BESPREKINGEN KARTOGRAFISCH TIJDSCHRIFT Deutsches Glossar zur toponymischerl Terminologie. Versehenen als Sonder heft. ISSN 0344-5879 van de Nachrich ten aus dem Karten- und Vermessungs wesen. Frankfurt am Main: Institut für Angewandte Geodäsie, 1995. In het kader van het streven naar stan- daardisering van geografische namen gaven de Verenigde Naties in 1984 een lijst uit van begrippen gangbaar in de toponymie (zie KT 1995.2, p. 29). Deze uitgave, bekend onder de naam Tech nical Terminology employed in the Stan- dardization of Geographical Names, werd verzorgd door het Department of Conference Services en verscheen in zes talen van de Verenigde Naties: Ara bisch, Chinees, Engels, Frans, Russisch en Spaans. Krachtens besluit van de United Na- tions Group of Experts on Geographi cal Names (ungegn) in 1989 werd de lijst door een werkgroep onder leiding van prof. Naftali Kadmon (Israel) ge- actualiseerd en aangevuld met begrip pen uit de digitale kartografie en com- putertechniek. Deze bewerking resul- teerde in een herziene lijst van 374 trefwoorden met 226 definities. Het lichaam dat zieh in de Duits spre- kende landen met standaardisering van aardrijkskundige namen bezighoudt, bekend onder de naam Ständige Aus- schuss für geographische Namen (stÄGN), heeft de goede gedachte gehad een Duitse versie van deze her ziene begrippenlijst uit te geven. De Duitse bewerking is beperkr tot de Engelse termen en hun Duitse equiva- lenten. Zij volgt de alfabetische volg- orde van het Engels in de VN-uitgave waarbij het Engelse trefwoord op de eerste plaats wordt vermeld, gevolgd door het Duitse equivalent. Slechts in enkele gevallen waarin geen Duits equivalent voor een Engels trefwoord kan worden gegeven, wordt daarvan afgeweken. Voorts worden tal van de- ßnities door voorbeelden verduidelijkt, zoals bij endonymen: Varanasi nicht Benares; bij hodonymen: Via Appia, Fleet Street; en bij Schriftsprachen: Hochdeutsch, Algemeen Beschaafd Nederlands. Aan de Duitse versie hebben, onder leiding van dr. Sievers, voorzitter van de stÄGN, twintig deskundigen uit Duits sprekende landen meegewerkt, onder wie bekende figuren als prof. Jozef Breu (Oostenrijk), prof. Ernst Spiess (Zwitserland) en dipl.ing. Rolf Böhme (Duitsland). De uitgave wordt in een voorwoord door Hermann See ger, directeur van het Institut für An gewandte Geodäsie, in de aandacht van kartografen, toponymisten en ver warne wetenschappers aanbevolen. Van harte ondersteunen wij deze aan- beveling. Ook een Nederlandse uitga ve van de lijst van de vn zou nuttig zijn! Misschien kan de nvk hiertoe het initiatief nemen. F.], Ormelingsr. Agricultural Atlas of the United Sta tes. Vol. 2, 1992 Census ofAgricultu- re (AC92-S-1). 228 pp. met 314 kaar- ten, deels in kleur. Formaat 27,5 x 22 cm. Washington: Bureau of the Census, 1995. ISBN 0-16-048416-2. Prijs 20,-. Een goede kartografische weergave van tellingsgegevens vraagt als het wäre om nader onderzoek, omdat de resulteren- de kaartbeelden vaak zo interessant zijn. Dat is ook hier het geval, en daar- om is deze landbouwatlas, die eens in de vijf jaar op basis van een landbouw- telling in de Verenigde Staten wordt uitgebracht, zo belangrijk. De manier van weergave van de verschillende ge- gevens is quasi gestandaardiseerd, en daarom is het zeer zinnig de verschil lende edities van de atlas (hij komt eens in de vijf jaar uit) naast elkaar te leggen - omdat daarmee duidelijk de trends in de agrarische produktie in de Verenigde Staten aan het licht komen. Slechts een enkele keer is een klasse-in- deling gewijzigd, of zijn andere kleur- nuances toegepast. Daarnaast gaat de atlas met zijn tijd mee. Nieuwe thema's waren ditmaal: het aan tal boerderijen dat door boeren van Mexicaanse oorsprong wordt ge leid, het aantal boerderijen dat door deeleigenaren wordt geleid (er is hier dus sprake van nieuwe bezitsverhou- dingen); de verandering in het aantal combines, het aantal voor een körte of längere periode gehuurde arbeiders, en een nieuwe verkoopvorm: de waarde van de agrarische produktie die direct door de boer aan de consument wordt verkocht. De atlas is het werk van de geografi sche afdeling van het Bureau of the Census, en de redactie is daar gevoerd door Timothy Trainor, tevens voorzit ter van de ica Commission on Nation al and Regional Atlases. Hij zit met het feit dat, wanneer de weergavetech- nieken aan de Stellingen van Bertin zouden worden aangepast, dit tot het vervallen van de vergelijkingsmogelijk- heden tussen een deel van de kaarten in deze en de vorige editie zouden lei den. Dat is de voornaamste reden voor het aanhouden van de choropleeth- kaarten van absolute gegevens zoals het aantal melkkoeien per county. De gebruiksmogelijkheden zijn in deze editie al wel verbeterd doordat er een serie transparante kaartjes met de county-grenzen op verschillende scha len bij deze editie is gevoegd. De struetuur van de atlas is de volgen- de: eerst worden de produktie-omstan- digheden behandeld en dan de eigen- lijke produktie, voorafgegaan door een totaal-overzicht van grondgebruik en irrigatie. Achtereenvolgens komen dus aan de orde: aantal boerenbedrijven, verkoopwaarde van de bedrijven, be- drijfsgrootte, produktiewaarde en pro- duktiekosten (fokvee, zaad, gereed- schap, kunstmest, brandstof, arbeids- loon enzovoort). Voor een totaalover- zicht volgen de kaarten van grondge bruik en irrigatie. Dan, als onderdelen van de produktiekaarten, de waarde van het land en de gebouwen en ma- chinerie, geslacht, leeftijd, eigendoms- status van de bedrijfsleiders, van vee en pluimvee de aantallen en produktie en verschillen met 1987. Van de geoogste akkerbouwgewassen geeft de atlas de hoeveelheid en verandering hierin se- dert 1987 en tenslotte van de geoogste tuinbouwgewassen en het fruit de hoe- veelheden en de verandering daarin se- dert 1987. Deze indeling in rubrieken, die duidelijk uit de inhoudsopgave naar voren komt, had ook bij de kaar ten zelf wat meer aangezet kunnen worden. De atlas is geheel met de Computer ge- produeeerd op basis van de landbouw- tellingsbestanden. Dat geldt ook voor de stippenkaarten. Ze zijn vervaardigd aan de hand van een 'random' mecha- nisme dat ervoor zorgde dat het juiste aantal stippen willekeurig per Staat in het voor een bepaalde activiteit als ge- schikt aangegeven gebied wordt ge- plot. Die geschiktheid wordt bepaald aan de hand van een grondgebruikskaart, ge- baseerd op basis van remote-sensing- beelden (uit begin jaren tachtig), met betrekking tot de grenzen van de ste- delijke agglomeraties gecorrigeerd aan de hand van de TiGER-files van 1990. F.], Ormelingjr. 51

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1996 | | pagina 57