RdlOA VI
AO-Vl
Rl)4tWll
Rn67C-VI
Rn66A-V
Rn44C-V
ivÖlCG-ll .--gRp4Cy-ttl
Rn95A-VI
VcG-l
RV01C-II
Bodemkaart
[\\xl Riviergrond, zavelig i
V/A Riviergrond, kleiig
I """l Veen of moerige grond
vcg-i Bodemcode-grondwatertrap
Geplande route
AO-Vt
Rri67C-VI
Rn66A-V
Rn44C-V
fRvötCG-ll
Rn95A-VI
RV01C-II
Bodemkaart
I Riviergrond, zavelig
[tttl Riviergrond, kleiig
Veen of moerige grond
VcG-i Bodemcode-grondwatertrap
Geplande route
Rd10A-VI
Rn47Cw-ll
Rn44C-V
[RvOICG-ll gRn4Cv-lll
Rv01 C-Il
KARTOGRAFISCH TIJDSCHRIFT
De adviezen zijn gegeven in de vorm
van een tiental ups, die in de handlei-
ding nader worden onderbouwd.
Het is ook van groot belang dat het
kaartmateriaal, dat vaak een aanzien-
lijk deel van een mer uitmaakt, mak-
kelijk en efficient te gebruiken is. Aan
de Meetkundige Dienst is gevraagd
om hierover een handleiding met ad
viezen op te stellen, ook in de vorm
van tips plus onderbouwing.
Daarvoor zijn eerst een aantal MER'en
globaal bekeken op hun algemene in-
houd, het gebruik van kaarten daarbij
en de meest voorkomende fouten
daarin. Vervolgens is een opzet ge-
maakt voor een handleiding van 40
bladzijden, met de volgende opbouw:
Figuur 4. f/hNaar
beter leesbare kaar
ten in mer, met ah
onderschrifi: Kwa-
litatieve gegevens,
weergegeven met
richting (verschillen
nauwelijks zicht-
baar), vorm beter
zichtbaar) en kleur
verschillen duide-
lijk)
1996-XX11-2
werkt met de vakgroep Kartograße van de Universiteit
Utrecht, waar men veel ervaring heeft met de produktie van
kartografische handboeken. In Utrecht is aan de hand van
een zestal representatieve en voldoende verschillende
MER'en in detail onderzocht, welke soorten kaarten voorko-
men, welke functie(s) deze hebben en welke fouten er ge-
maakt zijn. Uit deze zes MER'en zijn ook de siechte kaart-
voorbeelden gekozen en zijn ontwerpen gemaakt voor ver
beterde versies. Voor de publikatie zijn deze kaarten groten-
deels geanoniemiseerd: het doel was immers niet om be-
staand werk en hun makers aan de schandpaal te nagelen,
maar alleen om bruikbare voorbeelden uit de praktijk te
laten zien ter ondersteuning van de theorie. Om diezelfde
reden is ook de 'lijst van kritische aanmerkingen bij onder-
zochte kaarten' uit de definitieve publikatie weggelaten. Uit
wetenschappelijk oogpunt is dat natuurlijk jammer, maar
met het 00g op het doel wel begrijpelijk.
Bij het uitschrijven van de tekst moest worden gewaakt
voor een te grote diepgang bij de behandeling van de karto
grafische theorie. De handleiding is immers niet bedoeld
om kartografen bij te Scholen, maar is bestemd voor de sa-
menstellers van een mer Dat zijn meestal materie-deskun-
digen, die het ontwerp en de produktie van het kaartmate
riaal uitbesteden en soms ook het bijbehorende Gis-werk.
De handleiding is dus vooral een hulpmiddel bij het verant-
woord uitbesteden van MER-kartografie.
De handleiding [3] is in zijn definitieve vorm precies veertig
bladzijden groot, telt dertig kaartfragmenten, waarvan de
helft in kleur en diverse andere tabellen en figuren, deels
ook in kleur. De tien tips zijn uiteindelijk elf aanbevelingen
geworden, die in een samenvatting aan het begin van de
handleiding kort worden voorgesteld. Vervolge'ns wordt be-
knopt 'Het belang van goede kaarten in een mer' beschre-
ven. Dan volgen twintig bladzijden kartografische theorie,
waarin zaken als beeldniveaus, informatie-analyse en classi-
ficatie, visuele variabelen en hun waarnemingseigenschap-
pen, kleurgebruik en de verschillende karteermethoden be-
handeld worden. Met deze kennis worden daarna in tien
bladzijden de elf aanbevelingen nader toegelicht.
Het geplande hoofdstuk over de technische produktie van
kaarten is komen te vervallen. Uit de bestudeerde MER'en
was gebleken, dat deze op onderling zeer uiteenlopende
1. een tiental praktische tips (2 pp.)
2. daarna nadere onderbouwing van
de tips door:
-kartografische grammatica (10 pp.)
-relatie kaarten-< a» tekst in mer
(2. pp.)
-aantal siecht ontworpen mer-
kaarten en verbeterde versies, met
toelichting ter illustratie van de
theorie (22 pp.)
3. iets over de technische produktie
van kaarten (2 pp.)
4. literatuurverwijzing.
In die fase is ook al meteen de titel
vastgesteld: Naar beter leesbare kaarten
in MER: praktische tips en voorbeelden,
met als ondertitel: Adviezen voor een
gebruikersvriendelijke presentatie van
milieu-effectrapporten over infrastructu-
rele projecten.
Voor de uitvoering is nauw samenge-
Bodemkaart
I I Riviergrond, zavelig m m Geplande route
Riviergrond, kleiig
Veen of moerige grond
VcG-i Bodemcode-grondwatertrap
3 K n tnn mon m
41