KARTOGRAFISCH TIJDSCHRIFT I997-XXIII-I schap in een bepaalde richting bekeken moet worden, maar een buiten die richting vallend object 00k nog moet wor den opgenomen (figuur 3, rechts). De panoramakaart wordt namelijk getekend volgens de wensen van de klant. De klant bepaalt de blikrichting, en kan 00k eisen dat bepaalde delen in de zon komen te lig- gen, 00k als dat in werkelijkheid zelden of nooit gebeurt. De klant bepaalt 00k voor welk seizoen de kaart moet wor den getekend. De rotsmassa's van het hooggebergte zijn in de winter ontoegankelijk; wat dan belangrijk is zijn de lager gelegen skihellingen met hun Stoffering van skiliftjes, tand- radbaantjes en Sint-Bernhardhonden. Dat betekent dat op een voor de winter bedoelde panoramakaart dat deel, dus de lagere hellingen, relatief groter moet worden weergege- ven in vergelijking met de werkelijkheid. In de zomer zoekt de bergbeklimmer het hoger op, en dus wordt het gebergte groter getekend dan met de perspectivische werkelijkheid overeenkomt en de afstanden tot de voet van het gebergte worden zö voorgesteld dat ze kleiner lijken. Soms is het nodig, ten einde een betere structuur te verkrij- gen, om het terrein zoals dat vöör de erosie bestond, te re- construeren, en zo de geologische verwantschap te bena- drukken en daar met de mate van overdrijving en de licht- inval rekening mee te houden. Het is echter zeer bewerke- lijk, en in veel berggebieden is men met het ontwarren van de geologische geschiedenis nog niet zo ver dat men zo'n voorbewerking 00k kan uitvoeren. Over het algemeen wordt aan de hand van de topografische kaart van een gebied in overleg met de klant vastgesteld welk perspectief er zal worden gekozen. Er worden terrein- foto's en luchtfoto's verzameld, en een aantal schetsen wordt gemaakt. Tenslotte worden er drie of vier tekenontwerpen van het geheel vervaardigd om tot een juiste compositie te komen. Die wordt dan uitgewerkt tot een 'Vorzeichnung'; dat wil de klant om na te kunnen gaan of er met zijn wen sen rekening gehouden is. Is de Vorzeichnung gefiatteerd dan kan Berann echt aan het werk. Wanneer Berann met de schets tevreden is, dan moet hij bepalen van welke kant het licht moet vallen, zodat dat voor het landschap op zijn voordeligst werkt. Tenslotte moet de aandacht vallen op de objecten die de opdrachtge- ver aan wil prijzen. Die keuze is niet nodig bij badplaatsen, kuststeden en de zeekust in het algemeen want die krijgen door de weerspiegeling van het water altijd al extra licht. Maar eiders is een keuze van de richting waaruit het licht moet vallen nodig. Dan kan het opbrengen van de kleuren beginnen, en daarbij geldt dat de keuze voor de kleur van de lucht het belangrijkste en meest bepalende is. Gaat het daarbij mis, dan is de kaart verloren. Gaat het goed, dan werkt dat 00k meteen door op de details, die dan 00k vriendelijker lijken. langrijk, omdat die 00k het perspectief mede bepaalt. Hoe meer de bergen naar achteren liggen, hoe blauwer ze zijn door het luchtperspectief. Hoe verder naar het standpunt van de teke- naar hoe minder de tinten versluierd zijn, en hoe harder ze dus overkomen. Dan gaat het vervolgens steeds op de- zelfde manier verder: eerst worden grote kleurvlakken opgebracht, die vervolgens verder worden uitgewerkt en gedetailleerd. Het terrein wordt dan van achter naar voren ingetekend (fi guur 5). Dan komen de grotere kleur vlakken van de voorgrond, zoals de rotspartijen, puinhellingen en de bos- sen. Die worden dan verder uitge werkt: met uiterst fijne penseeltjes wordt de groene klodder verf in een bos omgezet, en wordt er structuur aangebracht in de rotspartijen. Er wordt dus steeds gewerkt van donker naar licht. Tenslotte komt dan het grasland van de voorgrond met de ne- derzettingen en de verbindingen. Het laatste Stadium, de toevoeging van de tekst, is altijd een beetje teleurstel- lend omdat de kwaliteit dan weer ach- teruitgaat. De opdruk van de namen heeft altijd tot gevolg dat de fraaie re- liehndruk toch tot op zekere hoogte wordt platgeslagen, ondanks alle voor- zorgen daartegen. In de praktijk gaat het dus zö met een echte panoramakaart: eerst de hemel- kleur en de verst verwijderde bergen, dan een geleidelijke invulling van ach ter naar voren, dan worden de detail- partijen verder uitgewerkt (zoals de rotsen aan de hand van terreinfoto's). En Berann probeert 00k altijd door het tegenover elkaar zetten van cultuur en natuur een extra contrast en dus 00k structuur aan te brengen (figuur 6). In de loop van de tijd is Berann steeds kleiner gaan werken. Hij is door erva- ring beter in Staat tot een fijne detaille- ring en kan, omdat het makkelijker werken is en arbeidsbesparend, nu zijn afbeeldingen op formaten van maxi maal 1 bij 1,5 meter uitvoeren. Volgorde van de bewerking Ontwikkeling Eerst wordt de lucht met een air brush opgebracht, en dan worden wölken ingetekend, 00k met een air brush, behalve voor winterpanorama's, want daar is het al wit genoeg in de kaart (figuur 4). Die wölken, en vooral de wolkensluiers die zieh in een bepaalde richting verdichten, zijn zo'n beetje het handelsmerk van Berann. De hemelkleur is daarom zo be- Wanneer men de produetie van de meester vervolgt, dan is er duidelijk sprake van een ontwikkeling. Aanvan- kelijk werkte hij barokker, zoals bij beeiden uit zijn Italiaanse periode te zien is, bij Elba, Capri (figuur 7) en 22

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1997 | | pagina 28