m
m
m
KARTOGRAFISCH TIJDSCHRIFT
I996-XXII-2
manieren zijn geproduceerd. Het geven van technische aan-
bevelingen hiervoor zou de handleiding veel te omvangrijk
maken.
De handleiding is gedrukt in een oplage van vijfhonderd
stuks. Daarbij is bewust gekozen voor offset-druk, om te
voorkomen dat de 'goede' voorbeelden te veel aan kwaliteit
en dus zeggenskracht zouden inboeten. Dat laatste wil nog
wel eens gebeuren bij vermenigvuldiging op bijvoorbeeld
een kleurenkopieermachine.
De promotie en verspreiding van de handleiding gebeurt
door Dienst Weg- en Waterbouwkunde, Postbus 5044,
2600 ga Delft (tel. 015 - 269 92 85). Daar is de publikatie
00k te bestellen voor de prijs van 25,-.
Omdat de handleiding pas eind 1995 voor druk gereed was
en begin 1996 is verspreid, kan op dit moment uiteraard
nog geen evaluatie worden gegeven van het gebruik.
Kartografische tips voor Gis-ers
Er is nog een manier waarop kartografische kennis verspreid
wordt. Door de Meetkundige Dienst wordt sinds 1991 ieder
kwartaal het blad GIS NIEUWS uitgebracht, bestemd voor
medewerkers van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat.
Op verzoek van de redactie wordt hierin 00k aandacht be-
steed aan kartografie, in de vorm van een aantal tips.
De opzet is als volgt: per aflevering wordt in maximaal drie
bladzijden een kartografisch onderwerp behandeld, waarbij
na ieder onderdeel een tip wordt gegeven. ledere aflevering
telt ongeveer duizend woorden, geeft vier tot vijf tips en
bevat enige illustraties, meestal in kleur.
De serie is gericht op de gemiddelde lezer, die geen of wei
nig kartografische kennis heeft. Daarom is de tekst niet te
diepgaand: het betreft 00k hier geen bijscholing voor karto-
grafen, maar een prettig leesbare hulp voor Gis-ers, waar-
Deel 3
ANALYSE EN CLASSIFICATIE
Kartografische tips voor CIS-ers
Een goede kaart geeft
de hoofdzaken duide-
iijk weer, plaatst min
der belangrijke zaken
op de achtergrond en
laat overbodige details
weg. Kartografie wordt
daarom 00k wel 'de
kunst van het wegla-
ten' genoemd.
AI eeider is gcatrlddat het belang- ken worden cn een ecrsie indcling
rijk is om het doel van een kaart te in hoofdzaak en bijzaken worden
weten (zie tip 6 in de vorige aQeve gemaaht. Het rouhaat van een
ring). Er kunnen twee vertchillende dcrgelijke analyse moet antwoorc
hoofddoden worden ondasdieulen: geven op vragen als:wat wordt de
1. het vastleggen van loveel möge- litel van de kaart?' 'welke compo
lijk infbrmatie - over bijvoorbeeld nenten moeten in de legenda wor
bodem of topografie - in zogehe den weergegeven?' en 'wat is de
aard ervan: zijn deze kwalitatief of
kwantitalief?' Ook moet de om
den vaatgritrld. Bij kwalitatievc Flguur 2
kenmerken binnen ledere compo- grijs. rood
2. het overbrengen van gcrichtc
intormalie (zoals op een wegen-
bepaalde vragen (bijvoorbeeld: wat
in de vcrschillendc provincies
Voor het eerste hoofddoel worden
steeda minder kaarten gemaakt,
omdat een GIS hiervoor veel betet
geschikt is. Voor het tweede hooftl-
formatie nader worden geanaly-
seerd en geordend in overziditelij-
wat in een bepaald geval belang-
rijk, minder belangri jk en onbdang-
rijk is, kan men de juiste grafische
variabelen kiezen en de verdere
vormgeving van de kaart bepalen.
