Schema vierkleuren offsetpers P. Plaatcilinder - R. Rubbercilinder - T. Tegendrukcilinder Rechts van de plaatcilinder bevindt zieh het vochtwerk inktwcrk plaatcilinder rubbercilinder tegendrukcilinder papier Verschillen met traditionele druktechnieken Verschillen met traditionele drukprocede's zijn in enkele ge- vallen zichtbaar in het drukwerk. Een positief verschil is dat pasproblemen niet voorkomen; het drukwerk sluit altijd. Een nadelig effect is dat grote donkere kleurvlakken niet helemaal egaal zijn. Kleurcorrecties op de pers zijn bijna niet mogelijk. De ver- andering moet worden aangebracht in het bestand. Voorbe- drukt materiaal kan niet worden verwerkt en het drukwerk is ook niet geschikt voor verdere verwerking op bijvoor- beeld een printer. De resolutie van het drukwerk is 600 dpi. Dit oplossend vermögen is verge- lijkbaar met raster 60. De afdruksnel- heid is 2100 Vellen A4 of 1050 vellen A3 per uur. Een traditionele offsetpers haalt beduidend hogere afdruksnelhe- den, rond de 8000 stuks per uur. Het papier zit op een rol. De lengte is hierdoor in theorie niet aan een maxi- Figuur 14. Automatisering van de zeefdruk, voorlo- per van de tegen- ve zeefdruk- machine. KARTOGRAFISCH TIJDSCHRIFT andering aan die digitaal drukken met zieh meebrengt. Digitaal drukken houdt in drukken zonder tussenkomst van films, aparte drukproeven en drukplaten. Er wordt rechtstreeks van- uit het digitale bestand gedrukt. Een eventuele proefdruk is gelijk aan het eindprodukt. Het procede lijkt in dit opzicht meer op het maken van een kleurenprint dan op offset. Tegelijker- tijd is de Output' van de digitale pers van hoge kwaliteit, wat de benaming 'drukwerk' rechtvaardigt. Twee hoofdsystemen De operationele digitale persen zijn in twee Systemen te verdelen. Het sys- teem waar het langst mee wordt ge werkt wordt vertegenwoordigd door onder andere Xeikon dcp-i en de AgfachromaPress. De bijlage bij dit tijdschrift met het fragment van de 'Stadsplattegrond van Randstad' van Lucas Verweij is gedrukt op de Xeikon dcp-i van dpa, Zoetermeer. Deze per sen zijn gebaseerd op een elektrografi- sche techniek, waarbij een drum wordt Figuur 12. Schema vierkleuren offsetpers. belicht en de toner vervolgens via de drum overgebracht wordt op papier (figuur 15). Als het papier längs alle acht drums is gelopen is het complete beeld overgebracht en wordt het beeld bij hoge temperatuur gefixeerd. Het papier wordt in een drukgang tweezij- dig bedrukt. Dit procede werkt met een droge toner en xerografisch papier, daarom kan er strikt genomen niet van digitaal drukwerk worden gesproken. Figuur 13. Gesneden sjabloon, uitsnijfilm met ge- sloten drukraam en open drukraam met afdruk. Alle bekende nabewerkingen, zoals vouwen, rillen, lamine- ren en vernissen zijn met digitaal gedrukt werk wel moge lijk. Een nadeel van de Xeikon en de Agfa ChromaPress is dat het papier na het drukken statisch is, wat soms Proble men geeft als het werk direct nabewerking ondergaat. Doordat direct vanuit het bestand wordt gedrukt zijn de opstartkosten beduidend lager dan bij traditioneel druk- 1996-XX11-4 mum gebonden. De breedte van het papier is 32 centimeter. Het papierformaat is vergelijkbaar met die van kleinoffset, een enkele uitzonderlijke toepassing waarbij gebruik wordt gemaakt van de lengte daargelaten. Papiergewichten tussen de 100 en 200 grams zijn mogelijk. Een tweede systeem wordt vertegenwoordigd door de Indi go E-print 1000. Het voornaamste verschil van deze digitale pers ten opzichte het eerste systeem is dat deze wel met een vloeibare inkt werkt. In de pers wordt toner vermengt met een minerale olie zodat drukinkt ontstaat. Een voordeel van het werken met vloeibare inkten is dat de keuze tussen pa- pier(soorten) groter is en dat tot 300 grams bedrukt kan worden. Het maximale formaat is A3 aflopend. Het oplos send vermögen is 800 dpi. Een ander verschil is dat behalve cmyk ook twee extra steunkleuren kunnen worden gedrukt. De druksnelheid daarentegen ligt weer iets lager dan het eerste systeem, namelijk 1000 stuks A3 per uur. 41

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1996 | | pagina 43