KARTOGRAFISCH TIJDSCHRIFT
I996-XXII-I
Begin der herbevolking
In de loop van de 19c eeuw herstelde
de vlakte langzamerhand van de won-
den uit het verleden. De havenplaats
Banjuwangi groeide door toestroming
over zee van tal van landaarden: Baline-
zen, Madoerezen, Chinezen, Arabieren,
Boeginezen, Mandarezen en zelfs Brit
ten, die er een telegraafkantoor vestig-
den als tussenstation voor hun tele-
gramverkeer via Singapore met Austra-
lie. De enige verbinding over land met
de rest van Java werd gevormd door de
oude Postweg van Daendels, die van
Situbondo oostwaarts Voerde en vervol-
gens tussen de vulkaan Baiuran en het
Idjencomplex in de richting van Banju
wangi leidde (figuur 1). In 1875 werd
een begin gemaakt met de verbetering
en verlenging van deze weg tot Banju
wangi, doch daar hij over grote afstan-
den door met tijgers bevolkt oerwoud
leidde heeft hij nooit als invalsweg voor
immigranten gefungeerd. Wel spreekt
Veth [4] van een dichte bevolking in de
omgeving van Banjuwangi, doch meer
zuidwaarts maakten de rijstvelden nog
plaats voor bossen en alang-alangvel-
den. Pas de aanleg van de spoorlijn Ka-
lisat-Banjuwangi in de jaren 1890, die
de aansluiting met het Javaanse spoor-
wegnet tot stand bracht, maakte een
einde aan het isolement van het gebied
(figuur 1). De Javaanse koelies die aan
de spoorlijn hadden gewerkt lieten hun
families overkomen waardoor de her
bevolking van de vlakte een aanvang
nam. Zoals blijkt uit het kaartfragment
van 1924 (figuur 2) had deze immigra-
tie vooralsnog geen gevolgen voor het
zuidelijk deel van de vlakte, alwaar van
occupatie nog steeds nauwelijks sprake
was. De ontsluiting van het gebied
kwam pas goed op gang door de aanleg
van de weg Djember-Banjuwangi die
in 1924 voor het verkeer werd geopend
(figuur 1). In de jaren 1930 werden ver-
volgens door het Gouvernement de
Kali Baruwerken ter hand- genomen,
een omvangrijk irrigatieproject in het
zuiden van de vlakte. Ofschoon het
plan als gevolg van de economische cri-
sis in de jaren dertig niet volledig werd
uitgevoerd, heeft dit project in belang-
rijke mate de verdere instroming van
immigranten verhaast. Enige cijfers
kunnen deze ontwikkeling illustreren.
Volgens Regelink, die de uitkomsten
van de volkstelling van Nederlands-
Indie van 1930, voor wat betreft Java en
Madura, in zijn dissertatie analyseerde
[5], was de bevolkingstoename in Ban
juwangi in de periode 1920-1930 met
74% het grootst van alle 87 Javaanse re-
gentschappen. Het in het zuiden van de vlakte gelegen dis-
trict Genteng behaalde zelfs een toename van 133%! Het
aangrenzende regentschap Djember kwam niet verder dan
48,7%. Kenmerkend voor de recente instroming van immi
granten was in 1930 00k het grote mannenoverschot. Op
1000 mannen werden in 1930 in het regentschap Banjuwan
gi slechts 934,7 vrouwen geteld, het laagste cijfer van geheel
Java.
Conclusie
Samenvattend kan dus gesteld worden dat de vertraagde
ontwikkeling van de vlakte van Banjuwangi te wijten is aan
haar geografisch isolement en aan historische factoren, met
name aan de machts- en godsdienststrijd tussen het islamiti
sche Mataram en de Balinese Hindoevorsten. Wel maakte
het uiteenvallen van Mataram in het midden van de i8e
eeuw en de uitbreiding van de Nederlandse heerschappij een
einde aan deze conflictsituatie, maar pas de aansluiting van
het gebied aan het Javaanse verkeersnet door de aanleg van
spoor- en autowegen verloste de vlakte uit haar isolement.
De uitvoering van irrigatiewerken in de jaren 1930 verhaastte
vervolgens de instroming van immigranten. Er is nauwelijks
een beter medium denkbaar dan het kaartbeeld om deze
ontwikkeling te illustreren.
Literatuur
[1] Tennekes, J. (1963), De bevolkingsspreiding der Residentie
Besoeki in 1930. tag, pp. 309-423.
[2] Lekkerkerker, C. (1938), Land en Volk van Java; Inlei-
ding en algemene beschrijving.
[3] Junghuhn, F.W. (1853), Java, deel3.
[4] Veth, P.J. (1903Java; geographisch, ethnologisch en histo
risch. Deel 3, Geographie.
[5] Regelink jr., Z. (1931), Bijdrage tot de kennis van het be-
volkingsvraagstuk op Java en Madoera.
Noot
1. Daar in deze bijdrage overwegend sprake is van historische situaties
zijn de toponiemen weergegeven in het Indonesisch van voor de
spellingsovereenkomst met Malaysia in 1972.
Summary
F.J. Ormeling sr. - Maps of the changing landscape of Javas
eastern corner
Keywords: historic cartography; official cartography;
research
This article sketches the development of the Banjuwangi piain
since the iyth Century. This area at the eastern end ofjava remai-
ned relatively undeveloped for a long time, due to its geographical
Isolation, to the power and religious struggles among the surroun-
ding peoples and later due to volcanic eruptions. The extension of
Javas rail and road network into the area at the beginning ofthis
Century released the piain from its isolation. The development of
Irrigation Systems in the 1930 's speeded up the flow of immigrants.
These developments are clearly illustrated in the comparison of
two topographic map extracts, from 1924 and 1930.
9