KARTOGRAFISCH TIJDSCHRIFT
I995-XXI-4
bevat meer wegen en plaatsnamen dan
men gewend is van bladwijzers. Verder
is er een uitvoerig namenregister opge-
nomen met ongeveer 5000 namen. De
overige informatie is echter nogal on-
samenhangend. Zo vermeldt de in-
houdsopgave alle bladnamen. Deze
zijn uniek voor de Compact Atlas en
worden gevormd door maximaal drie
plaatsnamen van het betreffende kaart-
blad. Maar hiervan zal men niet gauw
gebruik maken om een plaats op te
zoeken, daarvoor zijn register en blad-
wijzer veel beter geschikt.
Verder verwijst de inhoudsopgave 00k
naar de 'Toelichting bij het register' en
Informatie Topografische Dienst',
maar de betreffende bladzijden zijn
niet van een bladnummer voorzien.
Dit maakt de inhoudsopgave als ont-
sluitingsmiddel weinig bruikbaar en
had dus beter weggelaten kunnen wor
den. Wat 00k ontbreekt is een duide-
lijke schaalaanduiding. Wel Staat in
titel en voorwoord de numerieke
schaal vermeld, maar nergens in de
Compact Atlas is een schaalstok afge-
beeld. En niet iedere gebruiker weet
dat het RD-net om de km is getrokken.
De toelichting vermeldt alleen dat dit
om de 2 cm is gedaan en geeft verder
geen enkele aanwijzing hoe afstanden
in de kaart gemeten kunnen worden.
Verder ontbreekt een verklaring van de
dubbele jaartallen die onder ieder
kaartblad staan.
Tenslotte is nog een volledige lijst plus
bladwijzer van alle losse kaartbladen
1:50.000 opgenomen. Maar menig at-
lasgebruiker is waarschijnlijk eerder
benieuwd naar meer gedetailleerde in
formatie over zijn omgeving, zoals bij-
voorbeeld de kaartbladen 1:25.000
geven. Daarom kan de informatie over
de produkten van de Topografische
Dienst beter beperkt blijven tot die
ene bladzijde, waarin 00k verwezen
wordt naar de gratis verkrijgbare en
overigens uitstekende Catalogus/Prijs-
lijst. Dit komt de compactheid en
evenwichtigheid ten goede. Samenvat-
tend kan gesteld worden, dat de Com
pact Atlassen handzame atlassen zijn
in een prettig formaat, met recent en
duidelijk kaartmateriaal en met veel
randinformatie, die echter voor verbe-
tering vatbaar is. De eerste drie Com
pact Atlassen zijn nu versehenen. De
serie zal de herziening van de kaarten
door de Topografische Dienst op de
voet volgen en voor 1996 zijn de delen
Friesland en Gelderland gepland. Een
bijkomend voordeel van dit uitgeef-
programma is, dat bezitters van de eer
ste Grote Topografische Atlassen nu
geleidelijk hun inmiddels verouderde
atlassen kunnen vervangen door het
meest recente materiaal.
M.A. Damoiseaux
Digitale modelten van terrein en
kaart. Redactie: R. van der Schans.
Delft: Nederlandse Commissie voor
Geodesie. Publikatie 33, 1993
Wat is een 'hoogtepunt'? 'Een naar lig-
ging en hoogte bepaald punt op het
aardoppervlak' of 'een stip op de kaart
waarmee men een hoogtecijfer lokali-
seert'. Met deze beide definities startte
Van der Schans de gezamenlijke bij-
eenkomst van de Subcommissie gis
van de Nederlandse Commissie voor
Geodesie en de werkgroep Onderwijs
en Onderzoek van de Nederlandse
Vereniging voor Kartografie. Het zijn
respectievelijk omschrijvingen uit het
FiG-woordenboek en het Kartografisch
Woordenboek, die de verschillen repre-
senteren tussen Digitale Landschaps
Modellen (dlm's) en Digitale Karto-
grafische Modellen (dkm's). dlm's zijn
te beschouwen als selecties uit de wer-
kelijkheid, vastgelegd, naar lokatie en
attributen alsook onderlinge relaties in
een database. Een dkm is een van het
dlm ontleende (selectie) van 'tekenin-
strueties' waarmee een kaart op beeld-
scherm of papier te maken is. Vanuit
een dlm kunnen bijvoorbeeld voor
verschillende doelgroepen, meerdere
dkm's met eigen inhoud worden afge-
leid. Het hier besproken werk is de
neerslag van de genoemde studiedag
en bevat de bijdragen van vijf sprekers,
die ieder op een andere manier de
dlm/dkm problematiek bespraken.
