-w
KARTOGRAFISCH TIJDSCHRIFT
I997-XXIII-I
Vector
Gescand raster
Gegenereerd raster
Kaartbeeld
+/-
Actualiteit
-
+/-
Snelheid
Diskbeslag
-
Verschaling
-
Flexibiliteit
-
-(+)
Analyse
-
-
Kosten
Kaartbeeld
Voor het opbouwen van een goed herkenbaar kaartbeeld
met vectorbestanden moet het nodige gebeuren. Immers,
een grootschalige kaart zal altijd bestaan uit verschillende
lagen (soms meer dan 100!) die elk voorzien moeten wor
den van de juiste symbolisatie. En de symbolisatiemogelijk-
heden van de standaard Gis-software zijn voor dit doel nog
steeds vrij beperkt.
De provincie Zeeland gebruikt onder andere 1:10.000 vec
torbestanden voor hun kaartvervaardiging (00k ter orienta-
tie). Dit vergt een complex geheel van aansturing: afhanke-
lijk van het schaalniveau wordt een bepaalde (generaliseer-
de) versie van een kaartlaag gekozen die van een geschikte
symbolisatie wordt voorzien. Ook worden afzonderlijk an-
notatiebestanden vervaardigd voor de onderscheiden schaal-
niveaus. Om dit geheel van bestanden te kunnen gebruiken
is een omvangrijke applicatie nodig die de aansturing van
kaartlagen en symbolisatie op basis van het schaalniveau au
tomatisch regelt. En het vergt de nodige administratie van
alle bestanden met hun fysieke locaties en gerelateerde sym-
bolisaties. Een afzonderlijk probleem vormt de annotatie
die juist bij een kaart voor orientatiedoeleinden veel vraagt.
Het goed plaatsen van een straatnaam in of naast een boch-
tige straat of een plein kan in de huidige standaard Gis-sys-
temen nauwelijks. Het is juist dit onderdeel dat de rasterbe
standen aantrekkelijk maakt. Hierbij is eenmalig veel
(reken)tijd gebruikt voor de juiste plaatsing van namen, die
vervolgens veelvuldig met een druk op de knop opgeroepen
kan worden. Wel geldt als nadeel dat de namen altijd in het
rasterbestand zijn opgenomen, zodat deze onder eventuele
thematische (vector)kaartlagen kunnen verdwijnen.
Het gebruik van rasterbestanden is een stuk eenvoudiger:
open bestand en de complete kaart zijn beschikbaar, al zal
ook in dit geval programmatuur gebruikt moeten worden
om de juiste bestanden bij het gehanteerde blikveld te ope-
nen.
Actualiteit
In principe kan een vectorbestand een hoge mate van actu
aliteit hebben: zodra een mutatie is doorgevoerd is deze be
schikbaar voor kaartproductie. Een gescand rasterbestand
heeft altijd dezelfde läge actualiteit als het papieren kaart-
product. Gegenereerd raster kan een hogere actualiteit heb
ben, mits het genereren van rasterbestanden regelmatig
wordt uitgevoerd.
Snelheid
Met de capaciteit van de hedendaagse
Computers vormt de snelheid van wer
ken met rasterbestanden niet echt
meer een probleem, mits de nodige
maatregelen zijn getroffen. Zo moeten
de afzonderlijk bestanden niet te groot
zijn en moet voorkomen worden dat
grootschalige rasters getoond worden
op een te kleine schaal (dit geldt even-
zeer voor vectorbestanden).
Diskbeslag
De omvang van vectorbestanden is
veelal aanzienlijk kleiner dan dezelfde
informatie in rasterbestanden. Een
stratenbestand van heel Nederland
1:10.000 neemt in niet-gecomprimeerd
rasterformaat zo'n 4 Gigabyte in be-
slag. Tot voor kort was dit een omvang
die niet werkbaar was voor de meeste
organisaties. Nu kan met compressie
veel bereikt worden: ruim 300 Mb
voor dezelfde informatie. En met de
ruime verspreiding van cd-rom (en de
eenvoud waarmee deze nu ook ge-
maakt kunnen worden) vormt de om
vang ook voor PC-gebruik niet echt
meer een probleem.
Verschaling
Een vectorbestand leent zieh uitste-
kend voor het weergeven op verschil
lende schaalniveaus. Toch zijn hier
grenzen aan: het is onjuist om een
1:250.ooo-bestand in een kaart
1:10.000 te gebruiken en omgekeerd
geldt hetzelfde. Voor rasterbestanden is
eigenlijk maar een schaal optimaal en
die schaal is afhankelijk van de resolu-
tie van het uitvoermedium (namelijk
indien 1 pixel in het bestand overeen-
komt met 1 pixel in het uitvoerfor-
maat). Deze beperking kan (enigszins)
opgevangen worden door rasterbestan
den voor verschillende schaalniveaus te
genereren.
Flexibiliteit
Met een vectorbestand zijn veel ver
schillende manipulaties mogelijk: sym
bolisatie, selectie en gebruik van lagen
kunnen geheel door de gebruiker in de
Gis-omgeving worden bepaald. Een
rasterbestand is tamelijk inflexibel:
eventuele bewerkingen zijn arbeidsin-
tensief of vereisen programmatuur.
Voor presentatiedoeleinden kan het
zinvol zijn om de intensiteit van de
kleurstellingen aan te passen; via pro
grammatuur is dit relatief eenvoudig te
realiseren. Eventueel zou nog een stap
verder gegaan kunnen worden door
bijvoorbeeld teksten in de kaart als een
apart transparant rasterbestand te ge-
38