P
KARTOGRAFISCH TIJDSCHRIFT
I996-XXII-3
Ad (b) en (c) - Toestemming? In strijd met redelijkheid en
billijkheid?
7. Uitgeverij doet haar verweer dat zij voor de zojuist vastge-
stelde ontlening aan de kaart van de Gemeente toestemming
heeft verkregen, steunend op haar Stelling dat zij reeds gedu-
rende omstreeks zeventien jaar regelmatig - elke twee jaar -
plattegronden van A heeft uitgegeven en daarvoor altijd ge-
bruik heeft gemaakt van door de Gemeente - kosteloos of
tegen een geringe vergoeding - beschikbaar gesteld kaartmate-
riaal en dat bij de Gemeente 00k altijd bekend is geweest met
welk doel Uitgeverij om die kaarten verzocht. Zij steh dat, net
als bij alle voorgaande gelegenheden, 00k in 1992 haar desbe
treffende werknemer, X, zieh op het gemeentehuis van A heeft
vervoegd en dat hij, nadat de nieuwe plattegrond gereed was
gekomen, het eerderbedoelde zwart/wit-exemplaar daarvan
heeft ontvangen. Zij betoogt dat de Gemeente aldus (impli-
ciet) toestemming voor de beoogde ontlening heeft verleend,
althans dat Uitgeverij zulks heeft mögen begrijpen, mede in
het licht van de omstandigheid dat de Gemeente zieh in het
verleden nimmer tegen het thans gewraakte gebruik heeft ver-
zet. Op dezelfde gronden steunt gedaagdes Stelling dat de Ge
meente zieh thans in redelijkheid en billijkheid niet vermag te
beroepen op de eventuele schending van haar auteursrecht
en/of het eventueel ontbreken van de vereiste toestemming.
8. De Gemeente betwist dit alles. Zij betoogt dat het enkele ter
beschikking stellen aan Uitgeverij van de zwart/wit-platte-
grond 'ter completering' van haar, gedaagdes, plattegrond -
zoals Uitgeverij het zelf omschrijft - op generlei wijze een toe
stemming tot verveelvoudiging en openbaarmaking van haar
eigen plattegrond implieeert. Dat zij bij voorgaande inbreuken
niet tegen Uitgeverij is opgetreden belet haar niet zulks nu wel
te doen. Dat zij thans tot handhaving van haar auteursrecht is
overgegaan laat zieh hierdoor verklaren dat voor de vervaardi-
ging van de gemeentekaart in 1992 voor het eerst gebruik is ge
maakt van nieuwe, digitale technieken waarvoor de Gemeente
zieh grote investeringen heeft moeten getroosten. Bij pleidooi
heeft zij voorts nog aangevoerd dat de chef van haar Afdeling
Landmeten, Y, voornoemde X tijdens een van diens bezoeken
aan het gemeentehuis - naar de rechtbank begrijpt: voordat X
de nieuwe kaart had ontvangen - uitdrukkelijk te verstaan
heeft gegeven dat de Gemeente voor het overnemen van
(delen van) de stadsplattegrond aanspraak zou maken op een
licentievergoeding en haar auteursrecht terzake ten volle zou
handhaven.
9. De vraag of Uitgeverij uit handelen en/of nalaten van de
Gemeente heeft mögen begrijpen dat haar toestemming werd
verleend (00k) de plattegrond van 1992 te verveelvoudigen -
dan wel of de Gemeente zieh naar maatstaven van redelijkheid
en billijkheid op het ontbreken van zodanige toestemming
niet zou mögen beroepen - kan in het midden blijven indien
komt vast te staan dat een waarschuwing als evenbedoeld na
mens de Gemeente inderdaad aan Uitgeverij in de persoon van
X is gegeven. Nu zulks, gelet op de door Uitgeverij overgeleg-
de brief van X, kennelijk volgens Uitgeverij niet het geval is
geweest, zal de rechtbank allereerst de Gemeente, overeenkom-
stig haar aanbod daartoe, tot het bewijs van haar Stelling toela-
ten.
10. Slaagt de Gemeente in dat bewijs, dan Staat de inbreuk
door Uitgeverij op het auteursrecht van de Gemeente vast en
zal de rechtbank nader ingaan op de omvang van de door die
inbreuk door de Gemeente geleden schade en de kwestie van
winstafdracht. Wordt het bewijs niet ge-
leverd, dan zal in elk geval moeten wor
den onderzocht of Uitgeverij inderdaad
de gewoonte heeft gehad in de loop der
jaren auteursrechtelijk beschermd kaart-
werk van de Gemeente te verveelvoudi
gen en of de Gemeente daarvan op de
hoogte is geweest.
RECHTDOENDE:
Alvorens verder te beslissen.
Laat de Gemeente toe te bewijzen, met
alle middelen, desgewenst door middel
van getuigen dat de chef van haar Afde
ling Landmeten, Y, aan X van Uitgeve
rij, tijdens een van diens bezoeken aan
het gemeentehuis voordat deze de stads
plattegrond van de Gemeente had ont
vangen, uitdrukkelijk te verstaan heeft
gegeven dat de Gemeente voor het over
nemen van (delen van) de stadsplatte
grond aanspraak zou maken op een li
centievergoeding van haar auteursrecht
terzake ten volle zou handhaven.
Vonnis 13 december 1995
De Arrondissementsrechtbank, in de
zaak van de openbare rechtspersoon de
Gemeente A, eiseres, tegen de besloten
vennootschap met beperkte aansprake-
lijkheid Uitgeverij, gevestigd te L., ge-
daagde,
Wederom gezien de stukken van het ge-
ding, waaronder thans afschriften van
een vonnis van deze rechtbank en kamer
van 1 februari 1995;
Neemt over hetgeen in voormeld vonnis
werd overwogen en beslist;
Overwegende ten aanzien van het ver-
loop van het geding:
Overwegende ten aanzien van het recht:
1. Bij voormeld vonnis werd de Ge
meente toegelaten tot het bewijs dat de
chef... (als boven).
Figuur 5. De middelste straat van 'BergmolenDuidelijk is te
zien dat er geen sprake is van een wegversmalling, maar van een
woonerf.
30