4# Kaart-typografie Tekstwaarneming en tekstplaatsing in kaarten KARTOGRAFISCH TIJDSCHRIFT KERNKATERN 6 deel II: teksten bij puntsymbolen (vervolg) A.J. Karssen In deel I van de kernkatern-serie over kaart-typografie kwamen de basiskenmerken van kaarttekst ter sprake en werden de principes van het evenwichtig gebruik van de grafische ruimte uiteengezet. Tevens werd een begin gemaakt met de behandeling van teksten beho- rend bij puntsymbolen. Dit onderwerp wordt thans verder besproken, waarbij nader wordt ingegaan op en- kele speciale waarnemingseffecten, enige uitzonderings- gevallen op de regel van het evenwichtig ruimtegebruik en de toepassing van grafische relaties tussen puntsym- bool en bijbehorende tekst. In een derde en laatste deel van deze serie wordt enige aandacht geschonken aan de plaatsing van lijn- en gebiedsnamen en hun spatiering. van de beschikbare grafische ruimte kunnen deze teksten worden geplaatst. In deze gevallen gaan echter enkele waar nemingseffecten de plaatsing mede be'fnvloeden. Samenklonteren Een letter welke een ander kaartelement zeer dicht nadert, zonder dat dit element wordt geraakt, veroorzaakt een ef- fect van optisch samenklonteren, zie bij a in figuur 19. De letter en de lijn staan dan zo dicht op elkaar dat het zwart van beide als een geheel wordt waargenomen. Wanneer slechts enkele tienden van een mm meer tussenruimte wordt gegeven, zullen ze gemakkelijker als afzonderlijke de menten worden gezien (b in figuur 19). Waarnemingseffecten van kaartteksten bij puntsymbolen In het vorige kernkatern werden steeds situaties beschreven van puntsymbolen met voldoende vrije grafische ruimte voor plaatsing van namen. De beschik bare ruimte was steeds groter dan de afmeting van de te plaatsen naam. Veel vaker komt het voor dat de ruimte be- perkt is, waarbij soms teksten door an dere kaartelementen heen moeten worden geplaatst. Met hetzelfde uit- gangspunt van evenwichtig gebruik Lijnonderbteking Aart Karssen is zelfstandig karto- graafen directeur van Kartografisch Bureau Intermap bv. Madioen- straat 95-97, 7541 ZM Enschede, tel. 053 - 4351695 Figuur 19. De letter e klontert samen met het lijnelement bij a; bij b werd een paar tienden van een mm meer tussenruimte toege- past. Figuur 20. De tekst is siecht leesbaar zonder lijnonderbreking. Lijnonderbrekingen Wanneer zieh een situatie voordoet waarbij een lijnelement gedeeltelijk moet worden bedekt met tekst, dan zal de lijn ter plaatse moeten wijken voor deze tekst. Neemt men de lijn niet weg, dan worden de lettertekens hierdoor sterk beinvloed, ontstaat vervorming en wordt de leesbaarheid geschaad. Wanneer in de lijn een gat wordt gemaakt, dan zal de kaartlezer dit niet als zodanig waarnemen, maar de lijn achter de tekst optisch zien doorlopen, zolang de lijn dicht op de tekst aansluit. Overdreven vrees voor lijnonder brekingen is daarom ongegrond. Veel auteurs hebben er te- recht op gewezen de lijn bij voorkeur in een zoveel mogelijk verticaal gedeelte te onderbreken, waardoor een geringer deel van de lijn wordt bedekt (figuren 20, 21 en 22). Afstand tekst-symbool-ander element De toe te passen afstand tussen tekst en puntsymbool wordt vaak aangeduid met de optische halve kapitaalhoogte van de gebruikte tekst. Een prima regel waarop enige uitzonde- ringen bestaan. Er kunnen zieh situaties voordoen waarbij 21

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1997 | | pagina 3