KARTOGRAFISCH TIJDSCHRIFT
I996-XXII-4
aantrekkelijk is de reliefkaarten te
voorzien van kleuren ten behoeve van
slechtzienden. Deze twee laatste delen
hebben de meeste tijd in beslag geno-
men. Verder bleek dat in de reliefkaar
ten de kartografische grammatica niet
altijd juist doorgevoerd is. Dat heeft
geleid tot een lijst met aanbevelingen.
Alle digitale vormingstechnieken zijn
uitgebreid onderzocht op hun moge-
lijkheden voor reliefkaarten. Verder
zijn verschillende kleurtechnieken los-
gelaten op pvc, waarna deze platen va-
cuüm gevormd zijn. De digitaal ge-
freesde of gelaserde mallen hebben veel
pluspunten, maar de extreem lange
graveertijd maakt deze optie financieel
(nog) niet interessant. Kleur aanbren-
gen op reliefkaarten blijkt, behoudens
enkele uitzonderingen, het beste te
gaan met de penplot-techniek. Deze
techniek is echter niet meer in de han-
del. Voor de toekomst blijft enkel zeef-
drukken over.
J.W.H.J. Geurts
Cursussen Technisch Kartograaf
gis 1 en 11
Onder auspicien van de nvk worden al
enige jaren cursussen Technisch Karto
graaf gis 1 en 11 gegeven. De organisa-
tie daarvan ligt in handen van de
Stichting ogcu, Opleidingsinstituut
voor de Grafische en Communicatie-
industrie Utrecht, een naam die recent
is veranderd in Contractafdeling van
het Grafisch Lyceum Utrecht. De cur
sussen kunnen in zekere zin worden
beschouwd als opvolgers van de pbna-
cursus Kartografisch Tekenaar, die af-
gebouwd wordt.
Vanaf 1994 zijn er vier cursussen ge-
weest, twee voor mensen met minder
en twee voor mensen met meer erva-
ring. Afgezien van de ervaring van po-
tentiele deelnemers speelt 00k het
reeds aanwezige opleidingsniveau een
rol bij de beslissing welke cursus het
meest geschikt is voor een kandidaat:
de cursus Technisch Kartograaf gis ii
gaat uit van een hoger niveau dan deel
I. In het verleden zijn er soms andere
coderingen aan de cursussen gegeven
(bijvoorbeeld a en b in plaats van 1 en
II, of 1 voor personen met meer erva
ring en 11 voor de minder ervarenen),
maar de namen zijn inmiddels gestan-
daardiseerd.
Het aantal deelnemers aan de diverse
cursussen varieert van 13 tot 20. In to
taal hebben tot nu toe 66 deelnemers
een cursus afgerond. Er zijn 61 getuig-
schriften uitgereikt en 5 bewijzen van
deelname.
Aan de cursussen voor mensen met
minder ervaring hebben de volgende
personen deelgenomen:
oktober 1994- maarti999
B. van Breemen, Gemeente Lelystad;
I.J. van Dijck, Provincie Groningen,
Groningen;
P. Dijkstra, Ministerie van Defensie,
's-Gravenhage;
H. Drost, Provincie Overijssel, Zwolle;
E. Goudkuil, Gemeente Almere;
W. de Groot, Provincie Overijssel,
Zwolle;
H.A.M.W. van Hooren, Provincie
Limburg, Maastricht;
H.M. Keller, Gemeente Almere;
R. Van Loon, Gemeente Ridderkerk;
R. Lübbes, Gemeente Lelystad;
A.J.G. van de Meerendonk, Provincie
Noord-Brabant, 's-Hertogenbosch;
H.J. Meulblok, Provincie Zeeland,
Middelburg;
M.S. Prinsen, Provincie Noord-Bra
bant, 's-Hertogenbosch;
R.J.M. Reiters, Provincie Limburg,
Maastricht;
F. Rettob, Provincie Noord-Brabant,
's-Hertogenbosch;
A.M.C.G. Slijters, Provincie Noord-
Brabant, 's-Hertogenbosch;
G.J. van Vilsteren, Provincie Overijs
sel, Zwolle;
H.W. Visser, Gemeente Almere;
H.H.E. Vos, Provincie Noord-Bra
bant, 's-Hertogenbosch;
J.G. de Witte, Provincie Zeeland,
Middelburg.
januari - juni 1996
A.M.P. van Berkel, Waterschap de Aa,
's-Hertogenbosch;
H. Blomsma, Provincie Drenthe,
Assen;
S. Bootsma, Waterschap Wold en Wie
den, Steenwijk;
J. Borren, Vereniging Natuurmonu-
menten, 's-Graveland;
B. Brouwenstijn, Universiteit van Am
sterdam;
C. Gibcus, Tauw Civiel Bouw B.V.,
Deventer;
J.H. Heidotting, Gemeente Emmen;
A.B. Hendriks, Provincie Utrecht,
Utrecht;
R. Martens;
A.P.J. van den Oetelaar, Cartan, Hou-
ten;
J. Pattiwael, Provincie Drenthe, Assen;
G. van Rossum;
C. Smid, Universiteit van Amsterdam.
Deelnemers van de cursus voor men
sen met meer ervaring zijn:
februari - juni 1994
F. Arnoldussen, Landinrichtingsdienst
Noord-Brabant, Tilburg;
L.J. Beumer, Provincie Overijssel,
Zwolle;
H. Blikman, Natuurmonumenten,
's-Graveland;
J. Burger, Gemeente Gouda;
W.J.M. Claassens, Provincie Limburg,
Maastricht;
A.L.H. Jansen, Landinrichtingsdienst
Zuid-Holland, Voorburg;
M.J. van de Laar-Zolik, Waterschap de
Aa, 's-Hertogenbosch;
W.H.P.M. Roijen, Provincie Limburg,
Maastricht;
D.J. Schippers, Gemeente Gouda;
W.A. Spaan, klm Aerocarto B.V.,
's-Gravenhage;
N. Steinvoort, Provincie Gelderland,
Arnhem;
L. Vermijs, Landinrichtingsdienst
Noord-Brabant, Tilburg;
R.H. Wienke, Landinrichtingsdienst
Zuid-Holland, Voorburg;
J.H. van Zanten, Provincie Gelder
land, Arnhem.
februari - juni 1999
R. van den Anker, Provincie Overijs
sel, Zwolle;
W.A.P van Deijzen, Provincie Gelder
land, Arnhem;
N.R.J. Eilers, Landinrichting
Beheer/Landbouw, Zwolle;
L.P.M. van der Eist, Provincie Noord-
Brabant, 's-Hertogenbosch;
H. van den Hout, Gemeente Dor-
drecht;
J. Hülst, Waterschap Roer/Overmaas,
Sittard;
R.J. Jongman, Provincie Drenthe,
Assen;
J.A.A.M. Jurriens, Waterschap De
Dommel, Boxtel;
E. Kopp, Provincie Gelderland, Arn
hem;
A. Kreeft, Meetkundige Dienst Rijks-
waterstaat, Delft;
W.H. Maarse, Provincie Overijssel,
Zwolle;
R.E. Middendorp, Provincie Overijs
sel, Zwolle;
J. Mosman, Provincie Zuid-Holland;
's-Gravenhage;
J.W. Muller, Stedelijk Beheer L&V,
Amsterdam;
E.B. Nijland, Landinrichtingsdienst,
Arnhem;
J.H.M. van Sambeek, Provincie
Noord-Brabant, 's-Hertogenbosch;
D. Siemonsma, Provincie Friesland,
55