1 um 'S« ICA 53 KARTOGRAFISCH TIJDSCHRIFT I995-XXI-4 Het onderzoek van Clifford Wood naar het effect van lijnvereenvoudiging (geen generalisatie, maar reductie in het aantal knikpunten van een lijn) op de analysesnelheid van een gebruiker lever- de op dat vereenvoudiging geen effect heeft. Er waren echter een aantal haken en ogen aan het onderzoek verbonden, zodat onderzoeker en pu- bliek met meer vragen eindigden dan starrten. Naamgenoot Michael Wood gaf vervolgens een aan tal voorbeelden van DTM-gebruik ter orientatie voor wande- laars in de Schotse hooglanden. Castro kon - ondanks zijn vele diploma's - niet duidelijk maken waarom men een Vo- ronoi-datastructuur zou moeten aanleggen. Atlassen vormen nog altijd belangrijke resultaten van karto- grafische werkzaamheden. Om er een hele dag aan te beste- den kan dus erg leerzaam en interessant zijn. Uw verslagge- vers hebben gekozen voor het tweede blok van de sessie At lassen, dat een ramp zou worden, zo had men ons voor- speld. Aan de onderwerpen kon het niet liggen, die waren veelbelovend genoeg. Dan moest het iets anders zijn, de sprekers dus. Inderdaad was er niet veel van te volgen, er liepen zelfs een aantal mensen proestend van het lachen de zaal uit. De verhalen waren echter best aardig om te lezen, en een aanpak om naar de achterliggende betekenis van toponiemen te kijken was voor ons in ieder geval nieuw. In het hele atlasprogramma was er helaas geen enkele spreker die (nationale) atlassen inhoudelijk besprak. De problemen over tijd, geld en informatieverwerving hebben we al vaker gehoord. Het had ons zo leuk geleken om een kenner van een land dat land eens te laten bekijken door middel van een atlas, om vervolgens te hören hoe groot de overeen- komst tussen het eigen beeld en de atlas is, en wat er zoal ontbreekt. In de bijeenkomst Naar automatische gegevensinwinning gaf de lezing van Armenakis over het gebruik van digitale or- thofoto's en stereoparen om topografische kaarten bij te werken een leuk overzicht, al leek de opzet nogal standaard. Een foto als achtergrond om op te digitaliseren klonk ons in ieder geval bekend in de oren. Van de twee daaropvol- gende presentaties over automatische herkenning van we- gennetwerken uit digitale beeiden was dat van Domenikio- tis het mooist uitgewerkt. Hij liet een opzet zien van het onderzoek, de vorderingen en enkele eerste resultaten, die er voor de gekozen situatie niet siecht uitzagen. Zelfs rela- tief vaak onderbroken wegen worden weer aan elkaar ge- koppeld met zijn volledig automatisch verlopende metho- de. Interessant om eens te bekijken als men daar 00k mee wil experimenteren. In de sessie over Desktop Technologien was vooral de intro- ductie van twee recente desktop karteringspakketten inte ressant. Het Franse programma 'Nuages' bleek zeer uitge- breide Software te zijn, vooral geschikt voor topografische kartering. Het is bedoeld voor Windows- en Next-machines en zag er veelbelovend uit. Het was echter wel even slikken bij een prijsindicatie van ongeveer 50.000 gülden! Goedko- per is MacMap, draaiend op de Apple Macintosh en 00k al van Franse origine. Het ign (de Franse Topografische Dienst) gebruikt dit pakket bij de produktie van hun kaar ten 1:25.000, dus echt siecht kan het niet zijn. In de sessie Geschiedenis van de Kartografie waren lezingen op dit bijzondere vakgebied, dat alleen terugkijkt naar oude tijden en de weergave van de wereld destijds in (voor- alsnog) papieren kaarten. Toch zijn de Computer en nieuwe technische ontwikkelingen 00k in dit vakgebied aan het doordringen. Analyses vinden niet alleen meer plaats naar aanleiding van pa pieren beschrijvingen en inventarisaties, maar steeds meer aan de hand van metingen en digitale vergelijkingen van (gecorrigeerd) kaartmateriaal uit verschillende bronnen. Het was jammer dat de Utrechtse hoogleraar Schilder en historisch georienteerde collegas van hem ontbraken om hier naar te kijken namens de Nederlandse historisch kartografen. Een mooi voorbeeld vormde de ontwikkeling van het Europese spoorwegnet. Door verzameling en digitalisering konden overzichtskaar- ten worden gemaakt die verschillende patronen tonen als men de gegevens bevraagt, zoals spoorwegbreedte, aanleg- datum, opening van nieuwe trajecten enzovoort. Door de ontwikkeling van dergelijke infrastructurele werken kan 00k de (natuurlijke en politieke) grensontwikkeling in Eu ropa bestudeerd worden. Een enthousiast verhaal van Car- reras gaf die boodschap aan het kleine groepje belangstel lenden mee. Eens even wat anders was Vromuen en Kartografie. Het Ne derlandse lid van deze club (Olev Koop, Universiteit Utrecht) was niet aanwezig bij de sessie. Toen we eens goed rondkeken bleken er sowieso erg weinig heren aanwezig te zijn. Naast een van de sprekers en uw verslaggever telde ik er nog vier. De overige, ongeveer 25 aanwezigen waren vrouwen, waarbij vooral de wat oudere, rijpere vrouw sterk was vertegenwoordigd. Het eerste verhaal ging over de in Noord-Amerika erg bekende Barbara Bartz Petchenik. Ne- derlanders kennen haar van artikelen over cognitie en van de iCA-prijs die naar haar genoemd is. Een strakke biblio- thecaresse, A. Auringer Wood gaf een uitvoerig overzicht van leven en werken van Barbara en de referenties van an deren naar haar werk. Het was uw verslaggever daarna nog niet duidelijk wat Barbara nu zoveel bijzonderder maakt dan andere hardwerkende wetenschappers. Ze was niet de eerste, noch de laatste vrouw in de kartografie, niet van een bijzonder land en niet bijzonder oud of heroisch. Evenwel heeft ze een prijs op haar naam staan en waren de aanwezi gen erg enthousiast. De enige vraag (gesteld door een Amerikaan) was of 00k bekend is waar Barbara is geboren. Helaas, dat was niet het Een Sterke Nederlandse inbreng bij de sessie over 'Education and Training internationale Conference Wth General Assembly of ICA lOeAssemblee generale de l'ACi

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1995 | | pagina 59