Analyse
Nadat het doel van de kaart duide-
lijk omschreven is, kan de besdtik-
bare GlS-informatie nader beke-
LJ
ED
■M
GS
Hl
n 5 grijswaarden in
tie betreft dit de hoogst en laagsl
voorkomende waarden en de sprei-
dingdaartussen.
Laten we dit toelichten met als
trifcnten en troebelheid.
Stof
fen waarop het water is ondeizochl)
als ktvantitatieve kenmerken (de
gemeten concentraties per stof).
Datzelfde gcldt voor de zware me-
talen. Maar de component 'troe
belheid' heeft alleen kwantitaüeve
kenmerken, namelijk de gemeten
doorlatendheid.
Analyierr dt beschikbare Infor
mant - uttgaande van het doel van
de kaart - tn bepaal zo de litel, de
I maximum aantal Massen,
i arbii voor de verschwende
gratische vanabelen nog
lljh - WH;
grootte:;-,..
Klöt'f
4
4
5
3
4
5
7
7
8
4
2
Vervolgens moet bekeken worden
welke informalie weggelaten ktui
worden, omdat deze weinig of niet
bijdraagt aan het kaartbeeld. Blijkt
in ons eerdergenoemde voorbeeld
i de stof X overal
Itenelfde is, dan is opname met een
apart symbool in de legenda Over
bodig en kan worden volstaan met
GIS NIEUWS
Figuur 4. Een
blndzijde uit gis
nieuws 199(ver-
kleind).
mee het maken van 'foute' kaarten kan
worden voorkomen.
In 1995 zijn er vier afleveringen ver
sehenen. Aflevering 1 had als onder
werp het randschrift, met tips over de
weergave van titel, legenda, auteur,
datum en schaal op de kaart. Afleve
ring 2 ging over symbool-ontwerp.
Hierin zijn de grafische variabelen
grootte, grijswaarde, kleur, richting en
vorm behandeld en hun waarnemings-
eigenschappen. Grein is niet meegeno-
men, omdat deze variabele minder
voorkomt en bovendien lastig is toe te
passen. Aflevering 3 was gewijd aan
analyse en classificatie van de gegevens
ten behoeve van een evenwichtige le-
genda-opbouw. En aflevering 4 ging
over het gebruik van kleur, met aan
dacht voor kleursystemen, de beteke-
nis van kleuren, kleur in kwantitatieve
kaarten en in hierarchie.
Voor 1996 zijn ook vier afleveringen in
deze serie gepland. Op dit moment
ligt GIS NIEUWS met aflevering 5 bij de
drukker, met daarin tips over het ge
bruik en plaatsing van tekst in het
kaartbeeld. In voorbereiding zijn afle
veringen over kaartsoorten, over uit-
voer (naar papier of beeldscherm) en
tot slot over generalisarie.
Er is nog geen onderzoek gedaan naar
het effect van deze rips. Het is dus niet
bekend of Gis'ers deze nu ook in de
praktijk willen en kunnen toepassen.
Wel zijn naar aanleiding van deze serie
tips een aanral verzoeken binnengeko-
men voor advies bij kaartprodukties
uit gis. Dat betekent, dat er in ieder
geval wel een bewustwordingsproces in
gang is gezet.
Besluit
Het is een illusie om te denken, dat de
kwaliteit van kaarten uit gis alleen ver-
beterd kan worden, door deze uitslui-
tend door professionele kartografen te
laten vervaardigen. Door de Sterke de-
centralisatie binnen Rijkswaterstaat is
het onmogelijk, bij iedere Gis-werk-
plek ook permanent een karrograaf in
te zetten. En om diezelfde reden is het
ook niet zinvol om alle kaartproduktie
via een centrale kartografische afdeling
te laten lopen.
Daarom is er meer baat te verwachten
van een kartografische bijscholing van
Gis-ers. Daarmee worden in ieder
geval grove fouten vermeden, die uit
onwetendheid voortkomen. En het
zorgt bovendien voor een stukje be-
wustwording, waardoor voor grotere
of moeilijke projecten eerder een be-
42