Hij is meer artistiek dan wiskundig opgeleid en heeft naast zijn huidige onderzoek in gebruiksvriendelijkheid van kaarten (kartografie en cognitie) 00k nog een voorzitterschap van een vereniging van ambachtelijke kartogra- fen in Engeland. Hij hoopt niet dat het presidentschap van de ica hem van zijn onderzoek zal afhouden. Fräser Taylor schrijft in iCA-rapport over de periode 1991 -1995l) 57 KARTOGRAFISCH TIJDSCHRIFT I995-XXI-4 Hij heeft nog niet zo lang geleden een prijs gewonnen voor een 'grand pro- jection' en heeft dus voldoende om handen. Wood is een wat bescheidener man en noemt zieh een old style' kar- tograaf. Hij was de eerste post univer- sitaire Student in Engeland onder John Keith, heeft onder andere les gehad van Imhoff in Zürich en Berann in Innsbruck. Ik vraag dus aan Taylor wat hij over het presidentschap nog graag zou zeg- gen tegen Wood. Hij steh direct: 'Mi chael, het wordt een stuk zwaarder dan het lijkt en verwacht vooral geen dank van anderen! De eerste regel van be- stuur is: Als er iets goed gaat, is het dankzij je briljante collega's, als er iets fout gaat tref je zelf schuld.' Een stelli ge mening die hij zonder aarzelen op- dreunt. Taylor komt dan 00k over als een doorwassen politicus die overtui- gend zijn aanwezigheid laat gelden. Michael Wood is een heel ander man. Hij is meer het vaderlijke type dat eerst eens rüstig afwacht wat anderen er van vinden en dan een aantal sug- gesties doet waaruit men zou kunnen kiezen. Hij trapt dan 00k niet in de val om direct een motto te geven wat ie- dereen moet bijblijven als ze aan Mi chael Wood denken. Heeft Arnold Schwartzenegger het bekende 'Hasta la vista, Baby', Wood geeft te kennen daar geen trek in te hebben. 'Laat ie- dereen maar een warm gevoel krijgen als ze aan me denken. Als lid van de kartografische familie hoop ik overal met een vriendelijke lach begroet te worden' is zijn commentaar. Naar mijn idee een vrij zachtaardige hou- ding. Ik ben dan 00k niet verrast als hij in tegenstelling tot wat hij beloofd heeft, 00k niet bij het slot van het con- gres wat meer kan verteilen over de richting die hij wil varen met de ica. Het zal wel een rüstige tijd worden de körnende vier jaar. R.E. Kuunders Ter gelegenheid van de ioe Algemene Ledenvergadering van de ica in 1995 is een rapport samengesteld dat een overzicht moet bieden van hetgeen in de periode sinds de voorgaande vergadering (in 1991) is bereikt (figuur 1). Scheidend president Fräser Taylor schetst in de inleiding de ontwikkelingen binnen de ica in breder verband, terwijl de rest van het rapport vooral verslagen van de activiteiten van iCA-commissies en -werkgroepen bevat. De belangrijkste punten uit de inleiding worden hier weergegeven. Figuur 1 Logo en titel van het ICA-rapport over de periode 1991-1995 Taylor begint met de vaststelling dat de ica de wereldorga- nisatie voor de kartografie is. Kartografie definieert hij ver- volgens als 'de diseipline die zieh bezighoudt met de vorm- geving, produktie, verspreiding en bestudering van kaarten', en een kaart is 'een gesymboliseerd beeld van de geografi- sche werkelijkheid, waarin een selectie van dementen of kenmerken wordt weergegeven; zij vormt het resultaat van creatieve inspanningen van kartografen, en wordt ontwor- pen voor gebruik wanneer ruimtelijke relaties speeifiek van belang zijn'. Met name de laatste definitie is opmerkelijk, omdat kartografen expliciet als de makers van de kaart wor den genoemd. De ica is in 1959 in Bern, Zwitserland, opgericht door 13 lidstaten. In 1991 waren er 62 lidstaten, en in 1995, nog vöör de ioe Algemene Ledenvergadering zieh over weer nieuwe aanvragen had gebogen, was dit aantal al verder uitgegroeid tot 81 nationale leden. De lijst van lidstaten op de achterzij- de van het rapport laat zien dat ontwikkelingslanden, en met name Afrika, siecht vertegenwoordigd zijn. Een nieuwe categorie leden - de 'aangeslotenen' - is in het leven geroe- pen om bedrijven uit de particuliere sector, die een steeds belangrijker rol in de moderne kartografie speien, en andere organisades en instellingen actiever te kunnen betrekken bij het werk van de ica. De aangesloten leden hebben dezelfde rechten en plichten als lidstaten, met uitzondering van het stemrecht. Het aantal is gegroeid van 2 in 1991 naar 12 in 1995. Het itc is de enige Nederlandse deelnemer in deze ca tegorie. Alle leden betalen contributie. De laatste acht jaar vertoont de balans een positief saldo. De doelstellingen van de ica zijn vooral gericht op het bevorderen van het gebruik van ruimtelijke informatie met behulp van kartografische Produkten. Deze produkten kunnen worden gebruikt in besluitvormingsprocessen, en zo onder meer een bijdrage leveren aan het oplossen van wereldwijde problemen. Het overdragen van technologie en kennis tussen landen hoort daarbij, evenals het stimuleren en uitvoeren van onderzoek en onderwijs en het streven naar gebruik van standaards in de kartografie. In het bereiken van de doelstellingen speien de iCA-com- missies en -werkgroepen een belangrijke rol. In de periode 1991-1995 waren er vier permanente commissies, acht gewo- ne commissies en vier werkgroepen. Voor hun activiteiten zijn ze afhankelijk van het enthousiasme en de tijd die de 250 betrokken individuen (afkomstig uit 66 landen) er -vaak in hun vrije tijd- aan willen besteden. De ene groep steekt er meer in dan de andere. Het organiseren van

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1995 | | pagina 63