verspreiding een overzicht van de ontwikke
ling van de digitale kaart van heel Japan, beschikbaar op
verschillende schalen. Zaken als betrouwbaarheid, volledig-
heid en ouderdom kwamen niet aan bod. De kaarten wor
den gedigitaliseerd van bestaand papieren kaartmateriaal.
De omvang van bestanden werd aangegeven in aantallen
floppydisks (van die zwarte, ja).
Moellering deed verslag van een rapport van de iCA-com-
missie die zieh bezighoudt met transferstandaards voor
ruimtelijke gegevens. Problemen die voorkomen bij de
transfer hebben vooral te maken met de syntax en met de
semantiek van de standaard. In het geval van 'hyperstruetu-
I995-XXI-4
ren' is het wenselijk om voor- en achterwaartse verbin-
dingen te kunnen maken. Er zijn 63 punten ont-
wikkeld die een standaard vergelijkbaar kunnen
omschrijven. De totale lijst van criteria omvat
meer dan tweehonderd onderdelen. Het techni
sche rapport is verkrijgbaar bij de ica. Salge gaf
een uitstekende aanvulling met betrekking tot de
standaardisatie van geo-informatie binnen de EU. Hij
gaf niet alleen een goed overzicht van de stand van
zaken, maar maakte 00k de relaties tussen verschillende Eu-
ropese instituten inzichtelijk. Iedereen die op dit gebied
werkzaam is zou deze paper eens moeten doornemen, ver-
helderend!
We bekeken Frans van der Wel (van de Universiteit
Utrecht) tijdens zijn optreden in de sessie Remote-sensing-
toepassingen. Het enorme podium in de hoofdzaal was geen
probleem voor Frans, een van de weinige jonge sprekers. De
presentatie over het CAMOTius-project verliep prima, alleen
struikelde de fotograaf over een trapje.
Bij de sessie Bewerking van ruimtelijke gegevens en
kartografiedie door Edzard Bos werd voorgezeten, was een
grote delegatie Nederlanders aanwezig. Het aangeven van
nauwkeurigheid en kwaliteit blijkt een belangrijk onder-
werp. De uit Canada afkomstige Dowell gaf een mogelijk-
heid om vage ('fuzzy') grenzen toe te passen, waardoor
schattingen een marge van betrouwbaarheid meekrijgen.
MacEachren deed het door een patroon van zwart/witte lij-
nen over het kaartbeeld te leggen en daarmee de intensiteit
te bepalen. Het mengen van de kleuren, door hemzelf be-
pleit als goede optie, bleek bij zijn testgroep niet goed aan
te slaan.
Dykes blijkt een code freak' te zijn, ofwel een program-
meur die met veel enthousiasme en dynamiek via een aantal
Sterke voorbeelden de mogelijkheden liet zien die een goede
grafische toegang op een gegevensbestand biedt. Het feit
dat hij Nederlandse gegevens gebruikt heeft en dat de pro-
grammatuur via Internet beschikbaar is, maakte het voor de
Nederlanders een nog interessantere presentatie. Voorbeel
den en meer informatie zijn te verkrijgen via de 'website'
van de universiteit van Leicester (http://www.geo.le.uk/
ARGUs/iNDEX. HTML)
Wolfgang Scharfe sprak in de sessie Sociale betekenis van
kartografie, en zijn onderzoek over kaarten in Duitse dag-
bladen leverde de interessante conclusie op, dat krantelezers
liever 'mooie plaatjesachtige' kaarten ziet dan wat hij 'kwali-
teitskaarten' noemde. Het was 00k frappant te hören dat in
heel Duitsland bij slechts een dagblad een kartograaf werk
zaam is. Dan hebben we in Nederland tegenwoordig toch
weinig te klagen! Twee aardige papers over kaartgebruik en
-vervaardiging door kinderen vormden een mooie prelude
op de oprichting van de nieuwe iCA-werkgroep 'Kinderen
en kartografie', de dag erna. Barend Köbben (Universiteit
Utrecht) heeft zieh namens Nederland als contactpersoon
beschikbaar gesteld. Hij zal de nvk op de hoogte houden
van de ontwikkelingen in deze werkgroep. Dat oude ge-
woontes moeilijk uitsterven bleek verder uit een niet geheel
'politiek correct' verhaal over kartering in Zuid-Afrika.
Ferjan Ormeling, voorzitter van de sessie Onderwijs en op-
leidingen, had twee Nederlandse presentaties onder zijn
hoede. Richard Knippers (itc) verhaalde over de manier
51