KARTOGRAFISCH TIJDSCHRIFT I996-XXII-2 behoeve van kaartprodukties zijn gemaakt, dan 00k in de vorm van KRT-files gearchiveerd. Ze kunnen te allen tijde in 'hard-copy' worden omgezet. Schijfruimte wordc bovendien bespaard doordat het niet meer noodzakelijk is om voor uitvoer naar elk type uitvoerapparaat een aparte ArcPlot- commandoreeks te maken. Met andere woorden: met een en dezelfde KRT-file kan men gestandaardiseerde kartografi- sche uitvoer produceren op de vele beschikbare uitvoerap- paraten. GeoView is geen kartografisch expertsysteem. Daarvoor heeft de gebruiker nog veel te veel vrijheden bij kaartont- werp. Hoewel de vraag naar implementatie van kartografi- sche expertise in GeoView misschien wel zal toenemen, is dit vooralsnog geen doel bij het rivm. Als voorlopige oplos- sing is er het Kartografisch Handboek [11]. Het Kartografisch Handboek rivm Het Kartografisch Handboek RIVM is in 1994 gemaakt door de auteurs van dit artikel in samenwerking met de vakgroep Kartografie van de Universiteit Utrecht. Aan de basis van het Handboek Staat een kartografische evaluatie van het kaartmateriaal uit enkele strategische RiVM-publikaties. De inhoud van deze evaluatie is in grote mate verwerkt in het Kartografisch Handboek RIVM. Het handboek is geschreven voor iedereen binnen het rivm die op een of andere wijze betrokken is bij kaartproduktie. Het doel van de auteurs was om de onderzoekers, die door- gaans niet bekend zijn met de kartografische theorie, een leidraad aan te bieden om zo tot een optimale overdracht van ruimtelijke informatie te komen. Het handboek bevat vooral veel kaarten uit RiVM-publikaties die als voorbeeld dienen om herkenbare situaties aan te geven. In het Karto grafisch Handboek ligt de nadruk op: de essentiele grondbeginselen van de kartografische theorie; een toetsingskader voor het opnemen van kaarten in RiVM-publikaties; een aantal kartografische onderwerpen die een belangrijke rol speien bij het rivm, bijvoorbeeld aggregatie van data en de keuze van gebiedsindelingen; de organisatorische aspecten en de technische infrastructuur. De kartografische theorie Het handboek begint met een körte inleiding in de karto grafische theorie, om zo de interne communicatie over kar tografische zaken te voorzien van een referentiekader. Zo worden ondermeer de grafische variabelen van Bertin uitge- legd [12] en wordt ingegaan op concepten zoals meetniveau, leesniveau (vooral beeldvorming) waarnemingseigenschap- pen, karteermethoden en de vertaling daarvan in kaarten. Het theoretisch gedeelte eindigt met een aantal voorbeelden uit RiVM-publikaties waarbij bovengenoemde concepten verkeerd zijn toegepast. De alom bekende 'Zo kan het... maar zo kan het ookl'-methode uit het Kartografisch Tijd- schrifit is hier met succes gebruikt en gezien de reacties ach- teraf 00k zeer positief ontvangen. Bij elk voorbeeld wordt aangegeven wat er verbeterd is ten opzichte van de oude kaart, altijd begeleid met een motto zoals 'grootte i.p.v. vorm', 'grootte i.p.v. kleur' en 'grijs in plaats van kleur'. Als leidraad voor deze verbeteringen is de beslisboom voor vlaksymbolen [13] in het Handboek opgenomen. In de figuren ia en ib is het voorbeeld 'grijs in plaats van kleur' weergegeven. In de begeleidende tekst van het hand boek wordt aangegeven dat het meet niveau van de betreffende kaart inter- val is. De oude kaart suggereert kwali- tatieve verschillen omdat er een gamma van kleuren gebruikt wordt. De kleurkeuze zou nog gerechtvaar- digd zijn als er sprake was geweest van een omslagpunt of norm. Bovendien is het streven naar beeldvorming vaak een vereiste, dit wordt dan 00k met de grafische variabele grijs bereikt en niet met kleur, zoals te zien in figuur ib. Een toetsingskader voor kaarten Waarom worden kaarten opgenomen in RiVM-rapportages zoals de Milieuba- lans en de Milieuverkenningen? In het Kartografisch Handboek wordt gesigna- leerd dat algemene doelstellingen over het al dan niet opnemen van kaarten tot dan toe in RiVM-publikaties ont- breekt. Dat blijkt enerzijds uit het feit dat sommige kaarten in die publikaties overbodig zijn omdat ze niets toevoe- gen aan de tekst en anderzijds omdat kartografische weergave achterwege blijft terwijl de tekst er in feite om vraagt. In het Kartografisch Handboek is een aanzet voor een toetsingskader voor kaarten gegeven door formule- ring van een aantal algemene doelstel lingen en vervolgens opsomming van een reeks specifieke redenen om een kaart op te nemen. Belangrijke vragen bij de overdracht van ruimtelijke in formatie zijn de volgende. Voor wie is de informatie bedoeld? Welke boodschap moet de kaart over- brengen? Hoe zal de gebruiker omgaan met die informatie? Bovenstaande vragen worden groten- deels bepaald door de doelgroep van de publikatie. Voor het rivm geldt dat de ruimtelijke informatie, net als de niet-ruimtelijke informatie, primair gericht is op beleidsvoorbereiders en beleidsmakers op rijksniveau (vrom). Een eenduidige typering van deze doelgroep is niet te geven omdat zij verre van homogeen is. Daarnaast zal de informatie 00k een niet onaanzien- lijk aantal andere gebruikers bereiken, zoals ambtenaren van lagere overhe- den, wetenschappelijk onderzoekers en belangengroepen. Met het bovenstaande rekening hou- dend wordt in het Kartografisch Hand boek een tweedeling in de algemene doelstellingen voorgestaan. Deze twee deling is terug te vinden in de Milieu- 30

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1996 | | pagina 40