1 J.J.K. Enthoven (i851-1925) Inspirerend promotor van de kartering in voormalig Nederlands-Indie KARTOGRAFISCH TIJDSCHRIFT F.J. Ormeling sr. TREFWOORDEN geschiedenis van de kartografie; overheidskartografie; achtergronden history of cartography; official cartography; background keywords histoire de cartographie; cartographie officielle; Information de reference MOTS-CL^S De situatie in Nederlands-Indie aan het eind van de vorige en het begin van deze eeuw vroeg om een geheel eigen aanpak van de kartering van het land. Europese 'modellen' waren hier niet van toepassing. J.J.K. Entho ven, die onder meer van 1897 tot I9°9 hoofd van de Topografische Dienst in Batavia is geweest, heeft een belangrijk Stempel gedrukt op de ontwikkelingen op karteringsgebied. In dit artikel leest u er meer over. Daar in dit artikel sprake is van historische situaties zijn de Nederlandse toponiemen van vöör 1949 ge- bruikt. Het was in 1995 honderd jaar geleden dat een der meest spectaculaire ver- richtingen uit de geschiedenis van de Topografische Dienst (td) van Neder lands-Indie met succes werd afgeslo- ten. Bedoeld wordt de kartering van de Residentie Westerafdeling van Bor- neo (hoofdplaats Pontianak), een ge- bied van 4,5 maal Nederland. Van dit gebied bestond nog slechts een gebrek- kig beeld. In het bijzonder stond het centrale deel van het eiland nog als terra incognita te boek. Het gemis aan betrouwbare topografische gegevens kwam vooral aan het licht tijdens de onlusten in het landschap Mandor ten noorden van Pontianak (figuur 1) waar de aldaar gevestigde Chinezen in 1884 gewapenderhand werden ge- dwongen het Nederlands gezag te er kennen. Bovendien vroegen de vele grensgeschillen tussen de vorsten der zelfbesturende landschappen om bete- re topografische informatie. In 1886 werd het besluit tot kartering van de residentie genomen. Met de leiding van deze operatie werd belast luitenant J.J.K. Enthoven, later opgeklommen tot kolonel en na zijn pensionering be- vorderd tot generaal-majoor titulair Prof. F. J. Ormeling sr. is emeritus hoog- leraar in de karto grafie (Meyerinks- weg<), 7524 am Lonneker) (figuur 2). Dit artikel is aan deze opmerkelijke figuur ge- wijd. Weliswaar werden bij zijn overlijden in 1925 tal van lovende woorden over Enthoven geschreven, maar het lijkt verantwoord opnieuw zijn belangrijkste prestaties te belich ten. Dat daarbij andere accenten worden aangebracht dan 70 jaar geleden is onvermijdelijk. De kartering van West-Borneo J.J.K.Enthoven was in 1874 als sergeant in Nederlands- Indie aangekomen en had in 1875-1876 deelgenomen aan de oorlog in Atjeh. Hij maakte snelle promotie en werd in 1897 op zijn verzoek als eerste luitenant overgeplaatst als of- ficier-opnemer naar de Topografische Dienst, waar hij zieh als een veelbelovende kracht profileerde. Als leider van de Borneo-kartering installeerde hij zieh medio 1886 met twee opnemingsbrigades van 12 man (in 1889 werd een daarvan naar Sumatra gedirigeerd) te Pontianak [1] De topografische gesteldheid van West-Borneo, "een mod- derland bij uitnemendheid", is gekenmerkt door zieh tot diep in het binnenland uitstrekhende laagvlakten, onder- broken door resten van heuvelrijen en bergketens. Het ge bied is bedekt door tropische wouden en wordt doorsneden door talrijke rivieren, waaronder de machtige Kapoeas met haar affluenten. De Kapoeas, die in stroomlengte niet veel voor de Rijn onderdoet, ontvangt 22 grotere zij rivieren en tientallen kleinere. Zij zijn voor prauwen tot diep in het binnenland bevaarbaar en compenseren aldus het vrijwel geheel ontbreken van landwegen. De vaartochten worden echter bovenstrooms veelvuldig bemoeilijkt door stroom- versnellingen, watervallen, ondiepten en andere obstakels, waaronder plotseling optredende bandjirs. Zo meldde Ent hoven dat het verschil tussen hoog en laag water bij Sintang (figuur 1) waar de Kapoeas samenvloeit met de Melawi tot 16 meter kon oplopen [2]. Het gebied was Schaars bevolkt. Längs de kust woonden overwegend Maleiers en meer naar het binnenland, längs de rivieren, de vaak in onderlinge vijandschap verkerende Da- jakstammen. In het bovenstroomgebied van de Kapoeas, waar in 1825 de 'Inspecteur der binnenlanden' Georg Mül ler bij zijn poging Borneo van oost naar west te doorkruisen door Dajaks werd gedood, was het Nederlands gezag nau- 7

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1996 | | pagina 17