KARTOGRAFISCH TIJDSCHRIFT I996-XXII-I stonden haaks op een verantwoord conserveringsbeleid; res- tauratie is vrij zinloos als er geen goede berging tegenover Staat. Maar er waren in de oude zaal 00k voordelen, die niet prijs- gegeven mochten worden. Afgezien van de decentrale ruim- ten was er goed daglicht, een goed toezicht op de raadple- ging, een krachtige installatie voor de klimatisering en bin nen de kaartenzaal waren de aanvoerwegen kort. Om aan beide eisen, een betere conservering en een beter functione- ren van de ruimten, te kunnen voldoen was het nodig om de volgende aspecten van de nieuwe situatie te beoordelen en om te zetten in een wensenpakket dat een goed plan voor de Kaartenzaal zou opleveren: 1. oppervlak en ruimtecapaciteit 2. functioneel-ruimtelijke geleding, ruimte-efficiency 3. bergingssystemen 4. klimatisering en lichttoetreding 5. inventaris en speciale voorzieningen 6. locatie, toegankelijkheid en beveiliging 7. vormgeving en afwerking. De nieuwe ruimte, een voormalig krantenmagazijn, gecom- bineerd met twee kamers, voordien in gebruik door de af- deling Informatisering, gaf op de meeste punten aanzienlij- ke problemen. Aan de hand van deze punten leid ik de lezer in vogelvlucht längs de planning, bouw en inrichting van de nieuwe Kaartenzaal. Oppervlak en ruimtecapaciteit Zoals eerder uiteengezet schoot de oude kaartenzaal na meer dan 25 jaar volkomen tekort wat de beschikbare ruim te betreft, ondanks tussentijdse aanvulling met een maga- zijn in de kelder en wat extra capaciteit in het hulpdepot in Amsterdam Zuidoost. Het oppervlak van de nieuwe locatie was echter niet veel groter. Bovendien, wilde er van enige verbetering sprake zijn, dan moesten allerlei zaken minder opeengepakt en beter toegankelijk zijn. Kortom, zonder extra wensen zou de gecomprimeerde inhoud van de kaar tenzaal al enorm uitdijen als looproutes een normale breed- te kregen, kästen normaal toegankelijk waren en dergelijke. Maar er waren meer gerechtvaardigde eisen. De inhoud van het noodmagazijn in de kelder moest met de kaartenzaal herenigd worden. Ook was de directie reeds lang overtuigd van de uitzichtloze situatie van de conservering van het ma- teriaal als niet met grote spoed een aanzienlijk deel van de collectie in een goede (laden-)berging ondergebracht zou worden. Zoals iedere kaartbeheerder weet wordt daarbij de bergingscapaciteit per vloeroppervlak zodanig gereduceerd, dat voor hetzelfde aantal kaarten dat oppervlak met een fac- tor vier of vijf moet toenemen. Dat dit onhaalbaar was voor een substantieel deel van de collectie was bij voorbaat dui- delijk. De hoofdconservator was echter bereid om een ge- lijkvloers aangrenzend boekenmagazijn van ca. 85 m2 te ontruimen teneinde zo'n 10.000 zeer kostbare en/of kwets- bare kaarten van een ladenberging te kunnen voorzien. Te- vens zou dan wat flexibiliteit ontstaan om toekomstige aan- was van de collectie te accommoderen. Ook was evident, dat het beschikbare oppervlak een onwerkbaar kleine ruim te van ca. 25 m2 zou overlaten voor het personeel, voor de raadpleging van het materiaal en de handbibliotheek, ofwel de kaartenzaal zelf. De ruimte daarvoor kon alleen gereali- Oud-conservator A.H. Sijmons verichtte de de onthulling van de geres- taureerde wand- kaart van Holland, uitgeven door Nicolaas Visseber, omstreeks iöyo. seerd worden door een bouwkundige uitbreiding. Dit laatste was technisch goed mogelijk omdat een aangrenzend betonnen plat dak van 64 m2 beschik- baar was. In de besprekingen was het een doorbraak van belang dat voor deze kostbare optie gekozen werd om uit de capaciteitsimpasse te komen. Functioneel-ruimtelijke geleding, ruimte-efficiency Hadden we op de oude kaartenzaal te maken met tamelijk rechthoekige, on- onderbroken ruimten waarin alle func- ties met elkaar verenigd waren, de nieuwe situatie vertoonde een veel gro- tere geleding: gangetjes, deuren, steun- kolommen en compartimenten. Een opsplitsing in zoveel eenheden dreigde elke winst aan oppervlak teniet te doen. De vele betonkolommen ston den steeds weer in de weg bij het teke- nen van mooie kastenrijen in een opti male configuratie. Voor een goed toe zicht op de correcte raadpleging van kaarten en atlassen konden zij in de zaal ook een hinderpaal betekenen. Nu bestond met het 00g op de conserve ring wel de wens om een (voorheen niet aanwezige) splitsing aan te bren- gen tussen berging enerzijds en raad pleging en werkplek(ken) anderzijds. 24

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1996 | | pagina 30