I996-XXII-4 KARTOGRAFISCH TIJDSCHRIFT 50 Studenten 25 Studenten 5 Studenten 1 Student van het Netberlands Fellowship Programme. De overige Stu denten worden door andere instanties gesponsord, dikwijls door hun eigen diensten of regeringen. Mits deze Studenten beantwoorden aan de toelatingseisen in zake opleiding en werkervaring zijn 00k zij welkom. Voor de selectie van de beursstudenten gelden de richtlijnen van het Directoraat Generaal Internationale Samenwerking (dgis) te Den Haag. Deze instantie geeft prioriteit aan zogenaamde 'mid- career' personen uit de ärmste landen. Sedert jaren geeft Den Haag aan vrouwelijke Studenten voorrang. De laatste tijd tendeert het beleid in de richting van het aannemen van meerdere Studenten van dezelfde dienst voor een zelfde cursus, zonder twijfel een gunstige ontwikkeling. Binnen de DGis-richtlijnen wordt aan het ITC, dat wil zeggen aan Stu- dentenzaken en de afdeling Kartografie, zekere vrijheid ge- laten. Figuur 2 laat de herkomst van de Studenten zien. In totaal vonden 104 landen de weg naar de Kartografische Afdeling. Opvallend zijn de concentraties in Indonesie, Saoedi-Arabie en Sri Lanka en in de vroegere Britse kolonien in Afrika, waar Kenya topscorer is. Oost-Europa schittert tot nu toe door afwezigheid. Behalve van verschallende culturele ach- tergronden waren de Studenten afkomstig van uiteenlopen- de diensten en instituten. Dientengevolge brachten zij uit- eenlopende opleidingen en werkervaringen mee. Dit bete- kende dat zelfs wanneer aan de toelatingstests in wiskunde en geografie was voldaan individueel onderwijs dikwijls noodzakelijk was, een dienstverlening die hopelijk 00k in de toekomst verleend kan worden. In totaal gingen in deze 25 jaar ruim 800 Studenten, waar- van 18% vrouwen, met een kartografiediploma naar huis. Wij nemen graag aan dat het merendeel het beroep trouw is gebleven en naar hun overheidsdiensten is teruggekeerd. Een deel van de afgestudeerden zal terecht zijn gekomen in Figuur 2. het onderwijs waar zij als nieuwe uit- Flerkomst van de stralingspunten van kennis fungeren. kartografiestuden- Waarschijnlijk is in de laatste jaren een ten in deperiode aantal afgevloeid naar het bedrijfsle- ipyi-ippö. ven, waar kartografen met computer- ervaring welkom zijn. Recente concre- te gegevens hierover zijn niet beschik- baar. De vragenlijst die in maart 1996 aan oud-studenten uitging om de be- langstelling voor het ITC Journal te pei len geeft enig uitsluitsel. Van de circa 2000 antwoorden die binnen zijn ge komen zijn er 230 afkomstig van kar tografen. Daarvan zijn er 217 het be roep trouw gebleven en 171 werken er in overheidsdienst, waarvan 61 bij het onderwijs. Een bemoedigend beeld. Achthonderd alumni in 25 jaar is na- tuurlijk een respectabel aantal, maar gezien de wereldbehoefte weinig in- drukwekkend. Edzard Bos becijferde in 1982 de behoefte aan kartografen al- leen in Afrika al op 600 per jaar. Zijn berekening was gebaseerd op conven- tionele pre-digitale produktiemetho- den. Hoe deze cijfers er in het 00k in Afrika doorbrekende digitale tijdperk zouden uitzien is niet bekend. Een nieuw marktonderzoek is wenselijk. Er wordt nog op gewezen dat onze medewerkers naast hun hoofdtaak om eigen kartografiecursussen te verzorgen van oudsher 00k inleidingen in de kar tografie geven, Colleges en oefeningen, aan Studenten van andere iTC-afdelin- gen. Op deze wijze komen bijna alle 10

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1996 | | pagina 12