KARTOGRAFISCH TIJDSCHRIFT
I996-XXII-2
beeld al aan het 00g is onttrokken. Animaties maken ge-
bruik van deze eigenschap: als een serie statische beeiden
(ofwel 'frames', waarin de positie van een object in ieder
volgend beeld iets verschilt ten opzichte van het vooraf-
gaande) in snelle opeenvolging (24 tot 30 beelden/sec.) aan
het 00g worden getoond, ontstaat de illusie van levensechte
beweging.
Veelal verstaan we onder het begrip animeren het creeren
van een illusie van beweging en onder animatie het proces
van het ontwerpen en de produktie van beeiden die de sug-
gestie van beweging opwekken [1]Animatie is echter meer:
"Animeren is, letterlijk, tot leven brengen. Hoewel men vaak
animatie associeert met beweging, heefi hetfeitelijk betrekking
op alle veranderingen met een visueel effect. Tot animaties re-
kenen we de variabiliteit in de tijd van positie (bewegingsdy-
namiek), vorm, kleur, doorzicbtigheid, structuur en textuur
van een object, maar 00k veranderingen in belichting, camera-
positie, orientatie en beeldscberpte en zelß veranderingen in
weergavetecbniek." (naar [2]).
Statische kaarten en dynamiek
In statische kaarten, zowel op papier als op het beeid-
scherm, kan de temporele component op verschillende ma-
nieren worden weergegeven.
Aangezien de twee dimensies van het platte vlak door de ge-
ografische component worden ingenomen, vraagt de weer-
gave van de temporele component enige inventiviteit van
de kartograaf. Een ontwikkeling in de tijd kan dus op het
platte vlak van de kaart niet worden weergegeven, maar kan
wel worden gesimuleerd. Er kunnen hiervoor zowel een en-
kele statische kaart als een serie kaarten worden gebruikt.
Het gaat bij de weergave van dynamiek op een enkele stati
sche kaart om de baan en de richting van de beweging. De
temporele component wordt weergegeven met behulp van
de variabelen van het grafische systeem. De hiervoor meest
gebruikte kaarttypen zijn de volgende:
de bewegingskaart
Kaarten waarop de route, richting en eventueel 00k de om-
vang van een beweging worden aangegeven. Hiertoe wordt Figuur 1. Een inde
meestal gebruik gemaakt van bewegingssignaturen, de ling van soorten
meest gangbare zijn: pijlen, rimpelingen en bliksemschich- kartografische
ten, en bandsignaturen. animaties.
kartografische animaties
2-D
3-D
temporele animatie
niet-temporeel
temporele animatie niet-temporeel
lokatie-verandering
attribuut verandering
lokatie-verandering
attribuut verandering
benadrukken lokatie
benadrukken attribuut
ruimtelijke verkenning
geographic brushing
ruimtelijk-temporele ruimtelijke oppervlakte
data weergave exploratie
analytische toepassingen analytische toepassingen
de figuratieve kaart
Dit kaarttype wordt gebruikt om de
verschuiving van het zwaartepunt van
een verschijnsel weer te geven door
middel van figuratieve Symbolen met
een tijdsindicatie, zoals een tijdbalk.
de choropleet
Een choropleet dient om van een ver
schijnsel het verschil in patroon tussen
twee of meerdere tijdstippen weer te
geven. Choropleten worden 00k wel
gebruikt om volgorde in de tijd te sug-
gereren.
de isochronenkaart
Isochronen zijn isolijnen die punten
die in gelijke tijd bereikbaar zijn op
een kaart verbinden. Geschikt voor het
weergeven van thema's als de ruimtelij-
ke verspreiding van ideeen of innova-
ties en de uitbreiding van de grenzen
van een verschijnsel (grens van koloni-
satie). In een korter tijdsbestek wordt
dit kaarttype 00k gebruikt voor de
weergave van mobiliteit en reistijd.
Bij het gebruik van meerdere statische
kaarten van een proces of verschijnsel
worden de grafische variabelen niet
perse aangewend voor de weergave van
de temporele component, maar ont
staat er een gevoel van verandering/be-
weging in de tijd door middel van cog-
nitieve interpolatie tussen de kaarten.
Daar men maar een beperkt aantal pa-
rallelle beeiden per tijdseenheid kan
verwerken is het aantal benodigde in-
dividuele kaarten beperkt. De meest
gebruikte kaartsoorten voor deze me-
thode zijn isolijn-, stippen- of figura
tieve kaart en chropleetkaarten. Deze
methode wordt de filmische methode
genoemd en benadert een animatie het
meest.
Toch zegt Campbell [3] over deze me
thode: de hierboven genoemde
reeksen beeiden schreeuwen om ani
matie in welke vorm dan 00k. Het
gaat erom dat de statische kaart van
nature ongeschikt is om de relevante
informatie naar de gebruiker te com-
municeren en slechts een suggestie van
animatie probeert te geven om het
communicatieproces toch nog tot een
goed einde te kunnen brengen.'
Kartografische animaties
We maken onderscheid tussen illustra-
tieve animatie en animatie voor onder-
zoeksdoeleinden (de exploratieve ani
matie). Illustratieve animatie vertelt
een verhaal, wat door de gebruiker
16