optisch optisch laat tekst lijnen laat tekst lijnen x rond KARTOGRAFISCH TIJDSCHRIFT I996-XXII-2 altijd uit exacte lijnen, zoals je die met een liniaal trekt, maar uit optische lijnen, de lijnen die het 00g waarneemt. Dat zagen we al bij het signaleren van punten, lijnen en vlakken, waarbij stokken en staarten van letters niet meetel- len bij het vormen van een lijn. Er zijn nog veel meer geval- len waar optische lijnen niet gelijk zijn aan exacte lijnen. Uitgevulde tekst, heeft altijd een duidelijke linker- en rech ter afbakening. Bij tekst met een vrije regelval is het niet zo eenvoudig om de rechter zijkant aan te wijzen. Het is het beste om een lijn te zoeken waarbij de letters rechts van de lijn in evenwicht zijn met de witte plekken links van de lijn. Ook hier geldt: kijk door je oogharen (figuur 3). Een cirkel en een vierkant die exact even breed en hoog zijn, lijken optisch geheel verschillend. De cirkel moet een klein beetje groter zijn dan het vierkant om optisch de in- druk te wekken gelijk te zijn (figuur 4). Dit geldt ook voor letters met een ronding aan onder- en bovenkant, zoals de o of de c. Die letters zijn altijd iets groter dan letters met een rechte onder- en bovenkant zoals de x of de k (figuur 5). Deze overdrijving van de ronde letters is vooral goed te zien bij de grotere corpsmaten. Kijk maar eens naar een affiche of een poster. Dit geldt eveneens voor de verticale lijnen in een tekstblok. Letters met een niet-rechte zijkant, zoals de o of de t, springen iets uit naar links (figuur 6). Wat voor tekst geldt, geldt ook voor illustraties. In figuur 7 zijn in het linker voorbeeld de illustratie en tekst even breed waaroor de illustratie te klein lijkt ten opzichte van de kolom. Door er een liniaal längs te leggen kun je het con- troleren. In het rechter voorbeeld is de illustratie breder dan de zetspiegel gemaakt. Het optisch effect is dat de illustratie in de juiste verhouding tussen de tekst geplaatst is. Het is lastig om zo'n eilandvorm onder te brengen in een vlakver- deling die gebaseerd is op rechthoekige vormen. Een recht- hoekig plaatje levert minder problemen op. Het is niet mo- gelijk om een vuistregel te geven waar je de optische lijnen, die een figuur of tekstblokje omsluiten, precies moet plaat- sen. Je moet het voor elke nieuwe figuur of tekstblokje op- nieuw bekijken. Het plaatsen van 'eilandvormen' tussen de verschillende rechthoekige afbeeldingen maakt de vlakver- deling dynamischer dan met alleen rechthoeken. mejuiqui. q'uTd! ouÄnin. <££nl, paulum subsedit ei infra. quam solel esse, fuit sacruque iiu voci hoc meruiqui, quid, o' tuu fulmina cessant. summe deum'' Lu verba resolvo' presserat ora vapor 'loslos en aspice crines inque aquas pelagi contraciosque undique fonies, qui se condiderani in opacac visccra matris. sustulit oppressos collo lenus arida vulius opposuilque manum fromi magnoque iremore omnia concutient paulum subiedil el infra. quam solci esse, fuit sacraque ita voce locula est: 'Si place! hoc meniiqui. quid. Ol tua fulmina cessant. summe deum? Liccat penturae viribus ignis tgne perire tuo cludemque auclore levare Vix cquidem fauces haec ipsa in verba resolvo'presserai oru vapor 'lostos en fem totoque exerccnr anno, quod pecorifrondes alimentaque miha, fruges humano :re longius ahsunt? Quodsi nec fratris n Alma tarnen Tellus, ut erat circumdata erba resolvo' presserat ora vapor 'tostos en aspice crirfcs inque oculis tantum, tanlum super ora favillae. Hosne mihi fructUs. hunc fertilitatis honorem officiäque refers, quod adunci vulnera ardtri rastrorumque fero totoque exefceor anno, quod pecorifrondes alimentaque mitia, fruges humano generi, vobis quoque tura ministro. Sed tarnen exitium fac me meniisse: quid undae, quid meruit frater.jCur illi tradita sorte aequora decresiunt et ab aethere longius absunt? Figuur 3. De optische rechter kantlijn van links- lijnende tekst. Denkbeeidige lijnen Onbewust zoekt de mens altijd naar wetmatigheden in een afbeelding. Dat komt omdat de natuur volledig door middel van wetmatigheden is opge- bouwd. Denk maar eens aan sneeuw- kristallen of een slakkenhuis. Figuur 8 toont vier cirkels, die elk een kwart gedeelte missen. Door de ont- brekende delen in de cirkels zie je een vierkant ontstaan. De driekwart cirkels zijn afgebeeld, de hersenen complete- Van dit effect maak je gebruik als je zelf een vlakverdeling maakt. Het gaat er immers om dat de lezer zo gemak- Figuur 4. De cirkel moet iets groter zijn dan het vierkant om optisch de gelijke grootte van het vierkant te Figuur 6. De letter l en de letter 0 staan feite- lijk op een lijn. maar optisch lijken ze naar rechts te springen. Door de 0 iets naar links te schuiven staan ze optisch gelijk. Van dit effect maak je gebruik als je zelf een vlakverdeling maakt. Het gaat er immers om dat de lezer zo gemak- kelijk mogelijk, volgens een bepaald verwachtingspatroon, de tekst kan lezen en de illustraties bekijken. De plaatsing op de pagina moet zo min mogelijk afleiden. Dat bereik je door de punten, lijnen en vlakken een sa- VC. fuit magnoque !rt summe deum? Liceat penn levare. Vix cquidem fauces haec ipsa in verba resolvo' presserat ora vapor 'tostos en aspice crines inque oculis tanlum. tantum super ora favillae Hosne mihi fructus. officiique n Tterceor anno, quod pecorifrondes alimenlaq na. fruges Figuur 3. Ronde lettervormen zijn altijd iets groter dan rechte. Alleen dan zijn ronde letters optisch gelijk aan de rechte. Figuur 7. De illustratie Links lijnt exact met de tekst waardoor hij kleiner lijkt. De illustratie rechts steekt Links en rechts voorbij de tekst om optisch even breed te lijken. menhang te geven met behulp van denkbeeidige lijnen. Als er een pa- troon te ontdekken valt, krijgen de losse onderdelen vanzelf een samen hang. Ze lijken door denkbeeidige lij nen met elkaar verbonden te zijn. Denkbeeidige lijnen moeten wel nauwkeurig aangebracht worden. Als iets bijna lijnt, is het störend. Laat het nauwkeurig lijnen, of verander de lay- out zo dat het duidelijk niet lijnt. Figuur 10a maakt een onrustige indruk doordat de dementen op de pagina net niet lijnen. Figuur 10b toont hoe het beter kan: de doorgaande lijnen zorgen voor een samenhangend beeld. In figuur 10c en iod wordt de contra- vorm van de afbeeldingen getoond zodat goed de wisselwerking tussen voorgrond en achtergrond te zien is. 14

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1996 | | pagina 8