c
Veranderirig van de grondwaterstand 1950 - 1990
9
N
Ti* 4 A
9§
36
KARTOGRAFISCH TIJDSCHRIFT
I996-XXH-2
analyse, informatie-componenten,
meetniveau's, ruimcelijke spreidings-
modellen), de mogelijkheden van het
grafisch systeem (grafische variabelen
en hun waarnemingseigenschappen,
de drie leesniveau's, karteermethoden)
en de noodzakelijke afstemming tus-
sen informatie-eigenschappen en grafi
sche mogelijkheden, komen aan bod
[8].
Vervolgens worden een aantal andere
aspecten van kaartonrwerp onder de
aandacht gebracht, zoals het effect van
classificatie, van het aantal informatie-
componenten in het kaartbeeld, het
aanbrengen van voldoende grafisch
contrast (figuur 3 en 4), het gebruik
van een goede topografische basiskaart
en aspecten als randinformatie en lay-
out.
Legenda
4) 40 48
30*39 stijging (in cm)
20*29
10*19
5-9
gelljk niveau
5-9
10-1P
20 29
30*39
daling (In cm)
Harderwljk
Wlntfrrawljk
«tTWUniA w
A a Dcetinchem
T
Npl|flen
0 10 80
1I1 I I
Tenslotte is geprobeerd te wijzen op
het belang van de doelstelling en het
beoogde gebruik van het kaartmateri-
aal. Voor afzonderlijke kaarten moeten
doelstellingen worden omschreven.
Daarna moet worden besloten welke
eisen op grond van de omschreven
doelstellingen aan de kaart kunnen
worden gesteld. In het geval waarin
kaarten de tekst van rapporten onder-
steunen, is het bovendien van belang
dat allereerst een toetsingskader wordt
opgesteld. Een dergelijk toetsingskader
geeft aan wie de gebruikers van een
specifiek rapport zijn, voor welke
taken men het rapport gebruikt en
welke eisen dit gebruik steh aan de
ruimtelijke informatie die in het rap
port aangeboden wordt. Met behulp
van een toetsingskader kan worden be
sloten in welke gevallen wel of niet
kaartmateriaal in de tekst moet wor
den opgenomen en aan welke eisen dat
kaartmateriaal in zijn algemeenheid
moet voldoen. Pas daarna kunnen af-
geleide doelstellingen voor afzonderlij
ke kaarten worden omschreven.
Afbakening van de evaluatie
Vanwege de beschikbare tijd (drie maanden) is de evaluatie
beperkt tot het kaartmateriaal, afkomstig uit de publikaties
die samenhangen met de voorlopers van de drie te produce-
ren omgevingsplannen [2 -7]. Omdat voorbeelden van hoe
het wel moet het meest aanspreken, is zoveel mogelijk ge
probeerd een verbeterde versie van de bekritiseerde kaarten
in het uiteindelijke verslag op te nemen (figuur 1 en 2).
Inhoud van het handboek
Allereerst wordt in het handboek aandacht besteed aan de
algemene kartografische theorie in de vorm van kartografi-
sche regels. De eigenschappen van informatie (informatie-
Figuur 1. Oor-
spronkelijke kaart:
kwantitatieve in
formatie weergege-
ven met variatie in
kleur.
Figuur 2. De verbe
terde versie: kwan
titatieve informatie
weergegeven met
variatie in grootte.
Toepassing en effect van het
handboek
Het precieze effect en de intensiteit
van gebruik van het handboek zijn
niet exact bekend. Het is echter wel zo
dat binnen de provincie Gelderland
het kartografisch handboek mede heeft
geleid tot een toename van het karto
grafisch bewustzijn. Er wordt meer
waarde gehecht aan een goed en effec-
tief kaartontwerp, als middel voor een
goede overdracht van ruimtelijke in
formatie naar de gebruiker toe. Dat
blijkt onder andere uit het feit dat het
Stfiging
>S0 cm
40 - 49 cm
30- 39 cm
20 - 29 cm
10. 19 cm
5- 9 cm
5- 9 cm
10- 19cm
20. 29 cm
30- 39 cm
40- 49 cm
»50
\fetamtering van de gmndweterstend smds »060