KARTOGRAFISCH TIJDSCHRIFT namen deel aan iCA-seminars overzee. Jarenlang waren wij op leidinggevend niveau betrokken bij de werkgroep voor Kartografie in Regionale Plan- ning van de Raad van Europa in Straatsburg. Regelmatig namen wij deel aan de regionale kartografencon- ferenties van de Verenigde Naties en lange tijd vertegenwoordigden wij Ne- derland namens het ITC in hun perma nente werkgroep voor geografische namen. Aan relaties met zusterorgani- saties werd steeds waarde gehecht. De contacten met de fotogrammeters wer den op internationaal niveau onder- houden door Van Zuylen, terwijl Aal- ders daar op nationaal niveau voor zorgde. Diverse malen fungeerde de af- deling als gastvrouw voor internationa le Seminars en commissievergaderin- gen. Figuur i geeft een beeld van de iCA-congressen en seminars die door onze medewerkers werden bezocht en van de overige lokaties waar zij papers presenteerden. Het eerste seminar overzee waaraan wij deelnamen was de door Zweedse ontwikkelingshulp ge- sponsorde bijeenkomst in 1978 in Nai robi, waar Van Zuylen, David Bick- more, Dean Edson en anderen voor een Afrikaans gehoor de Kongsberg flatbedplotter introduceerden en waar mijn schoenen werden gestolen. Behalve de mogelijkheid tot versprei- ding van nieuwe ontwikkelingen op Figuur 1. Bijgewoonde ICA- congressen en se minars en overige plaatsen waar voor- drachten werden gehouden in de pe- riode ipyi-ippö. 1996-XX11-4 het gebied van kaartproduktie verschalten deze seminars de gelegenheid de naam van het itc, voor zover nog nodig, ver- der uit te dragen. Zo leidden onze contacten met China tot de komst van de eerste Chinese kartografiestudent (1980) terwijl het seminar in Wuhan, China (1981), resulteerde in bezoeken van Chinese delegaties aan het ITC, gevolgd door besprekingen over mogelijke samenwerking. Ter versterking van de contacten met de wereldwijde digitale revolutie werden vervolgens buitenlandse experts naar En- schede gehaald. Achtereenvolgens waren David Rhind, John Keates, Ulrich Freitag, Michael Wood en Eva Siekierska län gere tijd als docent onze gast. Aan de andere kant werd eigen stafleden gelegenheid geboden door het volgen van externe cursussen of door detachering in het buitenland, zieh verder te bekwamen. Niet minder dan elf medewerkers maakten hiervan gebruik. Binnen het ITC bleef het kartografenvolk, een mengsei van wetenschappers en technici, veelal gedreven door artistieke impulsen, jarenlang een solidaire gemeen- schap die samen lunchte, verjaardagen vierde, Sinterklazen leverde en grappen maakte. In tijden van crisis, zoals in 1994 toen werd overwogen het ordinariaat in de kartografie af te schaffen, was de toekomstvisie van de kartografen voldoende om de ITC-Ieiding tot andere gedachten te brengen. Voor wie nog mocht twijfelen aan hun bereidheid zieh voor de goede zaak in te zetten volgen hier enige cijfers van de afde- ling Personeel en Organisatie. In februari 1994 hadden zes van onze medewerkers in totaal 7329 adv- en vakantie-uren, dat is 916 werkdagen, niet opgenomen. Deze situatie duurt nog altijd voort. Voorlopig Staat het itc dus bij Kartografie voor twee-en-een-half jaar in de schuld! Studenten Studie en levensonderhoud van circa vijfenzestig procent van de iTC-studenten worden gefinancierd door beurzen O Seminars Workshops Körte cursussen Papers 9

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1996 | | pagina 11