KARTOGRAFISCH TIJDSCHRIFT
I997-XXIII-I
Ook met een andere kaart, van de Alpen, is hij een jaar
bezig geweest, in opdracht van de Gemeinschaftswerbung
Alpenländer. Het origineel toont de Alpenboog van Mar
seille tot Wenen, over een lengte van 1200 km. Je ziet hier
nog onvoldoende aan af hoe bewerkelijk dit wel is. Het is
alleen mogelijk geweest het binnen een jaar af te ronden
omdat Berann 80% van de bergen al eens eerder getekend
had. In het oosten toont de kaart de steenachtige woestenij
van de Kalkalpen, de Sloveense Alpen en de Dalmatische
eilanden. In het centrum van het Alpenpanorama ziet men
de Berner en Walliser Alpen met de Alpenmeren en in de
verte de Italiaanse meren en de Povlakte. Als voortzetting
van de Zwitserse Alpen naar het westen ziet men de Mont
Blanc, daaraan aansluitend de Alpen van Savoye en Dau-
phine, met de zachtere, meer afgeronde vormen van de
Zee-Alpen aan de Cote d'Azur (figuur 2). Het is, vooral in
close-up, een van de fraaiste voorbeelden van het genre,
vind ik zelf. Het origineel werd getekend op een formaat
van 2 bij 2,5 meter, dat wil zeggen op een schaal van
1:500.000, en de verticale overdrijving had een factor 2 (ver-
ticale schaal dus 1:250.000). Het is opgebouwd in parallel-
perspectief, gerealiseerd met een Perspektomat, een appa-
raat dat ooit ontwikkeld werd voor het tekenen van geolo
gische blokdiagrammen. Het gezichtspunt werd aangeno-
men op 200 km hoogte, met een hellingshoek van 60 gra-
den met de voorgrond en 40 graden met de achtergrond.
Het apparaat zette dus hoogtelijnen om in een panorama-
beeld in perspectief, wat in de tijd voor de Computer dus
ook al kon, al zijn we met de Computer veel flexibeler ge
worden. Er wordt veel detail ingevuld en aangebracht aan
de hand van terreinfoto's, die vooral gebruikt worden om
de rotsstructuur goed te karakteriseren.
Die Perspektomat lijkt erg nauwkeurig en is het misschien
ook wel, maar is zeker niet alleen zaligmakend geweest voor
de productie van Berann's panoramakaarten. Behalve voor
de kaarten van het zeerelief heeft Berann de vrijheid nodig
om de richtingen en locaties naar believen wat bij te kun-
nen stellen. Hij werkt dus niet alleen met parallelperspec-
tief, zoals links in figuur 3. Dat parallelperspectief doet de
achterliggende bergen hoger lijken wat vooral nuttig is
wanneer je op je panoramakaart stroomop kijkt. Het is ook
bij uitstek geschikt voor een goed overzicht op panorama
kaarten van grote gebieden zoals Alpen of Himalaya. Het
centraalperspectief, midden in figuur 3, benadert meer de
manier waarop we zelf de bergen zien. De voorgrond wordt
hier meer benadrukt, en het is mogelijk om een groter ge-
bied als achtergrond weer te geven. Maar vaak is het niet zo
eenduidig zoals hier, en moeten er kunstgrepen worden toe-
gepast: een soort gekromde projectie wanneer het land-
Van boven naar beneden:
Figuur 3. De verschillende vormen van perspectief die worden ge
bruikt in panoramakaarten: links parallelperspectief, midden cen
traalperspectief en rechts een gekromdperspectief (ontleend aan
[Berann, 1968]).
Figuur 4. Panoramakaart van de Mont Blanc door H. C.Berann,
eerste fase.
Figuur 5. Panoramakaart van de Mont Blanc door H. C. Berann,
tweede fase.
Figuur 6. Panoramakaart van de Mont Blanc door H. C. Berann,
derde fase.
21