UAiJüijJ L'MJA ICA/AC! KARTOGRAFISCH TIJDSCHRIFT communicatie tussen de lidorganisaties nog niet optimaal verloopt. Het zal dus nog even duren voordat aanpassingen goed zichtbaar zijn. Wood is het wel met me eens dat er nog te weinig jonge mensen aanwezig zijn. Hij herinnert zieh uit zijn jonge dagen nog heel goed dat niemand hem opmerkte ondanks zijn capaciteiten. Pas na wat gesprekken bleek er toch inte- resse te bestaan in de nieuwe generatie kartografen. Die houding is nog niet veel veranderd maar dat zal zeker ge- beuren. Veel nieuwe zaken worden vooral opgepikt door wat jongere kartografen terwijl het wat oudere slag moeite heeft nieuwe technieken op te pikken en in te bedden in hun werkwijze. Ook de ica als organisatie zou wat meer aandacht moeten besteden aan posities van jongeren bin nen de ica. Dit is dan ook een van de nieuwe aandachts- punten die hij nastreeft. Dit brengt me op het punt van de iCA-organisatie zelf. Hoe ziet Wood zijn kandidaatstelling en het feit dat hij de enige is? Net als Taylor betreurt hij dat er niet meer kandidaten zijn. Hij heeft echter een weloverwogen keuze gemaakt om zieh als kandidaat te laten nomineren en zal met groot enthou- siasme het ambt van voorzitter op zieh nemen. Taylor geeft aan dat het gebrek aan kandidaten ook komt door verande- ringen in de procedures van de ica. Het was eerst gebruike- lijk dat tot op het allerlaatste moment nog kandidaten wer den aangemeld, ook nu hadden er wel 17 kandidaten kun- nen zijn, maar door nieuwe regels is deze mogelijkheid weg- gevallen. Op deze wijze kunnen de verschillende nationale afgevaar- digden zieh beter voorbereiden en nog thuis overleg plegen over wat te zullen stemmen. Naar zijn mening is deze situ- atie veel gezonder dan voorheen en sluit het aan bij het funetioneren van een grote, professionele, internationale or ganisatie. Vanwege deze meer formele struetuur kan ik beide heren niet verleiden tot een uitspraak over de voor- keur van de lokatie voor de volgende General Assembly. Toch schemert er een en ander door als Wood aangeeft dat stimulering van de ontwikkelingslanden een aandachtspunt is van de ica en dat dit in de toekomst nog sterker zal wor den benadrukt als het aan hem ligt. Eigenlijk is dit het enige speeifieke punt dat hij wil noemen over zijn toekom- stige orientatie als president van de ica. Hij wil eerst eens peilen wat de commissies en leden zoal willen. Taylor geeft aan beter Swahili te spreken dan Engels en dat internationale ontwikkelingen bij Afrikaanse en Zuidameri- kaanse landen hem na aan het hart liggen. Het onderhou- den van relaties met landen van deze werelddelen is dan ook een van zijn hoofdwerkzaamheden naast de ica. Hij benadrukt echter dat een iCA-president geen stem heeft in dezen en dat hij, net als Edzard Bos dat deed bij de stem- ming over Amsterdam of Stockholm, een correcte, neutrale positie zal innemen. Later verneem ik uit betrouwbare bron dat er een overgrote meerderheid voor Canada heeft geko- Vanuit de persoonlijke voorkeur voor de lokatie stap ik over op de (kartografische) werkzaamheden van beide heren na(ast) of voor de ica. Wie zijn zij eigenlijk en wat doen ze 1995-XX1-4 17e Conference 17th International Cartographic Conference Internationale lOth General We Assembler Assembly ot ICA generale de l'ACt 11 Cartographique MmmMä ale Robert Kuunders overbandigt Fräser Taylor een exemplaar van het (geheel vernieuwde) Kartografisch Tijdschrifi. zoal? Taylor is naast zijn iCA-president- schap nog met een aantal andere be- stuurlijke (politieke) funeties bezig. (Ah! Vandaar zijn uitstekende formule- ringen in dit opzicht.(RK)) Hij is ver- antwoordelijk voor alle internationale betrekkingen van zijn universiteit (Carleton University, Canada) en heeft een keur aan internationale projecten lopen met landen als China (nationale atlas, de laatste van het 'klassieke' soort), Mexico, Chili en Zuid-Afrika. Michael Wood, de nieuwe voor zitter van de ICA. 56

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1995 | | pagina 62