KARTOGRAFISCH TIJDSCHRIFT
I996-XXII
geleid van Lycosidae, een familie van tamelijk grote actieve
spinnen die hun prooi vangen door achtervolging in plaats
van met een web. Het zijn snelle lopers, en ze zijn voorna-
melijk 's nachts actief. Er bestaan meer van zulke zoeksyste-
men, bijv. Galaxy: url:http://www.einet.net/. Allemaal
proberen ze elkaar de loef af te steken wat betreft de hoe-
veelheid informatie in hun bestanden en het zoeksysteem
zelf. De Webgebruiker profiteert daar natuurlijk van! Er be
staan 00k andere lijsten en verzamelingen van bruikbare zaken
op het Net. De gouden gids van het Web is misschien wel
Yahoo: url:http://www.yahoo.com/. Yahoo heeft 00k een
pagina specifiek voor kartografie: url:http://www.yahoo.-
com/Science/Geography/Maps/index.html.
Wat zijn de karakteristieken van het Web?
De belangrijkste voordelen en nieuwe mogelijkheden van
het Net en het Web zijn:
Online: Het Net en het Web zijn er altijd. Dar wil zeggen
dat je niet afhankelijk bent van anderen om informatie te
kunnen zoeken. Het maakt een Computer niet uit of je nu
tijdens de lunch of om vier uur 's nachts een database
komt raadplegen.
Grenzeloos: Nationale grenzen vervagen en de opgevraag-
de informatie kan zieh op een willekeurige Computer,
waar dan 00k ter wereld, bevinden.
Niet specifiek: De aangeboden verscheidenheid aan infor
matie is gigantisch. Dat wil zeggen dat je een stadsplatte-
grond van Denver eerder op het Internet zult vinden dan
in de dichtstbijzijnde boekwinkel.
Up-to-date: Sommige informatie is direct beschikbaar. In
formatie over natuurrampen verschijnt eerder op het Net
dan op tv.
Dynamisch, veranderlijk, open voor de gebruiker: De be-
schikbare gegevens worden bijgehouden en de wijze waar-
op die gegevens worden aangeboden wordt continu verbe-
terd.
Drempelverlagend: Als gebruiker van het Internet kan
men twee rollen vervullen: die van informatieconsument
(dient) en die van informatieproducent (server). Het
nieuwe van Internet als medium is dat een gebruiker
beide rollen kan vervullen en dat de wisselingen tussen
beide rollen snel kunnen zijn. De drempel om informatie
producent te worden is laag. In de traditionele media -
zoals krant, radio, TV enz. zijn deze rollen veel meer ge-
scheiden.
Natuurlijk moeten we zo eerlijk zijn om 00k enkele nadelen
en zwaktes te belichten van het Net/Web:
Niet georganiseerd: In principe rommelt iedereen maar
een eind weg. Enige eenheid in het aanbieden van infor
matie wordt eerder ingegeven door het spontaan ontstaan
van feitelijke standaarden dan door enige vorm van over-
leg-
Niet stuurbaar: Veel van wat is bereikt is gebaseerd op be-
leefdheidsnormen die wel eens niet kunnen werken zo
gauw het Internet commercieler wordt.
Niet gegarandeerd: Een mooie bruikbare Web-server kan,
zonder aankondiging, morgen weer verdwenen zijn.
Veiligheid kan een probleem zijn: Dat geldt zowel voor de
aanbieders van diensten (hun server Staat bloot aan aan-
vallen van buitenaf), als voor de gebruikers (is de infor
matie wel betrouwbaar?).
Client
Een programma dat kan communiceren met een Ser
ver.
Client-Server model
Een ntethode voor het beschikbaar stellen van gemeen-
schappelijke middelen.
Cyberspace
Het protoeol voor Virtual Reality op het Net.
Distance Learning (Leren op afstand)
Het op afstand aanbieden/volgen van lessen.
Elektronische snelweg (Electronic Highway)
Een andere term voor het Internet.
E-mail
Electronische post.
E-mail adres
Een adres waarmee een bepaalde gebruiker op ondub-
belzinnige wijze kan worden aangeduid.
FAQ (Frequently Asked Questions)
Een lijst met vaak gesteide vragen (en de antwoorden
daarop). Wordt veelal bijgehouden door een of meer
vrijwilliger(s) van een discussiegroep. De FAQ's bevatten
een schat aan gegevens.
FTP (File Transfer Protoeol)
Een manier om bestanden uit te wisselen via het Inter
net.
Gateway (poort)
In de ruimste zin: een apparaat of programma dat de
ene soort informatie vertaalt in de andere. Met betrek-
king tot het Web: een CGi-script (zie aldaar).
Gopher
Een menu-gestuurde toegang tot aangeboden informa
tie.
gui Graphical User Interface)
Een grafische, vaak windows-achtige schil waarmee een
gebruiker zijn programma kan besturen.
Home page
De startpagina op het Web van een organisatie of indi-
vidu.
html (HyperText Markup Language)
Een soort programmeertaal voor het opzetten van hy-
pertext.
http (HyperText Tranfer Protoeol)
Een manier om www documenten uit te wisselen via
het Internet.
Hyper-G
Het hypertext systeem ontwikkeld door de Universiteit
van Graz.
36