KARTOGRAFISCH TIJDSCHRIFT
I996-XXII-I
llwlv*kt
flOWQOROÜW^
f
[rabrwfflo
'VW
de Duitse legereenheden om het Pei-
pus Meer Peipsimeer, Estland) wa
ren zichtbaar een voorbereiding voor
een aanval op Leningrad, (n.b. De af-
stand tussen het Peipus Meer en het
Ilmen Meer bedraagt ongeveer 250 ki-
lometer.)
De kaart van Lambooy uit De Tele-
graafvzn 24 maart 1944 geeft als toe-
lichting in de tekst 'Bij Winnitsa en
Tornopol ligc op 23 maart 1944 het
zwaartepunt van het Sovjet-Russische
offensief tussen de middenloop van de
Oekra'inische Boeg en de Dnjestr. Aan
de Dnjestr zelf en in het gebied Pros-
koerof-Brody woeden nog steeds zware
wisselvallige gevechten met overmach-
Figuur 4 - Landing
in de stormnacht
bij Catania, Sicilie
(194)). Uit: De
Telegraaf, 15 juli
1943, kaart: Van
Pelt (4330).
Figuur y - De op-
mars naar Lenin-
Uit: De Te
legraaf, 2 februari
1944, overgenomen
uit de Brüsseler
Zeitung.
tige vijandelijke strijdkrachten'. Dit kaartje (figuur 7) is van
de voorbeelden het enige, dat de in de journalistieke ver-
slaglegging genoemde lokaties herkenbaar weergeeft. Op
het ingevoegde kaartje (figuur 8) is nogmaals een overzicht
van de laatstgenoemde acties te zien. Barbarossa, Hitlers
plan voor een aanval op Rusland met als doel Leningrad,
werd in maart 1941 door de Russische strijdkrachten verij-
deld. Het gebied tussen de Dnjestr en de Dnjepr werd inge-
nomen om vanuit Kiev door te kunnen stoten naar de Wol
ga en Leningrad. In figuur 8 is deze situatie duidelijk in
kaart gebracht. Tot besluit nog 'De strijd om de Marshall
eilanden'. Een kaartje uit De Telegraaf van 7 februari 1944
(Van Pelt, 4406) moest een overzicht geven van de strijd
van de Japanners tegen de Amerikanen in het centrale deel
van de Stille Oceaan. Japan had de eilanden Lac, Kwadjelin,
Wotje, Maleoelap en Arno bezet en de Amerikaanse Iucht-
strijdkrachten vielen de Japanse Stellingen voortdurend aan.
Vanzelfsprekend had het keizerlijke hoofdkwartier het over
afweersuccessen en werd er van gevechten op de eilanden
melding gemaakt. Het vage overzichtskaartje van een glo-
baal gekozen gebied op de evenaar moet de lezer hiervan
een indruk geven. Ter verduidelijking werden de afstanden
naar de Philippijnen en Japan vermeld, respectievelijk 4600
en 4500 km. De schaalstok laat zien dat dit zeker geen ge-
detailleerde kaart kon zijn, omdat de eilanden per definitie
als stip al te groot waren afgebeeld.
Tot slot
De frontkaarten uit de Tweede Wereldoorlog gaven de oor-
logssituatie over het algemeen 'bescheiden weer. Misschien
was dit de bedoeling en wilde men het publiek niet te veel
inzicht geven. De bijbehorende informatie werd summier
gehouden en stond in de kranten vaak her en der verspreid
weergegeven, zodat de kaart en de arrikelen te zamen een
zoekplaatje vormden. Het was dus moeilijk een goed karto-
grafisch produkt te leveren, dat aansloot bij de verslagleg-
ging. Bovendien kwam de informatie in gedeelten binnen,
hetgeen onder meer de oorzaak zou kunnen zijn dat deze
niet geheel of soms geheel niet bij het afgebeelde kaartfrag-
ment paste. Het omgekeerde kwam 00k voor. Tevens speel-
den de afstanden een grote rol: de gevechtslinies liepen vaak
over honderden kilometers terrein, wat de weergave in
kaartvorm bemoeilijkte. Rekening houdend met de om-
standigheden van die tijd, het materiaal en de kwaliteit van
de apparatuur (niet te vergelijken met die van nu) lijkt het
of de kaarten 'uit een magazijn' werden getrokken en wer
den aangevuld met gegevens van het laatste ogenblik. Er
werd veel aan de fantasie van de lezers overgelaten. Weinig
lezers zullen in die jaren de moeite hebben genomen om de
kaartinformatie met de atlas te vergelijken, om op die ma-
nier de strijd te kunnen volgen. Degenen die dit wel deden
zullen moeite hebben gehad met de juiste interpretatie van
de zoekplaatjes. Dat het mogelijk is het kaartmateriaal op
meer functionele wijze te presenteren laten de figuren 2, 6
en 8 zien die, dat moet gezegd, onder gunstigere omstan-
digheden vervaardigd werden.
De hier beschreven kaartjes vormen slechts een greep uit
vijftig jaar oude kranten, die bij het openslaan van ouder-
dom uit elkaar dreigden te vallen. Dank zij de medewer-
king van reprograaf Frans Backer konden zij nog in deze
kwaliteit worden gepubliceerd en konden wij terugblikken
naar een voor velen niet zo beste tijd.
13