Bij de bespreking van de struetuur van
een dkm en dlm en onderlinge relaties
wordt door Van der Schans in zijn
theoretische beschouwing gebruik ge-
maakt van een Schema dat uit vier
lagen bestaat. Op het hoogste niveau is
de werkelijkheid het uitgangspunt en
op het laagste niveau de kaart (of iede
re andere grafische voorstelling). Op
het hoogste tussenniveau bevindt zieh
het dlm, met parallel hieraan de men
tale voorstelling van het terrein. Een
dlm kan rechtstreeks vanuit de werke
lijkheid worden gegenereerd of via het
mentale model van de werkelijkheid.
Op het laagste tussenniveau bevindt
zieh het dkm, met 00k hieraan parallel
een mentale voorstelling van de kaart.
De dkm kan afgeleid worden van het
dlm of van de mentale voorstelling
van de kaart. Beide resulteren in de
kaart. In een kaartproduktie-omgeving
gaat het proces van het hoogste naar
het laagste niveau, maar 00k andere
trajecten door het Schema zijn denk-
baar. De dlm's en dkm's bieden de
mogelijkheid flexibel, maar 00k zeer
gestruetureerd te werken.
In een bijdrage van Kolk wordt de toe-
passing van dlm's en dkm's besproken.
In zijn betoog wordt het totale pro-
duktietraject bij de Topografische
Dienst (tdn) besproken met de na-
druk op de verschuiving van analoog
naar digitaal en de veranderingen in
denkhouding van kaartgericht naar be-
standsgericht. De bestanden van de
tdn zijn echter vooral 'tekenbestanden'
(dkm's) gebaseerd op de vormgeving
van de analoge kaart. Afhankelijk van
hoe men naar de gegevensstrueturen
kijkt zijn er tevens dementen van
dlm's te vinden. Een duidelijke schei-
ding tussen dlm en dkm is echter niet
aanwezig, wat het gebruik van de be
standen binnen gis kan belemmeren.
De dlm/dkm-problematiek in groot-
schalig perspectief werd behandeld
door Murre van de gemeente Amster
dam. Na een toelichting op de ontwik-
kelingen rond de kaart van Amsterdam
1:5000/1:10.000 en de kaart 1:1000
blijkt dat men 00k in Amsterdam, net
als in Emmen, een bestand heeft dat
zowel dlm- als DKM-elementen bevat.
In de toekomst is met niet van plan
deze scheiding strikt aan te brengen;
wel wil men de bestanden intelligenter
maken door het toevoegen van code
ringen.
Een totaal andere kijk op de materie
werd gegeven door Heres. Hij bena-
derde de problematiek vanuit de auto-
navigatiesystemen. Een dkm is in zijn
optiek slechts een van de vele mogelij-
ke speeifieke toepassingsmodellen, ter-
wijl het dlm een deel is van het Uni-
versele Landschaps Model dat alle in
formatie uit/omtrent de werkelijkheid
bevat. Zo is het GDF-model, de gege-
vensstruetuur toegepast bij autonavi-
gatie, te beschouwen als een dlm. Van
uit zijn toepassingsdomein vond hij de
DLM/DKM-benadering te beperkt, al
moet men zieh afvragen of het streven
naar een universeel totaal bestand wel
zo raadzaam is. Aalders tenslotte keek
over de landsgrenzen heen om te zien
hoe men in het buitenland omgaat
74